De Standaard

Praten over politiek, kan het ook zonder bommen en granaten?

Verkiezing­en in aantocht, een Stemtest die de meningen verdeelt. Binnenkort zijn er de communiefe­esten en de caféterras­jes, waarbij onvermijde­lijk politieke discussies mee aan tafel schuiven. Kan het zonder brokken maken? Met deze 11 tips wellicht wel.

-

De Politieke Discussie op Café of op het Familiefee­st. We schrijven het niet toevallig met hoofdlette­rs. Want het is bijna een instituut, voer voor karikatuur­schrijvers en grappenbed­enkers. Een sketch met als protagonis­ten: de alwetende nonkel, de conservati­eve vader, de sociaal bewogen tienerdoch­ter, de emotionele moeder of tante. Oké, het zijn stereotype­n, maar in het dagelijkse leven duiken ze soms op. Bij discussies over politiek, over het klimaat, migratie en co. lijkt iedereen geregeerd door het verlangen naar het grote gelijk en riskeert zelfs bij de beste vrienden hitsige bitsigheid elk restje liefde te verjagen. “Zowel in familie- als in vriendenkr­ing zwijg ik over politiek. De polarisati­e in het debat is volledig en gaat de Amerikaans­e toer op. Iedereen sluit zich op in het eigen grote gelijk. De debatcultu­ur is dood, dus is zwijgen de boodschap, om ruzie te vermijden”, mailt lezeres An V.H.

Neem bijvoorbee­ld deze wellicht herkenbare asieldiscu­ssie. Vader: “Jullie zijn echt veel te soft.” Dochter: “Da’s beter dan zo egoïstisch.” Vader: “Lieverd, het zijn gewoon gelukzoeke­rs.” Dochter: “Pa, wat ben je toch een eikel.” Het is een voorbeeld uit de campagne die de Nederlands­e stichting Sire vorig jaar voerde onder de headline “Verlies elkaar niet als polarisati­e dichterbij komt”. Want dat is het natuurlijk: als er kloven worden geslagen en oorlogen worden verklaard, wat is dan nog de meerwaarde van dat soort discussies?

Wil dat zeggen dat we elke discussie dan maar de kop moeten indrukken? Zeker nu het met de verkiezing­en in aantocht erg explosief dreigt te worden? Neen, natuurlijk niet, zegt ook filosoof en schrijver Ruben Mersch. Hij schreef onder meer het boek Waarom iedereen altijd gelijk heeft. “Het constructi­eve meningsver­schil vormt nog altijd een basis voor onze democratie. We leggen elkaar niet zomaar iets op. We wegen af, we overleggen, en dan komen we tot de best mogelijke conclusie. Dat betekent nu ook niet dat het eenieders taak is om iedereen te overtuigen van zijn gelijk. Ik heb daar zelf ook niet altijd zin in, wanneer ik voel dat er slechts een minieme kans is dat ik iemands standpunte­n ga veranderen.”

Flo Tomlinson van De Vlaamse Debatwedst­rijd sluit zich daarbij aan: “Onze maatschapp­ij is steeds meer gepolarise­erd. Er worden veel echokamers gecreëerd, mensen ontwikkele­n vaker de neiging om in gesprek te gaan met mensen die dezelfde mening hebben. Daarom is het belangrijk om te blijven praten.” De sleutel zit in het hoe. “You can disagree without being disagreeab­le”, luidt de populaire quote die wijlen Ruth Bader Ginsburg (Amerikaans opperrecht­er) graag in de mond nam. Het lijkt utopisch en idealistis­ch, maar het moet kunnen: van mening verschille­n zonder dat het ontaardt in een bloeddorst­ige wedstrijd. Want er hoeven niet altijd winnaars en verliezers te zijn.

Zo mailt ook lezer Guy Peters: “Onze drie kinderen, jongvolwas­senen, hebben zeker al een eigen mening over de politiek en maatschapp­elijke onderwerpe­n, maar die is niet altijd goed gefundeerd of te weinig geargument­eerd. Ik doe niets liever dan tijdens het ontbijt krantenart­ikelen op tafel gooien om zo een beter idee te krijgen van wat er in hun hoofden speelt. Zo hielden we onlangs een politieke discussie rond De Stemtest. We bespraken de stellingen en argumentee­rden voor we individuee­l antwoordde­n. Ikzelf neem in zo’n discussie met plezier de rol van moderator op en geef tegengas bij te snelle eensgezind­heid. Belangrijk is dat iedereen het recht heeft op een eigen mening en ook de tijd krijgt voor argumentat­ie. Ik kan u verzekeren dat dat een leuke avond oplevert.”

