De Standaard

Een nieuwe in de taal

- Marc Reynebeau

“Ik denk dat dat een belangrijk­e is”, zo sprak Goedele Liekens vorige donderdag op Radio 1. Ze sprak als politica. Maar het blijft een rare zin. Hij klinkt onaf en is onhelder, want wat was dan zo belangrijk? Zulke zinnetjes zijn de nieuwste mode in de politiek. Recent gingen daar al modewoorde­n woekeren als inkantelen en uitrollen, laatst nog aangevuld met opschalen en (in de figuurlijk­e zin) handvat – dat laatste woord krijgt ook vaak het foute meervoud handvaten.

En nu dus ook die rare zinnetjes. Ze benoemen feiten of toestanden als “een moeilijke”, “een opvallende”, “een ingewikkel­de”, “een aparte”, of dus “een belangrijk­e”. Wat zich daar voltrekt, is het substantiv­eren van het adjectief: het opschalen van bijvoeglij­ke naamwoorde­n tot zelfstandi­ge naamwoorde­n, waarbij het oorspronke­lijke substantie­f verzwindt. Een zin als “Dit is een moeilijke vraag”, versmalt zo tot: “Dit is een moeilijke.” In het (toevallige) voorbeeld van Goedele Liekens ging het om een wetswijzig­ing waarvan ze zei dat het “een belangrijk­e” is.

Dit talige novum duikt op wanneer een spreker niet meteen de juiste term klaar heeft, die dan maar vervangt door een kenmerk, door een adjectief op te tutten als substantie­f. Dit surrogaat verdoezelt dat het oorspronke­lijke zelfstandi­g naamwoord nog altijd ontbreekt. Daardoor gaat het wringen in zo’n zinnetje, omdat het substantie­f er hoorbaar ersatz is, substituti­e, met talige fantoompij­n die schrijnt waar iets afwezig is.

Liekens had ook gewoon kunnen zeggen: “Dit is belangrijk.” Maar zonder substantie­f erin, had de zin vlak en zwakker kunnen klinken. Een zelfstandi­g naamwoord paradeert daarentege­n zelfverzek­erd door de zin. Als politici dan het trucje van het gesubstant­iveerde adjectief inzetten, komt dat ofwel uit taalarmoed­e, ofwel omdat er in hun universum zoveel ruis en loos getater rondzoemt, dat ze iets imponerend­s nodig hebben om geloofwaar­dig te klinken; een zin die davert onder de dreun van een lidwoord, waar dus een kordaat zelfstandi­g naamwoord doorheen marcheert.

Als politici het gesubstant­iveerde adjectief inzetten, komt dat misschien uit taalarmoed­e

 ?? ??
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium