Velen gaven in ‘crisisjaar’ 2022 juist minder uit aan energie
Een doorsneehuishouden was in het inflatiejaar 2022 nauwelijks meer geld kwijt aan energie. De impact van de hoge prijzen was, onder meer dankzij de overheidssteun, veel kleiner dan de inflatiecijfers suggereerden.
De mediane energiefactuur voor de Belgische huishoudens steeg in 2022 met 4,4 procent – voor de helft van de gezinnen was dat meer, voor de andere helft minder. De impact van de energiecrisis was dus relatief gering, mede dankzij de gulle steun van de overheid.
Tot die conclusie komen onderzoekers Nicolas Soenen en Annelore Van Hecke van de Belfiusstudiedienst. Zij hebben de geanonimiseerde transacties van 260.000 gezinnen en 12.000 bedrijven onder de loep genomen om na te gaan hoe de energiefactuur zich ontwikkelde. Hun conclusies bevestigen wat vorig jaar al werd aangetoond door econoom Gert Peersman van de Universiteit Gent. Hij voerde een gelijkaardige analyse uit op basis van geanonimiseerde transacties bij klanten van BNP Paribas Fortis.
Uit de Belfius-analyse komt naar voren dat de impact voor de gezinnen heel uiteenlopend was. Ongeveer 10 procent van de huishoudens zag zijn energiefactuur minstens verdubbelen. Maar een groot deel was net minder kwijt dan voor de energiecrisis.
De steunmaatregelen van de overheid werden immers breed toegepast: elke energie-consument kon er aanspraak op maken, ongeacht de werkelijke meerkosten. De laagste inkomenscategorieën profiteerden er het meest van, blijkt uit de Belfius-cijfers. De bredere toepassing van het sociaal tarief was alleen voor hen beschikbaar.
Zuiniger geworden
Dat de impact van de energiecrisis relatief gering was, komt onder meer doordat een groot deel van de gezinnen nog een vast contract had. Zij zagen hun factuur niet stijgen, maar kregen wel compensatie. Een andere oorzaak is dat gezinnen hun energieverbruik zelf terugschroefden.
In 2023 vielen de prijzen van gas en elektriciteit sterk terug. De steunmaatregelen van de overheid vielen weg, en de vaste contracten werden noodgedwongen vervangen door variabele. Per saldo daalde de mediane energiefactuur van de huishoudens vorig jaar met 7,3 procent, stelt Belfius vast.
Debankkeekooknaardeenergierekening van de bedrijven. Afhankelijk van de sector namen de energiefacturen voor de ondernemingen in 2022 met 35 tot 57 procent toe. In 2023 was er een verdere toename met 2 tot 16 procent.
De algemene bevindingen contrasteren met de cijfers van de energie-inflatie. Die bedroeg in 2022 gemiddeld 71 procent – veel meer dus dan de werkelijke meeruitgaven. De mismatch is ontstaan doordat voor de inflatiemeting alleen gekeken wordt naar de nieuwe contracten. De grote hoeveelheid gezinnen wier vaste, goedkope contract gewoon
“Dit toont vooral dat de index van consumentenprijzen beter zou moeten aansluiten bij de werkelijke ontwikkeling van de levensduurte” Véronique Goossens Hoofdeconoom Belfius
doorliep, worden bij die meetmethode buiten beschouwing gelaten. “Daardoor is de Belgische inflatie in 2022 overschat, en in 2023 onderschat”, stelt Belfiushoofdeconoom Véronique Goossens vast. “Als er uit onze studie een les getrokken kan worden, dan is het vooral dat de index van consumentenprijzen beter zou moeten aansluiten bij de werkelijke ontwikkeling van de levensduurte.”
Snel schakelen
Volgens onderzoekster Van Hecke zou een andere meetmethode overwogen kunnen worden. De Nederlandse statistische dienst heeft zijn methode naar aanleiding van de energiecrisis gewijzigd. In België is dat moeilijker, omdat de prijzen van lopende energiecontracten niet vlot beschikbaar zijn.
Ook blijkt uit de cijfers dat veel gezinnen overheidssteun ontvingen hoewel ze die eigenlijk niet nodig hadden. “De maatregelen werden genomen als reactie op een crisissituatie”, zegt onderzoeker Soenen. “In die omstandigheden moet je snel schakelen, en kun je niet altijd heel doelgericht te werk gaan. En vergeet niet dat een op de tien gezinnen met een verdubbeling van de factuur werd geconfronteerd.”