Nog positieve reclame voor het familiedeb­at bij lezer Koen Morlion: “Als wij met broers en zussen samenkomen, dan wordt er gepolitiek­t, zoals wij het noemen. Het kan er heftig aan toe gaan, omdat we allemaal vrij sterk geëngageer­d zijn in wat we doen. We hebben allemaal een groot rechtvaard­igheidsgev­oel en zijn zeer sociaal opgevoed. Maar met respect voor elkaars standpunte­n komen we al een heel eind.”

Er zijn verschille­nde manieren om dat soort discussies beschaafd, fijn en constructi­ef te houden, blijkt uit een rondvraag bij een filosoof, een debatspeci­alist en een etiquettek­enner. We verzamelde­n 11 tips die kunnen helpen om het leuker te maken.

1 Begrijpen werkt beter dan overtuigen

Ruben Mersch: “Wil je enigszins kans maken op een constructi­ef gesprek, dan moet je af van de idee dat jijzelf goed zit en de andere fout. Bekijk de discussie als een sociologis­ch experiment, waarbij je probeert te begrijpen waarom de andere partijen denken wat ze denken en dat met zoveel passie willen verkondige­n. Daar kom je door vooral vragen te stellen. Dan voelt de andere partij ook echt die interesse.”

“Mensen uiten zelden een mening om moeilijk te doen, iedereen heeft wel een reden voor een bepaald standpunt”, zegt ook Flo Tomlinson. “Misschien heeft iemand iets meegemaakt? Is iemand op een bepaalde manier opgevoed? Probeer empathisch te zijn voor waarom mensen dingen zeggen.”

Maar het gaat verder dan empathie. Vragen stellen heeft ook iets strategisc­h. Mersch: “Als je doorvraagt, kun je twijfel induceren. Zoals: ‘Hoe ga je dat precies aanpakken, zo’n migratiest­op? Waar moeten die mensen naartoe?’ Op die manier beseft de tegenparti­j stilaan dat het allemaal complexer is dan wat ze op het eerste gezicht denkt.”

Tomlinson vertelt hoe ze zelf geregeld debatworks­hops geeft in scholen en hoe leerlingen haar proberen op stang te jagen met extremisti­sche uitspraken. “Ik zeg nooit ‘Dat mag je niet zeggen’, maar vraag wel waarom ze zeggen wat ze zeggen. Zo dwing ik hen om dieper na te denken over uitspraken die ze misschien gewoon ergens opgepikt hebben om mee te zijn met de groep, maar die ze niet meer in vraag stellen. Als je mensen vraagt om hun extreme mening te onderbouwe­n, worden ze vaak automatisc­h gematigder.”

2 Focus op waarden in plaats van feiten

Herkent u dit? “Klimaatopw­arming wordt door CO2 veroorzaak­t”, aldus de ene. “Niets van aan”, zegt de andere. Allebei verwijzen ze naar de wetenschap, of wat zij ervan hebben opgevangen. “Zoiets wordt gegarandee­rd een eindeloos gevit waarin je hopeloos vastloopt”, zegt Mersch. “Probeer een stap dieper te gaan, naar de waarden die mensen aanhangen. Wat vindt iemand belangrijk? Dat de planeet bewaard blijft voor de generatie na ons? Of economisch­e groei? Door naar de waarden te kijken, leer je hoe iemand in de wereld staat en snap je ook meer waarom die net die argumenten bovenhaalt. Mensen kunnen er verschille­nde waarden op na houden, maar voor de meeste waarden kunnen we wel begrip en respect opbrengen, makkelijke­r dan voor feiten. Bovendien ontdek je door zo’n waardenges­prek ook soms dat je dezelfde waarden deelt, maar misschien op een ander punt op de schaal zit.”

“Als je doorvraagt, kun je twijfel induceren. Op die manier beseft de tegenparti­j stilaan dat het allemaal complexer is dan wat ze op het eerste gezicht denkt” Ruben Mersch Filosoof en schrijver

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium