Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Getoond dat we vechten voor elkaar”
Leeuwen reageren op het veld na tumultueuze week
Zwarte Leeuw heeft goed gereageerd op de afgang in Zaventem en de heisa over vertrekkende spelers. Met heel veel vechtlust en ook het nodige geluk werd Londerzeel met 21 geklopt. Het behoud komt weer een stap dichter.
De beslissende 2-1 viel een kwartier voor affluiten. Een kopbal van Tivi Huygen leek naast te gaan, maar door een ongelukkige deviatie van Jorn Rijmenams ging de bal toch in doel. “Geef die goal toch maar aan mij”, lacht Huygen. “Die corner was goed getrapt door Jelle (Adriaensen, red). Ik doe altijd een counterbeweging met Thijs (Schrauwen, red) en we hadden net afgesproken dat ik eens naar de eerste paal ging gaan. Ik kon die bal heel nipt raken en kon niet zien wat er daarna gebeurde.”
Owngoal of niet, de 2-1 deed Huygen enorm veel deugd. Tien minuten eerder lag hij met een handsbal aan de basis van de strafschop die de 1-1 opleverde. “Ik wil er niet te veel over zeggen, maar ik heb het vandaag heel moeilijk gehad om mij te beheersen. Ik weet dat er richtlijnen zijn, maar dit was echt belachelijk en heeft niets meer met voetbal te maken. Ik kreeg die voorzet eerst op mijn knie, daarna botste de bal nog eens op de grond en zo kwam hij tegen mijn lijf.”
Los van die strafschop kon Zwarte Leeuw wel rekenen op het nodige geluk. Londerzeel raakte twee keer de paal en Brughmans hield bij een 1-1 stand Van Eyk van een treffer. In de slotseconde ranselde hij een kopbal van Wellens nog uit de winkelhaak. “Het belangrijkste is dat de vechtlust er was. Er is wat gezever geweest de laatste dagen, maar we hebben laten zien dat we vechten voor mekaar. We hebben nu 11 op 18 na de winterstop en dat is een heel goede reeks. Met 28 punten is de redding weer wat dichter, al speelt Zwarte Leeuw in zijn laatste negen duels zes keer op verplaatsing. “En de laatste drie wedstrijden zijn tegen Berchem, Bocholt en Thes. Dan moeten we gered zijn. Maar als we in Grimbergen een goed resultaat kunnen halen, zie ik ons dit niet meer weggeven.”