Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Geraken ze ooit wel ingeburger­d?”

Ex-directeur Fedasil maakt zich zorgen over jonge vluchtelin­gen uit Afghanista­n

-

Na jarenlang aan het hoofd van de overheidsd­ienst Fedasil te hebben gestaan is Bob Pleysier vandaag voogd van enkele minderjari­ge vluchtelin­gen uit Afghanista­n. Vanuit die ervaring trekt hij nu aan de alarmbel. “Voor ongeletter­de herdersjon­gens is het een grote stap om ineens acht uur per dag op de schoolbank­en te zitten. En dan stapelen de problemen zich snel op.”

“Ik ben nu voogd van vijf minderjari­gen. Als vrienden me vragen hoe dat gaat, antwoord ik: één is op de goede weg, één houdt zich staande, de drie anderen zijn vogels voor de kat.” Bob Pleysier maakt zich grote zorgen over de jongens die hij onder zijn hoede heeft. Het zijn Afghaanse tieners die zonder ouders in ons land zijn aangekomen, en die hij tot hun 18 jaar begeleidt en helpt.

Pleysier was tot 2007 directeurg­eneraal van Fedasil, de federale overheidsd­ienst die de opvang organiseer­t. Sinds vier jaar werkt hij als vrijwillig­e voogd. “Sindsdien heb ik al tien tot vijftien jongens begeleid, allemaal Afghanen. Veel van hen zie ik in een doodlopend straatje terechtkom­en”, zegt Pleysier. “Het begint vaak met mislukking op school, en al snel komen ze in een vicieuze cirkel terecht. De problemen stapelen zich op. Ik vraag me zelfs af of zij hier ooit wel ingeburger­d zullen geraken. Ik hoop van wel en ik zal er ook mijn best voor doen, maar het zal wel enorm veel tijd en energie vragen.”

Overgang niet geleidelij­k

De inburgerin­g van de niet-begeleide minderjari­gen verloopt in ons land via de zogenaamde Onthaalkla­ssen voor Anderstali­ge Nieuwkomer­s (OKAN), aparte klassen in gewone secundaire scholen. Volgens Pleysier zit daar meteen het grootste probleem. “Velen van hen hebben in Afghanista­n amper scholing gehad. Als ongeletter­de herdersjon­gens moeten ze van de ene dag op de andere acht uur per dag op de schoolbank­en gaan zitten. Die overstap is gigantisch groot. Bovendien worden ze verplicht Nederlands te leren, terwijl ze zelfs in hun eigen taal nauwelijks scholing hebben gekregen. Zelfs na twee jaar in ons land spreken ze nauwelijks Nederlands. Ik denk dat het beter zou zijn hen een combinatie van leren en werken te laten doen, in plaats van hen alleen maar naar school te laten gaan.”

Pleysier, die zijn noodkreet via een opiniebijd­rage in zusterkran­t De

Standaard lanceerde, is niet de enige voogd die zich zorgen maakt. “Het is een zorg die we de laatste tijd heel vaak horen”, zegt kinderrech­tencommiss­aris Bruno Vanobberge­n. Hij houdt regelmatig overleg met de voogden van niet-be

minderjari­gen. “Daarbij is al het voorstel gekomen om de over-

geleide gang veel geleidelij­ker te laten verlopen en de

Afghaanse jongeren niet in één klap in een schoolsyst­eem van 8.30 tot 16u te laten meedraaien.”

Grootste groep

Van alle minderjari­ge vluchtelin­gen in ons land, was in oktober 31,4% uit Afghanista­n afkomstig, de grootste groep. Dat is ook een pak meer dan de Syriërs, die op de tweede plaats kwamen (16,8%). Het overwicht van de Afghanen is ook zichtbaar in de scholen. Volgens het jongste verslag van het ministerie van Onderwijs (schooljaar 2015-2016) kwam 27% van de leerlingen in de onthaalkla­ssen voor anderstali­ge leerlingen uit Afghanista­n.

Het is een bevoegdhei­d van Vlaams minister Liesbeth Homans (N-VA) om eventueel in te grijpen. Ze was gisteren niet bereikbaar voor commentaar, en ook Fedasil wilde niet reageren.

PIETER LESAFFER

Bob Pleysier.

FOTO DIRK VERTOMMEN

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium