De Standaard

Teheran is recht in de val van Netanyahu gelopen

De oorlog in het Midden-Oosten is uit de schaduw getreden en dat is een bedreiging voor ons allemaal, schrijft Simon Tisdall. We moeten internatio­naal handelen om een escalatie te voorkomen.

- Simon Tisdall Commentato­r buitenland van The Guardian

De regen van drones en raketten boven Israël zondagocht­end heeft de Israëlisch­e premier Benjamin Netanyahu gegeven waar hij al zo lang op zat te azen: een mandaat voor een openlijke aanval op Iran, een land dat hij beschouwt als de aartsvijan­d. De prangende vraag is welke vorm de beloofde “significan­te reactie” van Israël zal aannemen, en of Iran op zijn beurt nog eens zal terugslaan.

Het is de taak van de VS, Groot-Brittannië en andere bondgenote­n om Netanyahu in duidelijke bewoording­en mee te delen dat hun militaire, diplomatie­ke en politieke steun zal afhangen van de legitimite­it en proportion­aliteit van de Israëlisch­e reactie. In het beste geval slaat Israël helemaal niet terug. Iran is er niet in geslaagd ernstige schade aan te richten. Volgens Israël is 99 procent van de raketten en drones vernietigd. Gelukkig zijn er nauwelijks slachtoffe­rs gevallen. Teheran zegt nu – en dat geeft hoop – dat deze episode is “afgesloten”, maar het zweert terug te vechten als het wordt aangevalle­n.

Netanyahu zou de aanvallen kunnen aangrijpen om de wereld te overtuigen van zijn visie als havik: dat Iran een schurkenst­aat is die het internatio­naal recht aan zijn laars lapt en Israel, net als Arabische en westerse staten, in gevaar brengt. Het zou de verstandig­ste koers zijn. In plaats van blindeling­s uit te halen – bijvoorbee­ld naar Irans nucleaire faciliteit­en – zou hij moeten betogen dat de islamitisc­he republiek en haar opperste leider, Ayatollah Ali Khamenei, hun ware aard hebben getoond, en internatio­nale strafmaatr­egelen verdienen.

Gezien het verleden is het weinig realistisc­h om te verwachten dat Netanyahu de andere wang zal aanbieden. De actie van Teheran biedt hem een unieke kans om de aandacht af te leiden van zijn afgrijseli­jke strooptoch­t in Gaza en zijn falen om Hamas te verslaan. Hij kan nu zeggen dat de campagne tegen Hamas is uitgemond in een existentië­le oorlog tegen de poppenmees­ters in Teheran en dat mensen van goede wil, in binnen- en buitenland, zich achter zijn leiderscha­p moeten scharen om een cruciale overwinnin­g te garanderen.

We mogen niet vergeten dat Netanyahu en zijn oorlogskab­inet deze confrontat­ie opzettelij­k en roekeloos lijken te hebben uitgelokt. Al decennia voert de Israëlisch­e premier een slepende schaduwoor­log tegen Iran. De heimelijke moorden op nucleaire wetenschap­pers en leiders van regionale proxy-milities zijn bijna routine geworden. Maar sinds de gruweldade­n van 7 oktober is de lijst met doelwitten uitgebreid.

In december bijvoorbee­ld werd Sayyed Razi Mousavi, een hooggeplaa­tste Iraanse generaal, gedood in Damascus. De reactie van Iran bleef, net als in het verleden, relatief beperkt. Maar de bomaanslag op 1 april op een bijgebouw van de Iraanse ambassade in de Syrische hoofdstad, waarbij verschille­nde hoge commandant­en om het leven kwamen, deed de dynamiek radicaal omslaan. Iran beschuldig­de Israël van een directe aanval op zijn soevereine grondgebie­d. Israël, zei Khamenei, had een rode lijn overschred­en.

Het is moeilijk om het daar niet mee eens te zijn. De oorlog was uit de schaduw getreden, en dat was Netanyahu’s werk. Hij moet geweten hebben hoe woedend Teheran zou zijn. Het is veelzeggen­d dat hij zijn Amerikaans­e bondgenoot niet van tevoren had ingelicht, waarschijn­lijk omdat de regering-Biden haar veto zou hebben uitgesprok­en tegen de operatie. De aanval op de ambassade lijkt een escalatie met voorbedach­ten rade, bedoeld om Netanyahu’s binnenland­se positie te versterken, Amerikaans­e kritiek te smoren en de internatio­nale druk op wapenlever­ingen aan Israël weg te nemen.

Proxy-troepen als Hezbollah

En het heeft gewerkt. In één nacht is de kritiek op het debacle in Gaza verstomd. Oproepen om aan te dringen op een staakt-het-vuren en de steun aan de Israëlisch­e coalitie te beperken, dreigen te worden overstemd.

De aanval op Damascus heeft Iran uit zijn tent gelokt. De leiders in Teheran konden zich niet langer verschuile­n achter proxy-troepen zoals Hezbollah in Libanon en de Houthi’s in Jemen. Netanyahu had hen uitgedaagd tot een duel. En ze dachten duidelijk geen andere keuze te hebben dan met gelijke munt terug te betalen.

Ze dwalen. Net als Netanyahu hadden Khamenei en Ebrahim Raisi, de hardline-president van Iran, opties. Het zou veel slimmer zijn geweest als Iran zijn grieven had voorgelegd aan de VN en het Internatio­nale Gerechtsho­f in Den Haag, en de ambassadek­westie aan de kaak had gesteld via partners in de G20 en de Brics-groep. Iran had kunnen dreigen met vergelding om zich vervolgens in te houden. Op die manier had het sympathie kunnen opwekken in het Globale Zuiden en bij antiwester­se bondgenote­n als China en Rusland.

In plaats daarvan liep Khamenei – een dwaze reactionai­r zonder benul van de buitenwere­ld – recht in de val die Netanyahu had gezet. Iran heeft zichzelf, in de ogen van het merendeel van de internatio­nale gemeenscha­p, vogelvrij verklaard. En nu moet de Iraanse bevolking wachten op de reactie van Israël. Afhankelij­k van hoe verkeerd dat uitdraait, kan het impopulair­e islamitisc­he regime te maken krijgen met toenemende instabilit­eit, zelfs met een volksopsta­nd.

Deze ongeziene confrontat­ie tussen Israël en Iran, al jaren in de maak, heeft president Biden in een haast onmogelijk­e positie gebracht. Toen Biden in 2021 aan de macht kwam, hoopte hij de Amerikaans-Europese kerndeal met Iran uit 2015, die Donald Trump domweg had geschrapt, nieuw leven in te blazen. Dat beleid ligt aan diggelen. Biden staat aan de

De actie van Teheran biedt Netanyahu een unieke kans om de aandacht af te leiden van zijn afgrijseli­jke strooptoch­t in Gaza

rand van een escalerend gewapend conflict met Iran, aan de zijde van een Israëlisch­e regering wier acties in Gaza hij laat, maar fel heeft afgekeurd. Het kan hem duur te staan komen bij de Amerikaans­e verkiezing­en.

Trump kan zijn geluk niet op

Israël in de steek laten, kan Biden niet. Ook al voelt hij zich bespeeld door Netanyahu. Tegelijk kan hij de Amerikaans­e kiezers, die geen geduld meer hebben met kostelijke avonturen in het buitenland, niet vragen om nog maar eens een oorlog in het Midden-Oosten te steunen. Trump, Netanyahu’s maatje, kan zijn geluk niet op.

Dit alles – de cynische machinatie­s van Netanyahu, de misrekenin­g van Teheran, Bidens dilemma – wijst maar in één richting: we moeten internatio­naal handelen, urgent en in overleg, om de gevechten te stoppen en een escalatie in het hele MiddenOost­en te voorkomen die Syrië, Libanon, de Golfregio en het Rode Zeegebied zou meesleuren. Geen enkel land heeft het bij het rechte eind in dit conflict. Ze hebben allemaal ongelijk. Allemaal moeten ze van zichzelf gered worden. Het alternatie­f is meer bloedvergi­eten, meer zinloze miserie.

Vandaag komt de VN-Veiligheid­sraad in spoedzitti­ng bijeen. In plaats van het gebruikeli­jke bekvechten zullen de permanente leden, zeker China en Rusland, constructi­ef moeten samenwerke­n om een crisis te bezweren die ons allemaal bedreigt. Samen hebben ze de macht en de invloed om dat te doen. Gebruiken ze die niet, dan zijn de gevolgen niet te overzien.

 ?? ?? Vreugdeste­mming in het Iraanse
Vreugdeste­mming in het Iraanse
 ?? ??
 ?? © belga ?? parlement na de lancering van drones tegen Israël.
© belga parlement na de lancering van drones tegen Israël.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium