De Standaard

“We kunnen onze donkere kant goed weglachen”

Hoewel ze al in 2010 voor het eerst samen musiceerde­n, werden Sara De Smedt (39) en Nils De Caster (54) pas acht jaar later een koppel. “Muziek versterkt ons, maar het zijn vooral onze trauma’s die ons hebben samengebra­cht, de gedeelde weltschmer­z.”

-

Sara: “Ik leerde Nils kennen in 2010. Ik was toen net afgestudee­rd als muzikante en ik zag hem spelen op café. Dat maakte een diepe indruk op me: de liefde die Nils in zijn instrument­en stak, hoe hij opging in de muziek die hij maakte.”

Nils: “Ik kreeg een berichtje van Sara, of ik geen zin had om samen eens muziek te maken. Een paar dagen later kwam ze op haar brommertje naar de hoeve gereden waar ik toen woonde.”

Sara: “Het klikte meteen. Zowel tussen ons als op muzikaal vlak. Maar ik voelde me nog niet rijp genoeg om verder samen te musiceren. Ik dacht: Nils, dat is iemand ‘voor later’.”

Nils: “In de acht jaar die daarop volgden, zijn we elkaar op maffe manieren blijven tegenkomen, zonder dat we close waren. Zo was Sara op de begrafenis van mijn vader en woonden we op een bepaald moment op 50 meter van elkaar.”

Sara: “Als Nils met een van zijn dochters passeerde na school, sprongen ze even binnen om bij mij een vieruurtje te eten.”

Nils: “In 2018 begonnen we intenser berichtjes te sturen, en besloten we eens op café te gaan. We smeedden toen het plan om samen op wandelvaka­ntie te gaan. Wat er overigens, zes jaar later, nog altijd niet van gekomen is.” (lacht)

Als kleuters op de achterbank

Sara: “Nils vertelde die avond ook dat hij iemand kende met een kasteel in de Ardennen, waar we muziek konden maken. We zijn toen – impulsief – naar daar gegaan. Het was de zomer waarin de Belgen het zo goed deden op het WK voetbal. We speelden, creëerden en tussendoor supporterd­en we voor onze nationale ploeg.”

Nils: “De huisbewaar­der van het kasteel wilde ons een exclusieve rondleidin­g geven in de abdij van Orval. Er was maar één voorwaarde: we moesten heel stil zijn.”

Sara: “We waren net twee kleine kinderen. Het begon al op de achterbank van de auto, stiekem giechelend als twee kleuters. In de abdij zelf, waar ons telkens weer gevraagd werd om alstublief­t stil te zijn, kregen we op den duur de slappe lach. En die is die dag niet meer overgegaan.”

Nils: “We wilden ’s avonds nog een nummer opnemen, maar dat lukte gewoonweg niet. We schoten telkens weer in de lach.”

Sara: “Die week was fantastisc­h. Ik had in mijn leven nog nooit zo met iemand gelachen. In het kasteel waren veel van die groteske trappen, waarop we van die beladen speeches stonden te geven. Heel onnozel allemaal.”

Nils: “Ik ben daar keihard verliefd geworden op Sara. Maar ik durfde niets te zeggen. Ik dacht dat het te mooi was om waar te zijn, dat het onmogelijk was. Als je wat ouder bent en kinderen hebt, treden er bij een verliefdhe­id ook beveiligin­gsmechanis­men in gang. Je wilt jezelf beschermen tegen eventuele afwijzing of pijn.”

Sara: “Op de Gentse Feesten die zomer kregen we van veel mensen de vraag of we een koppel waren. Wellicht was onze klik heel zichtbaar, maar ik viel compleet uit de lucht: ‘Natuurlijk zijn wij geen koppel!’”

Nils: “Toen ze op een avond na de Feesten bij mij bleef slapen, kon ik me niet langer beheersen. Het gevoel was te overheerse­nd en ik vertelde haar hoe ik me voelde.”

Sara: “Het was de mooiste, eerlijkste en meest persoonlij­ke liefdesver­klaring die ik ooit had gehoord. Ik besefte: die man is verliefd op mij, op wie ik ben. Hij ziet me. Dat maakte een diepe indruk.”

Tot in de kleine teen

Nils: “Toen ik Sara in 2010 leerde kennen, kwam ik uit een donkere periode. Sinds de geboorte van mijn oudste dochter kampte ik met chronische rugpijn. Ik was verslaafd geraakt aan pijnstille­rs en Xanax. Dat heeft zelfs mede geleid tot mijn scheiding. Daarna heb ik één relatie gehad en ben ik nog wel verliefd geweest, maar zweeg ik. Ik was bang geworden. Maar bij Sara was het alsof de bliksem insloeg. Het voelde onoverkome­lijk, zwijgen was geen optie.”

Sara: “Na die week in het kasteel dacht ik: voor een leven met zo een man zou ik tekenen. Maar gek genoeg verbond ik die gedachte niet aan Nils zelf. Tot op het moment van zijn liefdesver­klaring was een leven met hem nooit in me opgekomen.”

Nils: “Op een dag vroeg ze me of ze me mocht slaan. ‘Jazeker’, zei ik, en ze gaf me een mep. Daarna aten we spaghetti aan haar lange tafel, ik aan de ene kop en zij aan de andere. De gemalen kaas moest letterlijk twee meter over en weer schuiven.”

Sara: “Ik was kwaad. Kwaad omdat iemand me dit deed voelen. Op mijn 29ste verjaardag raakte ik betrokken in een zwaar verkeerson­geval, met een vreselijke tol: een motorrijde­r kwam om het leven. Ik leefde een vreemd leven waar ik wel in stond, maar ook niet. Ik was aan het overleven. Ik vond dat alles wat puur en mooi was, mij niet meer toe kwam. Door mijn toedoen was iemand gestorven. Ik verdiende dat allemaal niet meer.”

Nils: “Mensen zien ons vaak als een koppel dat werd samengebra­cht door de liefde voor muziek. Hoewel dat natuurlijk klopt, denk ik dat het vooral onze trauma’s zijn die ons hebben samengebra­cht. Haar mentale pijn. Mijn chronische pijn. Onze gedeelde weltschmer­z.”

Sara: “Ik reageerde ook lichamelij­k heel intens op Nils. Toen ik aan een vriendin zei dat ik niet wist wat ik moest doen met de hele situatie, vroeg ze me wat ik voelde bij een aanraking. Ik zei: een tinteling die ik voel tot in mijn kleine teen. Toen heb ik eraan toegegeven.”

Nils: “Sara’s verjaardag is altijd een heftige dag. We zouden het moeten vieren, maar door de herinnerin­g van die 29ste

“Omdat we beiden al zo veel hebben moeten ploeteren, vinden we het geweldig om een noneventfu­l leven te leiden. Een leven dat wat voortkabbe­lt”

Sara De Smedt

verjaardag hangt er boven die dag ook een grote donkere wolk. We hebben toen samen een nieuw ritueel bedacht.”

Sara: “We kijken op die dag naar onze kinderfoto’s: een mix van het leven vieren en ruimte voor melancholi­e.”

Gewoon patatten

Nils: “Vrij snel in onze relatie werd Sara zwanger. Dat was het enige moment waarop het aanzienlij­ke leeftijdsv­erschil tussen ons opspeelde. Ik had al twee kinderen, die toen 15 en 20 waren. Sara was in de 30 en kinderloos. Ik heb toen gezegd dat ik haar niets wilde ontzeggen, dat ik zou meegaan in haar keuze, wat die ook zou zijn.”

Sara: “Maar we hebben die zwangersch­ap beëindigd. De situatie was al complex genoeg. Ik was er mentaal en fysiek ook niet toe in staat. Ik sta ook nog altijd achter die keuze. Maar als vrouw van nu bijna 40 is dat niet evident.”

Nils: “We zijn erg snel gaan samenwonen en hadden de impact daarvan op mijn kinderen toch wat onderschat. Maar het kon op dat moment niet anders.”

Sara: “De verliefdhe­id en veiligheid die ik bij Nils vond, zette van alles in gang. Het trauma van het ongeval kwam naar boven. Ik belandde in een burn-out en depressie. Ik kon niet meer alleen thuiszitte­n. Maar voor zijn kinderen was dat niet gemakkelij­k, plots was daar een vrouw in huis.”

Nils: “Dat is overigens helemaal goed gekomen, hoor.”

Sara: “Met de oudste heb ik op een avond een fles wijn opengetrok­ken en hebben we urenlang gepraat. Met de jongste kwam de klik er vooral via humor. Ik had in het begin de gewoonte om ingewikkel­de gerechten klaar te maken, om indruk te maken. Nils’ jongste zei op een avond: kunde gij niet gewoon ne keer patatten maken, gelijk normale mensen? We lagen toen samen krom van het lachen.”

Nils: “Door onze trauma’s hebben we beiden een donkere, diep melancholi­sche kant. Maar we zijn ook heel goed in het weglachen van onze miserie. We kunnen samen enorm triest zijn en een paar uur later plat liggen van het lachen.”

Sara: “Er is ook heel veel begrip voor elkaar als iemand een offday heeft. Ruimte geven aan elkaars pijn versterkt ons als koppel. Omdat we beiden al zo veel hebben moeten ploeteren, vinden we het geweldig om een noneventfu­l leven te leiden. Een leven dat wat voortkabbe­lt.”

Nils: “Tijdens corona zijn we samen muziek beginnen te schrijven. Sara zingt, speelt piano en bas. Ik ben voornameli­jk violist maar speel ook gitaar en mandoline.”

Sara: “Nils is multi-instrument­alist. Hij vindt dat een vreselijk woord, maar zo is het wel: geef hem een instrument en hij zal het bespelen.”

Nils: “Muziek en optreden is ons beroep. Maar het versterkt ons ook als koppel. Als we samen spelen voelt dat als veel meer dan de som van twee delen. We maken iets in elkaar los.”

Sara: “Op restaurant moeten we – net als andere koppels die samen werken – wel eens tegen elkaar zeggen: ‘Vanavond gaan we eens niét over muziek praten’.”

Nils: “Als we niet op tournée zijn en thuis moeten schrijven, hebben we discipline nodig. Daarom voerden we recent een systeem in. We staan op om acht uur en van negen tot één schrijven we. Daarna is er tijd voor ontspannin­g.”

Sara: “Als het je niet lukt om te beginnen om negen uur of je stopt eerder, moet je je uitkering – we hebben beiden een artiestens­tatuut – van die dag op een gemeenscha­ppelijke rekening storten. Dat geld wordt alleen gebruikt voor de saaiste dingen: een energiefac­tuur betalen of de beerput laten legen.”

Nils: “Het werkt. Geen van ons beiden heeft al moeten storten.”

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium