“Als Palestijn word je op elk moment bekeken en gecontroleerd”
Tot haar 32ste werd de vrijheid van de Palestijnse theatermaakster Remah Jabr aan banden gelegd door checkpoints, camera’s, muren en een avondklok. In haar nieuwe voorstelling vertelt ze hoe dat voelt. “Er is altijd dat schuldgevoel, omdat ik ben weggeraakt.”
Ook al woont de Palestijnse toneelschrijfster Remah Jabr (44) al acht jaar in Toronto, ze blijft dol op België. In 2012 werkte Jabr als boekhoudster in Nablus en schreef ze in haar vrije tijd gedichten, toen ze een rol kreeg in Keffiye/Made in China bij de KVS. Ze bleef in Brussel plakken, haalde op haar 34ste haar diploma regie aan het Ritcs en maakte onder de vleugels van Moussem en hetpaleis tal van mooie voorstellingen, tot ze voor de liefde naar Canada verhuisde.
Jabrs verhalen zijn, ondanks of net door hun absurde humor, altijd weer een stomp in je maag. Als kind maakte ze op de bezette Westelijke Jordaanoever twee intifada’s mee en op die verhalen kan ze naar eigen zeggen “een leven” teren. In Two ladybugs ontmoeten drie comateuze mensen elkaar in een wereld na de dood – een Israëlische soldaat en de twee slachtoffers die hij doodschoot. The prisoner gaat dan weer over een man die na zijn vrijlating uit de gevangenis verloren blijft lopen tussen de tralies in zijn hoofd.
In Jabrs nieuwe voorstelling This is not what I want to tell you, die vrijdag in première gaat in De Singel, volgen we een 15-jarig meisje dat slaapwandelt en op een ochtend nietsvermoedend wakker wordt naast het hek van een nederzetting. Haar arm bloedt, naast haar ligt een mes op de grond. De politie beschuldigt haar van een aanslag. Maar heeft ze die wel gepleegd?
Jabr schreef het verhaal tegen de achtergrond van een golf mesaanvallen die Palestijnse tieners pleegden in 2015 en 2016. De meesten werden doodgeschoten of gevangengezet nog voor ze iemand konden pijn doen. “Ik was geïntrigeerd door hun moedige wanhoop,” vertelt Jabr. “Die jongeren wisten dat ze geen partij waren voor de Israëlische soldaten met hun machinegeweren, soms hadden ze zelfs niet meer dan een veiligheidsschaar bij zich. Handelden ze vanuit een enorme woede, waren ze gewoon naïef of wilden ze dood? Niemand weet het.”
Bijzonder aan Jabrs nieuwe voorstelling is dat het meisje niet gespeeld wordt door een actrice, we horen alleen haar stem. “Dat vond ik het meest waarachtig. Veel Palestijnse jongeren verdwijnen na hun arrestatie wekenlang in de gevangenis, zonder dat hun advocaat of familie weet waar ze zijn. En eenmaal ze weer vrijkomen, kunnen ze soms niet meer praten door het trauma.”
Uitzichtloze tunnels
Jabrs werk “claustrofobisch” noemen is een understatement. Toen beeldend kunstenaar Jozef Wouters voor zijn project Infini 1-15 aan Jabr vroeg welke decors ze vandaag meer in het theater zou willen zien, was haar antwoord: tunnels. Uitzichtloze tunnels waarin je kunt blijven lopen zonder ooit licht te zien.
“Als Palestijn leef je in een soort panopticon”, zegt Jabr. “Je wordt constant bekeken en gecontroleerd, zij het door Israëlische soldaten in checkpoints of vanaf torens, door bewakingscamera’s of kolonisten die je vanuit hun nederzettingen in de heuvels in de gaten houden. Daardoor ben je je op elk moment bewust van hoe je je gedraagt. De blik die mag kijken, is de blik die domineert, zei Foucault ooit treffend.”
Dat onderhuidse geweld is sinds de oorlog in Gaza fel toegenomen op de Westelijke Jordaanoever, waar Jabrs familie woont. Normaal zou ze hen dit voorjaar gaan bezoeken, samen met haar zeven maanden oude zoontje. Maar de situatie is te riskant. “Het Israëlische leger zet steeds meer undercoveragenten in. Op de markt weet je nooit of je de persoon naast je kan vertrouwen. Dat voedt de paranoia.”
Hoe ze naar de toekomst kijkt? Jabr zucht diep. “De situatie in Gaza is deprimerend, als Palestijn heb je het gevoel dat er geen uitweg is. Maar de internationale solidariteit geeft me hoop, ook al hebben de Gazanen daarvoor een zeer hoge prijs betaald.”
In de tussentijd blijft Jabr voorstellingen maken, hoeveel ethische twijfels dat ook bij haar oproept. “Er is altijd dat schuldgevoel omdat ik ben weggeraakt. Mijn baby is veilig, terwijl in Gaza duizenden kinderen worden vermoord. Soms schaam ik me, omdat ik de luxe heb om kunst te maken. Maar aan mijn machteloosheid hebben ze niets, dus vertel ik verhalen.”
This is not what I want to tell you speelt op 26 en 27 april in De Singel.
“Soms schaam ik me, omdat ik de luxe heb om kunst te maken”