Haal ook niet-raciale haatspraak weg van assisen
HAATMISDRIJVEN Veel vormen van haatspraak worden niet systematisch vervolgd omdat de gerechtelijke procedure te omslachtig is.
Vrijheid van meningsuiting is een van de pijlers van onze democratische samenleving. Er zijn ook grenzen aan die vrijheid: ze geldt niet voor het verspreiden van haatboodschappen. Artikel 150 van onze grondwet is in het leven geroepen om die vrijheid te beschermen. Dat artikel bepaalt dat een strafbare mening uiten via de pers (het zogenaamde ‘drukpersmisdrijf’) moet wordenberechtineenhofvanassisen,door een assisenjury.
In de praktijk is die procedure lang en duur. En dus wordt ze haast nooit gevoerd. In 1999 wijzigde de wetgever artikel 150 zodat racistische, xenofobe en negationistische persmisdrijven makkelijker konden worden vervolgd via de correctionele rechtbank. De intentie was goed. Maar na 1999 kwamen er behalve de antiracismewet ook een antidiscriminatiewet, een genderwet en een wet ter bestrijding van seksisme in de openbare ruimte, waardoor nu ook andere discriminatiecriteria worden beschermd zoals geloof of levensbeschouwing, seksuele oriëntatie, gender, genderidentiteit, genderexpressie en handicap.
Paradoxaal genoeg moet strafbare haatspraak op basis van die criteria nog altijd voor een assisenjury worden berecht. Dat is kafkaiaans: een correctionele rechtbank kan wel verdachten veroordelen voor strafbare racistische geschriften, maar moet zich onbevoegd verklaren om een uitspraak te doen over strafbare homofobe of transfobe schrijfsels. Hoog tijd dus om een einde te maken aan dat onverdedigbare verschil in behandeling voor identieke situaties.
Ook een andere onaanvaardbare ongelijkheid blijft bestaan: op sociale media dingen schrijven als “alle homo’s moeten worden opgehangen”, “gehandicapten moeten worden verbrand”, “moslims moeten het land worden uitgeschopt”, of “vrouwen verdienen het omverkrachttewordenzodatzeophun plaats blijven”, is een drukpersmisdrijf. Dat zou dus voor een assisenjury moeten komen, wat in de praktijk dus haast nooit zal gebeuren. Maar als dezelfde boodschappen in een video op sociale media worden verspreid, dan is de correctionele rechtbank wel bevoegd en zal er worden vervolgd.
Grondwetsherziening
Met de komst van sociale media kan iedere burger een mening publiek maken, in geschreven vorm en openbaar. Die sociale media bestonden in 1999 nog niet, de wetgever wist toen nog niet hoe snel haatboodschappen zich online zouden gaan verspreiden. Haatspraak op sociale media is nu wijdverbreid en draagt bij aan de polarisatie in de samenleving. Verschillende mensenrechtenorganisaties roepen al jaren op tot een grondwetswijziging. De huidige regelgeving laat niet altijd toe om adequaat op te treden tegen flagrante overtredingen. Zonder proces blijven de daders straffeloos en is er geen juridische erkenning van het leed dat een hele groep werd aangedaan.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft al benadrukt dat de lidstaten de plicht hebben om minderheden te beschermen tegen het aanzetten tot discriminatie en geweld. Doen
Een correctionele rechtbank kan wel iemand veroordelen voor racistische geschriften, maar niet voor homofobe of transfobe schrijfsels
ze dat niet, dan schenden ze het Europees Mensenrechtenverdrag. België heeft dus een verantwoordelijkheid als rechtsstaat. Het doel is niet opinies te bestraffen. Zoals het Europees Hof stelt, mag je “kwetsen, choqueren of verontrusten”. Maar aanzetten tot haat, geweld, discriminatie of segregatie moet strafrechtelijk vervolgd worden.
Kortom, de herziening en uitbreiding van artikel 150 van de grondwet dringt zich op. Er is nu een momentum om dat artikel open te stellen voor herziening. We vragen de federale regering om aan de kiezer te tonen dat er een politieke wil is om de regelgeving te versterken. Zodat ook niet-raciale haatspraak kan worden vervolgd voor de correctionele rechtbank en de rechten van alle mensen die het doelwit zijn van haatspraak worden gewaarborgd.
Dit opiniestuk wordt mee ondertekend door Çavaria, Belgian Disability Forum, BePax, Casa Rosa, CBAI, Collectif pour l’Inclusion et contre l’Islamophobie en Belgique, Conseil Supérieur National des Personnes Handicapées, Délégué général aux droits de l’enfant, Ella, Esenca, Fédération Francophone des Sourds, Fédération Prisme, Federaal instituut voor de rechten van de mens - Institut fédéral des droits humains, Furia, Hand in Hand tegen Racisme, Hand-in-Hand Gent, Hart boven Hard, Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) - Institut pour l’égalité des femmes et des hommes (IEFH), Inclusion, Internationaal Comité, Kif Kif, Le Monde des Possibles asbl, LEVL, Liga voor Mensenrechten, Ligue des droits humains, Limburg Pride, Merhaba, Mouvement Ouvrier Chrétien, MRAX, NAPAR Coalitie, Onafhankelijk Leven, Ook Genks Wel Anders, ORBIT, RainbowHouse, Regenbooghuis Limburg, SAAMO, Union des Progressistes Juifs de Belgique (UPJB), Universiteit voor het Maatschappelijk Belang, Vie Féminine.