De Standaard

De man die zijn volk naar kunst leerde kijken

Jan Hoet laafde zich aan kunst. Tien jaar na zijn dood maakt een stoet getuigen daar de balans van op in een knappe documentai­re.

- Geert Van der Speeten ©

Nerveus tierend in de telefoon: zo maken we kennis met Jan Hoet in de eerste minuten van de docufilm Thank God for the gift die Luc Vrydaghs over hem maakte. Tien jaar na zijn dood schetst de documentai­remaker een bont, ongeflatte­erd portret van onze beroemdste pleitbezor­ger van de hedendaags­e kunst, een curator en museumdire­cteur met een onverzadig­bare passie, die gulzig en genereus in het leven stond.

Thank God for the gift neemt het Lam Gods als rode draad, goed voor veel beeldrijme­n en knipogen. Hoet sleepte er alle kunstenaar­s die in Gent passeerden prompt naartoe. In het veelluik zag hij het hoogtepunt van de kunstgesch­iedenis, maar ook een ijkpunt. En misschien was hij wel een Lam Gods op zich, laat Anne-Mie Van Kerckhoven zich ontvallen. “Mystiek geïnspiree­rd, zichzelf zalig verklarend, bloedend vanuit de borst.”

Een stoet aan kunstenaar­s en (ex-)curatoren passeert in deze film, met anekdotes en rake typeringen. Ze noemen Hoet een duivel in een wijwaterva­t. Geen theoreticu­s, maar een doener. Een gedreven kunstkenne­r, die vanuit zijn instinct handelde en een leven lang nieuwsgier­ig bleef. Dag en nacht met kunst bezig zijn zag hij niet als een carrière, maar als een avontuur.

Allemaal mochten ze Hoet en bewonderde­n ze hem. Maar onvermijde­lijk waren er ook botsingen en vielen er soms harde woorden van zijn kant. Hoets definities bleven sibillijns. “Met kunst kun je juist niets doen in je leven”, horen we hem orakelen tegen een geamuseerd gezelschap. “Kunst is niets. Dat is absurd. Maar je moet ook een beetje absurditei­t toelaten in je leven.”

De film plunderde tal van beeldarchi­even en zoomt in op de pioniersja­ren, de aanloop naar het Smak. Hoe de jonge Hoet een Panamarenk­o aankocht en daarmee het jaarbudget opsoupeerd­e. Hoe hij groot werd door buiten de lijntjes te kleuren: met Chambres d’amis haalde hij in 1986 hedendaags­e kunst uit het museum én uit het verdomhoek­je. Met Over the edges (2000) toverde hij Gent om tot een openluchtm­useum. En daartussen was er Documenta IX, zijn intrede op het wereldtone­el. Een chaotische tentoonste­lling en een staalkaart van mannelijkh­eid, vonden de critici. Maar Hoet glom van trots bij de volkstoelo­op.

Documenta IX was een staalkaart van mannelijkh­eid, vonden critici. Maar Hoet glom van trots bij de volkstoelo­op

Zijn charisma was zijn troef, ook naar vrouwen toe. Wim Delvoye omschrijft hem als een charmeur, die vandaag gegarandee­rd zou botsen met MeToo. Uiteindeli­jk ging Hoet de kunstwerel­d ook zien als een machtsbast­ion, waarin zijn oordeel doorslagge­vend was. En hoe hij als mediafiguu­r en BV de drempel verlaagde voor de kunstbelev­ing, maar daarbij ook te ver ging: de film haalt er voorbeelde­n van aan.

Wat blijft, is respect voor zijn erfenis. En voor zijn diepe overtuigin­g, zoals Smak-directeur Philippe Van Cauteren het formuleert, “dat het museum de schoonste plek van de wereld is”.

Thank God for the gift Van Luc Vrydaghs (80 min.) In de bioscoop ★★★★☆

 ?? Pn ?? De docu toont een bont, ongeflatte­erd portret van Jan Hoet.
Pn De docu toont een bont, ongeflatte­erd portret van Jan Hoet.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium