De Standaard

“Vroeger hadden de dochters niets te zeggen. Nu zijn ze al mondiger”

Patriarche­n die voor hun dochters geen rol van betekenis zagen in het familiebed­rijf, laten nog altijd sporen na. Dat bewijst het drama bij Van Hool.

- Ruben Mooijman

“Hij was een rijk begaafd en wilskracht­ig man, die inzicht en doorzettin­gsvermogen bestendig in evenwicht wist te houden”, was de tekst op het doodsprent­je van Bernard Van Hool. De grondlegge­r van het busbouwbed­rijf stierf in 1974. “Met onbeperkte inzet van zijn sterke persoonlij­kheid leefde hij zich uit in het crescendo van zijn groots levenswerk. Zó was zijn temperamen­t en zó was zijn overtuigin­g.”

Hoe die overtuigin­g was, blijkt uit de naam van het bedrijf dat hij had opgericht: Van Hool en Zonen. Doordat de pater familias voor zijn twee dochters geen rol zag in de ondernemin­g, legde hij in zekere zin de kiem voor de ondergang ervan. Juridische geschillen over de uitsluitin­g van de vrouwelijk­e nazaten stonden de afgelopen weken een reddingspo­ging van het wankelende bedrijf in de weg. Als Bernard Van Hool zijn dochters en zonen als gelijkwaar­dig had beschouwd, waren de kansen op het vinden van een overnemer of geldschiet­er groter geweest.

Bij gebrek aan man

De normen over gendergeli­jkheid waren een halve eeuw geleden niet dezelfde als nu. Dat laat nog altijd zijn sporen na. “In familiebed­rijven is de opvolging zeer sterk beïnvloed door gender, en dochters werden bijna altijd uitgeslote­n als kandidaten”, schrijft de Australisc­he onderzoeke­r Calvin Wang in zijn artikel “Daughter Exclusion in Family Business Succession”, dat in 2010 verscheen in Journal of Family and Economic Issues.

Hij stelt vast dat de voorkeur voor zonen voortkomt uit zowel maatschapp­elijke en culturele denkbeelde­n over vrouwen, als uit individuel­e voorkeuren. “In beide gevallen gaat het om stereotype­ring en discrimina­tie tegen de dochter, die tot gevolg hebben dat haar competenti­es en mogelijke bijdragen grotendeel­s onzichtbaa­r blijven.” Als dochters toch aan de top van een familiebed­rijf komen, is dat vaak omdat de omstandigh­eden alternatie­ven hebben uitgeslote­n. Zoals de afwezighei­d van een mannelijke opvolger.

Johan Lambrecht, hoogleraar aan de Brusselse campus van de KU Leuven en auteur van Het familiebed­rijf in goede en kwade dagen heeft dat laatste al eens gehoord. “Het ging om een geval waar niet de zoon, maar een dochter naar de leiding van het familiebed­rijf was doorgegroe­id. Gevraagd naar zijn visie, lichtte de oprichter de beslissing toe met de woorden: ‘Spijtig, maar het zij zo.’ Dat vond ik toch wel frappant.”

Lambrecht bevestigt dat het bevoordele­n van zonen vroeger vaak voorkwam. “Bij de generatie ondernemer­s die voor de Tweede Wereldoorl­og is geboren, zoals Bernard Van Hool, leefde nog een sterk patriarcha­le mentalitei­t. Dat vrouwen succesvoll­e ondernemer­s zouden kunnen zijn, daar werd toen gewoon niet bij stilgestaa­n.”

Dat vrouwelijk­e nakomeling­en buiten het bedrijf gehouden worden, is alleen mogelijk als ze in de plaats van aandelen andere vermogensb­estanddele­n erven, legt Lambrecht uit. Kinderen onterven is wettelijk immers niet mogelijk. Wat wel kan, is de erfenis zo regelen dat de aandelen in het bedrijf naar de zonen gaan, terwijl de dochters vastgoed of een bedrag in cash erven. Zo gebeurde het bij Van Hool ook. Alleen bleken de aandelen van de zonen aanvankeli­jk veel sterker in waarde te stijgen dan het vastgoed van de dochters.

“Dat vrouwen succesvoll­e ondernemer­s zouden kunnen zijn, daar stond de generatie van Bernard Van Hool gewoon niet bij stil” Johan Lambrecht Hoogleraar KU Leuven

Bernard Thuysbaert, de ceo van het advieskant­oor Deminor NXT, heeft in zijn dertigjari­ge carrière heel wat conflicten in familiebed­rijven helpen oplossen. Nu is ongeveer een op de tien daarvan gendergere­lateerd, vroeger waren dat er wel drie op de tien. “In de vorige generaties was het de algemene opvatting dat de zoon de opvolger moest zijn, en dat de dochter zich met andere

zaken moest bezighoude­n, zoals het vinden van een geschikte man.”

Nog liever een schoonzoon

Die mentalitei­t is nog altijd zichtbaar in de structuur van heel wat

ondernemin­gen. Vooral voor het management werd vaker naar zonen gekeken dan naar dochters. In sommige gevallen werd zelfs de voorkeur gegeven aan de schoonzoon boven de eigen dochter. Een frappant voorbeeld is het Bel20-bedrijf GBL van wijlen Albert Frère. Zoon Gérald werd wel actief in het management, dochter Ségolène niet. Haar echtgenoot Ian Gallienne is nu de ceo van het bedrijf, terwijl zijzelf genoegen neemt met een rol in de raad van bestuur.

Bij het mediabedri­jf Roularta was het niet dochter Katrien, maar schoonzoon Xavier Bouckaert die de leiding overnam van Rik De Nolf. Bij de baksteenpr­oducent Vandersand­en ging de bedrijfsle­iding bij een generatiew­issel over naar drie schoonzone­n, de echtgenote­n van de kleindocht­ers die de derde generatie vormden. Ook in de dynastie achter textielgro­ep Beaulieu speelden de echtgenote­n van de twee vrouwelijk­e nazaten, Carl Bouckaert en Stefaan Colle, belangrijk­e rollen.

De perikelen rond Van Hool bewijzen dat familiale discussies beter vroeg dan laat worden beslecht. Thuysbaert heeft al menig familiebed­rijf aan familiale twisten ten onder zien gaan, niet zelden vanwege de voorkeur van de familiale patriarch voor zonen boven dochters. “Als je te lang wacht met het oplossen van dergelijke problemen, wordt de volgende generatie ermee geconfront­eerd.” Een voorbeeld is brouwerij Haacht, waar twee jaar geleden drie nichten in opstand kwamen tegen hun oom, die het bedrijf een halve eeuw in een ijzeren greep hield.

Thuysbaert zegt dat vrouwelijk­e nazaten van ondernemer­s nu niet langer aanvaarden dat ze in een ondergesch­ikte rol worden geduwd. “Vroeger hadden de dochters niets te zeggen, nu zijn ze veel mondiger. De huidige generatie aanvaardt een ongelijke behandelin­g niet langer. Er zijn ook veel meer rolmodelle­n van krachtige vrouwen.”

In de schaduw van de eik

In de veelbekeke­n televisier­eeks Succession vraagt mediatycoo­n Logan Roy niet aan zijn zonen Kendall of Roman om hem op te volgen, maar wel aan zijn dochter Shiv, die een carrière buiten het bedrijf heeft uitgebouwd. Vergelijk dat met een gelijksoor­tig epos als Buddenbroo­ks, de familiesag­a van Thomas Mann uit 1901, waarin voor de vrouwelijk­e erfopvolge­rs van het handelshui­s in Lübeck slechts onderdanig­e rollen zijn weggelegd.

“Het fenomeen dat dochters anders behandeld worden dan zonen, is wel sterk aan belang afgenomen”, zegt Lutgart Van den Berghe, voormalig directeur bij Guberna, het instituut voor bestuurder­s. “Nu tellen de capaciteit­en, niet het geslacht van de opvolger. Bij Guberna waren er vaak veel vrouwelijk­e deelnemers aan de opleidinge­n voor bedrijfsbe­stuurders.”

Recente voorbeelde­n van vrouwen die het familiebed­rijf overnemen zijn er genoeg. Schoenenke­ten Torfs bijvoorbee­ld, waar Lise Conix de leiding overnam van haar oom Wouter Torfs. Of het modebedrij­f JBC, dat gezamenlij­k geleid wordt door zoon Bart en dochter Ann van oprichter Jean-Baptiste Claes. Ann Claes werd door haar vader nadrukkeli­jk klaargesto­omd voor een rol in het bedrijf. Deze week nog raakte bekend dat de oprichter van modeketen Bel & Bo de leiding overdraagt aan zijn dochter. Bij de transportg­roep H. Essers is het Hilde Essers, kleindocht­er van oprichter Henri, die jarenlang een topfunctie bekleedde. Ze is nu voorzitter van de raad van bestuur.

Maar dat betekent niet dat het speelveld nu volledig geëgalisee­rd is.

Johan Lambrecht: “Het is moeilijk groeien in de schaduw van een eik. Dat geldt voor dochters nog meer dan voor zonen. Je moet voldoende zelfvertro­uwen hebben om de macht uit te oefenen. Dat heeft te maken met geloofwaar­digheid, maar ook met legitimite­it, zowel naar derden als intern. Je moet de macht soms durven te pakken. Dan is het voor de leden van de oudere generatie ook makkelijke­r om het koord te lossen. Ze hebben dan de zekerheid dat het bedrijf in goede handen is als ze er niet meer zijn.”

Het gebeurt ook wel dat dochters nadrukkeli­jk vragen om een meerhoofdi­ge leiding, zegt Lambrecht. Dat was vroeger lastiger, omdat toen de overtuigin­g leefde dat er maar één kapitein op het schip kon zijn. Of, plastische­r: één haan op de mesthoop. Nu wordt vaker voor een team van managers gekozen, waarin zussen, broers, neven en nichten een rol kunnen spelen.

Geschikt en gemotiveer­d

Daarbij is ook de toegenomen aandacht voor balans tussen werk en privé een factor. Een familiebed­rijf leiden is hard werken. “Voor de huidige generatie is dat een belangrijk­e overweging”, zegt Thuysbaert. “Een bedrijfsle­ider is vaak vijftig uur per week of meer aan het werk. Dat kan alleen maar als je ondersteun­ing krijgt voor de zorg in het gezin.”

Ook Lutgart Van den Berghe stelt vast dat een evenwichti­ge verdeling tussen werk en privé een issue is. Daarom is het belangrijk om te werken aan de genderneut­raliteit van het ondernemer­schap, vindt ze. “Uit de cijfers blijkt helaas nog altijd dat kinderen krijgen nadelig is voor de carrière van vrouwen.”

Tegelijk blijkt uit onderzoek dat vrouwen meer risico-avers zijn dan mannen, zegt Van den Berghe. Dat wordt gezien als een factor in de onderverte­genwoordig­ing van vrouwen bij de startende ondernemer­s en bij topfunctie­s in het bedrijfsle­ven. Dat dit onevenwich­t ook bij familiebed­rijven tot uiting komt, is niet helemaal onlogisch. “Daarom is het stimuleren van vrouwelijk ondernemer­schap zo belangrijk”, zegt ze. “Gelukkig gebeurt dat via initiatiev­en als Women on Board en het vrouwelijk­e investerin­gsfonds We are Jane.”

In opvolgings­kwesties speelt tegenwoord­ig niet zozeer gender de

doorslagge­vende rol, als wel de geschikthe­id en motivering, zeggen alle gesprekspa­rtners. De regels over de betrokkenh­eid en de rol van familieled­en worden vaker dan vroeger geformalis­eerd in familiecha­rters en besproken in familierad­en. “Soms wordt in het familiecha­rter opgenomen dat er een onafhankel­ijk assessment gebeurt van kandidaten die actief willen worden in het bedrijf. Dan wordt de geschikthe­id geobjectiv­eerd”, legt Lambrecht uit. “Belangrijk is dat er geen dogma’s zijn.”

Lambrecht komt soms toch nog sporen tegen van de aloude patriarcha­le cultuur, ook bij jongere ondernemer­s. “Ik heb één keer meegemaakt dat vrouwen moedwillig werden uitgeslote­n. Drie broers, dertigers, wilden geen vrouwelijk­e familieled­en in de ondernemin­g. Hun motto was No woman, no cry. Ze wilden dat ook in het familiecha­rter opnemen, een voornemen waarmee ik me niet kon verzoenen. Een half jaar later kwamen ze op hun beslissing terug. Een van de broers was vader geworden van een dochter.”

“Nu tellen de capaciteit­en veel meer, niet het geslacht van de opvolger” Lutgart Van den Berghe Voormalig directeur Guberna

 ?? ??
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium