Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Na dagen van oproer: is er een Iraanse Lente in de maak?
Aanhoudende protesten leggen regime het vuur aan de schenen
De volkswoede die Iran overspoelt, lijkt niet te stoppen. In tientallen steden blijven mensen op straat komen om te protesteren tegen het strenge regime. Is er een Iraanse Lente in de maak of dooft het protest langzaam uit? “Om de huidige regering omver te werpen is een grootschaliger en meer georganiseerde oppositie nodig, maar je weet nooit hoe dit afloopt”, zegt professor Paul Aarts (Universiteit van Amsterdam).
Wie is aan het protesteren?
Te horen aan de slogans komen de betogers uit alle geledingen van de Iraanse samenleving. In minstens vijftig steden zijn intussen tienduizenden mensen op straat gekomen. Toch gaat het volgens experts voornamelijk om Iraniërs uit lagere inkomensgroepen. Precies die mensen zijn het hardst getroffen door de belabberde economische toestand van het land.
Dat is ook het grote verschil met de vorige grote betogingen in 2009, na de twijfelachtige herverkiezing van de oerconservatieve president Mahmoud Ahmadinejad. “Toen waren het vooral leden van de middenklasse en de intelligentsia die op straat kwamen”, zegt Midden-Oostenkenner Paul Aarts (UvA). “De betogingen nu hebben veel meer een economische oorsprong: de voedselprijzen rijzen de pan uit en de werkloosheid is op sommige plaatsen torenhoog.”
Wat eisen de betogers?
Voor vrouwenrechtenactiviste Darya Safai, die in 1999 van Iran naar België vluchtte, is het zonneklaar: dat de Islamitische Republiek ophoudt met bestaan en er een seculiere regering in de plaats komt. Dat sommige betogers “dood aan de dictator” scandeerden en daarmee de opperste geestelijke leider Ali Khamenei viseerden, lijkt dat te bevestigen. “De Iraniërs geloven al lang niet meer in hervormingen onder het huidige regime”, zegt Safai. “Ze snakken naar meer vrijheid en een betere toekomst. Dat kan enkel onder nieuwe machthebbers.”
Aarts is voorzichtiger in zijn analyse. “De woede richt zich nog vooral op het falen van de regering om de economische malaise aan te pakken, ondanks alle beloftes”, zegt hij. “De druppel was de voorstelling van de begroting, met de intrekking van subsidies voor belangrijke levensmiddelen en het bevoordelen van het religieuze en politieke establishment. De corruptie tiert welig in het land, en daar heeft de bevolking genoeg van.”
Hoe reageert de overheid?
De veiligheidstroepen reageerden in het begin nog aarzelend, maar naarmate de betogingen zich als een olievlek verspreidden, traden ze almaar hardhandiger op. Op verschillende plaatsen kwam het intussen tot gewelddadige confrontaties tussen betogers en ordetroepen. 21 mensen kwamen al om het leven, onder wie minstens één politieofficier.
President Rohani toonde eerder begrip voor de onvrede over de economische situatie, maar voegde er in één adem aan toe dat het Iraanse volk de “relschoppers en bandieten” van antwoord zal bieden.
Gisteren liet ook ayatollah Khamenei voor het eerst van zich horen, na intussen zes dagen van onrust. Volgens de geestelijke leider zijn het Irans vijanden – lees: Israël, de VS en Saudi-Arabië – die alles uit de kast halen om het land te destabiliseren. Een complottheorie die waarnemers als bijzonder onwaarschijnlijk bestempelen.
Hoe loopt dit af?
Moeilijk te voorspellen, omdat het protest zo chaotisch is. De kans is reëel dat het regime er net als in 2009 in slaagt het protest met geweld de kop in te drukken. Mogelijk treft Rohani economische maatregelen, maar of dat voldoende zal zijn om de betogers op lange termijn te sussen, is nog maar de vraag.
“Voorlopig is er geen Iraanse Lente in de maak”, zegt Aarts. “Daarvoor is het protest nog niet grootschalig of luid genoeg. De betogers missen ook een duidelijk programma en leiderschap. Dat was er in 2009 ook niet, wat voor een deel het falen van die beweging verklaart. Voor alle duidelijkheid: dat is mijn analyse nu. De situatie kan snel veranderen.”
Safai denkt dat de onvrede op termijn wel zal uitmonden in een wissel van de macht. “Het regime probeert demonstraties altijd bloedig te onderdrukken, maar op een bepaald ogenblik hebben mensen niets meer te verliezen. Dat moment is nu aangebroken.”
JENS VANCAENEGHEM