Boerenprotest zet strenge wet tegen ontbossing op losse schroeven
Een twintigtal lidstaten dringt er bij monde van de ministers van Landbouw op aan de Europese wetgeving tegen ontbossing af te zwakken om de boeren tegemoet te komen. De wet gold als baanbrekend en was pas vorig jaar goedgekeurd.
De Europese wet tegen ontbossing bepaalt dat soja, cacao, palmolie, koffie en rundvlees vanaf eind dit jaar niet meer op de Europese markt mogen komen als blijkt dat daarvoor bos gekapt is. Handelaars moeten hun aanvoerketen transparant maken en aan de hand van satellietbeelden bewijzen dat er voor 2021 geen bos stond op het veld waar het product vandaan komt. De bedoeling is duidelijk: beletten dat Europese consumenten bijdragen tot de ontbossing in bijvoorbeeld het Amazonewoud. Maar de regels gelden ook voor Europese boeren: zij mogen niet langer producten exporteren die geteeld zijn op ontboste gebieden.
Oostenrijk nam het initiatief om de wet af te zwakken nog voor ze van kracht is. Het kreeg daarbij volgens de website Euractiv de steun van Finland, Italië, Polen, Slovakije, Zweden en Slovenië. België stelde zich als voorzitter van de Raad van de EU neutraal op en steunde de oproep niet.
Volgens Norbert Totschnig, de Oostenrijkse minister van Landbouw, zal de verordening de administratieve last voor de Europese boeren doen toenemen, terwijl nu net maatregelen overeengekomen zijn om die te verminderen en zo tegemoet te komen aan de vraag van de landbouwers. Die groep landen stelt ook dat de verordening kan leiden tot een vermindering van de productie van eiwithoudende gewassen zoals sojabonen, wat de import van buiten de EU zou doen toenemen.
Volgens Totschnig steunt intussen een twintigtal lidstaten de oproep van zijn land, waaronder Frankrijk. Ze dringen volgens Euractiv aan op een uitzondering voor kleine boeren, langere toepassingsperiodes en uitzonderingen voor producenten in landen waar het risico op ontbossing klein is.
Op de afsluitende persconferentie na de bijeenkomst van zijn Europese collega’s in Brussel zei de Belgische minister van Landbouw David Clarinval (MR), die de vergadering voorzat, dat de verordening “moeilijk uitvoerbaar” blijkt te zijn. Daarom vragen de ministers van Landbouw aan de Europese Commissie om “de ongewenste effecten van de verordening af te zwakken”.
“Goed geluisterd”
Of de Commissie op die vraag zal ingaan, is nog niet duidelijk. Het zou hoe dan ook een nieuwe klap betekenen voor het onderdeel natuurbescherming van de Green Deal. Eerder stelde de Europese Commissie al voor om sommige “goede landbouw- en milieucondities” uit het gemeenschappelijk landbouwbeleid – waar de uitbetaling van de landbouwsubsidies van afhangt – af te zwakken en om landbouwers met minder dan 10 hectare grond volledig vrij te stellen van controles op die condities. Ook de wet om het gebruik van pesticiden in de EU tegen 2030 te halveren, sneuvelde al. En ook de natuurherstelwet dreigt datzelfde lot te ondergaan.
De ministers steunden tijdens hun vergadering het voorstel van de Commissie om een waarnemingscentrum in het leven te roepen die tot meer transparantie moet leiden in de prijsvorming in de toeleveringsketen en de positie van de boeren daarin moet versterken. Zo zal bekeken worden of er een maatregel ingevoerd kan worden die vermijdt dat landbouwers hun producten onder de kostprijs moeten verkopen.
“Wehebbengoedgeluisterdnaar de boeren”, zei Clarinval tegen de achtergrond van een nieuwe betoging van boze landbouwers in Brussel. Hij hoopt dat de landbouwers langzaam beseffen dat alles “de goede richting uitgaat voor hen”.
Gaat de Commissie in op de vraag van de lidstaten, dan betekent dat hoe dan ook een nieuwe klap voor het onderdeel natuurbescherming van de Green Deal