Gedetineerden, het zijn net mensen
Volgens minister Paul Van Tigchelt kun je de geloofwaardigheid van justitie aftoetsen aan de mate waarin ze de straffen die ze uitspreekt ook uitvoert. Tom Daems vraagt zich af of respect voor de mensenrechten geen belangrijker criterium is.
De stijgende inflatie ontziet niemand, behalve de gedetineerden in dit land, zo lijkt het wel. “Klopt het dat de budgetten voor voeding en hygiëne voor gedetineerden werden teruggeschroefd?”, vroeg Vanessa Matz (Les Engagés) eind vorige maand in de commissie Justitie aan minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD). De minister bevestigde dat het budget van 5,68 euro per gedetineerde per dag (5,18 euro voor voeding en 0,50 euro voor hygiëne) werd verlaagd naar 5,32 euro (4,92 euro voor voeding en 0,40 euro voor hygiëne). “Hoe zit het dan met de kwaliteit van die voeding”, wilde Matz weten. Het antwoord van de minister was kort en zakelijk: “De meeste penitentiaire inrichtingen zijn zelf verantwoordelijk voor de samenstelling van de maaltijden. Er zijn geen gegevens over de voedingswaarden beschikbaar.” Daarmee was het incident gesloten, zoals dat heet in de wereld van de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
Wansmakelijke realityshow
Het leek een fait divers, maar dat was het absoluut niet, en al zeker niet in het licht van de crisis die kort daarna losbarstte, met als dieptepunt de dagenlange foltering in de Antwerpse gevangenis. Het antwoord van Van Tigchelt getuigde daarenboven van weinig voeling met de precaire situatie van gedetineerden in overvolle cellen of met de hoofdbrekens van gevangenisdirecteurs die met minder dan vijf euro drie maaltijden moeten serveren. Probeer het maar eens, overleven met een budget waarmee u in de vrije buitenwereld een brood en wat beleg koopt. Het zou het concept van een wansmakelijke realityshow kunnen zijn.
De afgelopen weken kreeg de minister meermaals de vraag of het in die omstandigheden wel verstandig was om een deel van de kortgestraften, die voorheen vooral via elektronisch toezicht werden opgevolgd, naar de al overvolle gevangenissen te sturen. In de plenaire vergadering van 21 maart herhaalde Van Tigchelt dat hij niet op die beslissing wenst terug te komen: “Een geloofwaardige justitie is een justitie die haar eigen straffen uitvoert.” De minister heeft uiteraard gelijk. Maar in een beweging verengt hij de definitie van ‘geloofwaardig’ tot het daadwerkelijk uitvoeren van straffen. De toestand in de gevangenissen toont dat die insteek schromelijk tekortschiet. Een geloofwaardige justitie beperkt zich niet tot straffen uitvoeren alleen: het gaat ook – en vooral – over hoe we die straffen uitvoeren.
Folterverbod geschonden
Welke lessen kunnen we uit het Antwerpse folterverhaal – maar ook uit andere incidenten, zoals in Brugge en Sint-Gillis – trekken voor de geloofwaardigheid van justitie? Om te beginnen herinneren die incidenten ons aan de plicht van de overheid om mensen op een veilige manier op te sluiten en om elk van die incidenten grondig te onderzoeken. Die zorgplicht zit gebetonneerd in onze mensenrechtencultuur: een overheid die daaraan verzaakt, schendt het folterverbod dat vervat zit in artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Het Europese antifoltercomité (CPT), dat plaatsen van detentie bezoekt en daarbij ook op het terrein geconfronteerd wordt met de geweldsproblematiek, wijst in zijn rapporten bovendien op het belang van een proactieve houding van het personeel om zulke incidenten te voorkomen. Gevangenispersoneel moet voldoende alert en waakzaam zijn, en bereid en opgeleid zijn om zo nodig tussenbeide te komen. In dat verband wijst het CPT op de nood aan dynamische veiligheid: het belang van positieve relaties tussen gedetineerden en personeel voor een constructief en veilig detentieklimaat. Dat impliceert ook dat er voldoende personeel is in de inrichting. In dat verband is ook de gegarandeerde dienstverlening tijdens stakingen van belang, al voelt het wat wrang dat die nu pas geviseerd wordt: de Centrale Toezichtraad bezocht vorig jaar de gevangenissen van Sint-Gillis, Nijvel en Merksplas tijdens stakingsacties en kwam telkens tot het besluit dat het systeem onveilige situaties in de hand werkt. Het wettelijke kader is intussen ruim vijf jaar oud en werd al meermaals kritisch doorgelicht, maar bijsturing blijft uit.
De overheid heeft de plicht om mensen op een veilige manier op te sluiten. Die zorgplicht zit in onze mensenrechtencultuur
Tikkende tijdbommen
Geloofwaardig straffen is bovendien onmogelijk in overvolle instellingen. Het blijft schrikbarend hoe we de overbevolking als een vanzelfsprekendheid zijn gaan beschouwen en de gevangeniscapaciteit stelselmatig en kunstmatig opgevoerd hebben door stapelbedden, noodbedden en matrassen aan te slepen in veel te kleine cellen. Op de lange termijn moet daarom de maximumcapaciteit weer op tafel komen: in 2001 lag er al een wetsontwerp in het parlement waarbij de ministerraad de maximale opnamecapaciteit voor de gevangenissen zou kunnen vastleggen. Het is tijd om daar eindelijk werk van te maken. Op de korte termijn zal meer drastisch ingrijpen nodig zijn: het verlengde penitentiair verlof is te beperkt qua impact en bemoeilijkt het werken aan integratie. Hoe een job, opleiding of woonst zoeken als je afwisselend een maand binnen en een maand buiten zit?
De folterincidenten hebben alleszins het voordeel dat ze de beeldvorming over onze gevangenissen bijstellen. In het publieke debat verschijnen gedetineerden doorgaans in zwartwittermen, als tikkende tijdbommen of de verpersoonlijking van het kwaad. De gruwel in Antwerpen toont dat het om mensen van vlees en bloed gaat, die pijn kunnen ervaren en het slachtoffer kunnen worden van de meest weerzinwekkende gewelddadige en seksuele misdrijven. Het zijn dan niet de slachtoffers waar politici of opiniemakers op sociale media massaal voor in de bres springen, maar het blijven mensen zoals u en ik, die om die reden ook een veilige en respectvolle detentie-omgeving verdienen. Dat is hun recht: respect voor dat mensenrecht zou de belangrijkste toetssteen moeten zijn voor de geloofwaardigheid van justitie.