Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Duimen voor een globale mentaliteitsverandering”
b 1. Ik neem nooit te veel hooi op mijn vork, maar als zelfstandig troubadour steeds te veel hooiwagens op mijn verket. Ik word 58, dus ik moet mijn agenda beter verdelen. Ik wou het afgelopen jaar het lied doen primeren, maar ik heb toch vooral weer zware poëzie geschreven. Dus in 2018 ga ik liedjes maken met Mauro Pawlowski. Solo ga ik bijvoorbeeld op donderdag 18 januari de mensen doen zingen in De Theatergarage te Borgerhout. Zingen brengt de mensen samen, dat merkte ik met mijn Torenlied en Reuzenwijsje toen ik stadsdichter was. Mijn nieuwe bundel
Blauwboek dat in maart verschijnt, zal ook enkele gedichten bevatten die je kunt zingen.
b 2. Men noemde mij ‘StadsPeter’ en die titel wil ik blijven verdienen. Deze zomer ga ik niet alleen opnieuw poëziewandelingen geven in
den Botaniek, maar wil ik ook opduiken op andere, schaarse groene plekjes in het hart van de stad. Bomen kunnen zich niet verdedigen, die laatste reuzen zijn voor mij immaterieel erfgoed. We leven in een designstad die niet alleen bekend staat voor Rubens & co, maar helaas ook voor fijn stof. En dat draait niet om links of rechts, maar om een gezondere toekomst voor ons nageslacht. Ook zijn we een stad van reuzenmakers – denk maar aan de poesjenellen – en dus moeten we weer meer levenslust uitstralen. Ga terug op café, voor ieder is er wel wat wils.
b 3. Alles moet nuttig zijn en de tegenpolen verhitten. Moeder Aarde kreunt en zweet terwijl alles
vertrumpt. Ik duim voor een globale mentaliteitsverandering. We moeten onze eigen roots herwaarderen, door bijvoorbeeld poëzie en literatuur op school het hele jaar door met gloed uit te dragen. Maar ook moeten we de wereld van onze opponenten ontdekken, voor we over ‘dé Waal’ of ‘dé moslim’ spreken. Een levensnoodzakelijke denksprong.