Gazet van Antwerpen Stad en Rand
#JeSuisnogmaareen heel klein beetje Charlie
Parijs herdenkt moordaanslag op ‘Charlie Hebdo’, maar steun voor weekblad is volledig weg
Op 7 januari 2015 vielen de broers Kouachi de redactie van Charlie Hebdo binnen en richtten er een bloedbad aan. Elf mensen lieten het leven. De aanslag op de tekenaars en redacteurs die het “zich permitteerden om de draak te steken met alles en iedereen, zelfs de Profeet” zorgde voor een ongeziene golf van sympathie waarbij elke weldenkende mens “Charlie” werd. Voor even toch. Want vandaag schiet van die solidariteit bitter weinig over.
‘Drie jaar in een conservenblik’, bloklettert de nieuwste editie van het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo. Op de cover van het herdenkingsnummer: een tekening van een bunker, met op het vensterluikje Charlie Hebdo en een medewerker die door het raampje roept: “De kalender van Daesh? (de Arabische afkorting van Islamitische Staat, red.) We hebben al gegeven.” Op de binnenpagina’s slaat de redactie, exact drie jaar na de aanslag, een wat bittere toon aan. “De vrijheid van meningsuiting, hoeveel moet die kosten?”, vraagt hoofdredacteur Riis zich af. Hij wijst erop dat Charlie Hebdo elke week minstens 15.000 exemplaren, of bijna 800.000 per jaar moet verkopen alleen om de redactielokalen te beveiligen. De Franse overheid is kop van Jut. “Is het normaal dat een krant in een democratisch land meer dan de helft van de exemplaren die in de winkel verkocht worden, moet investeren om de kantoren en de journalisten die er werken te beveiligen? Welk ander medium in Frankrijk moet zo veel geld investeren om de fundamentele vrijheid van meningsuiting te kunnen benutten?”, klinkt het boordevol frustratie.
“Alles is vergeven”
Het contrast met drie jaar geleden kan nauwelijks groter zijn. Na die noodlottige donderdag, waarbij elf redactieleden genadeloos werden doodgeschoten, dook overal de hashtag JeSuisCharlie op. Het daaropvolgende weekend trok een mensenmassa in een ijzingwekkende stilte, slechts af en toe doorbroken door een oorverdovend applaus, door de straten van Parijs. Op de eerste rij: toenmalig president Hollande, hand in hand met wereldleiders als Merkel, Juncker, Netanyahu, Renzi ... en ex-president Sarkozy, die zich met wat ellebogenwerk naar voren wurmde om zeker op de foto’s te staan die de wereld rondgingen. Toen op 14 januari het “nummer van de overlevenden” uitkwam, met op de cover de onvergetelijke tekening van de profeet Mohammed en de legendarische woorden “Alles is vergeven”, vlogen liefst zeven miljoen exemplaren de deur uit. In een week tijd ging het aantal abonnees maal zeventien. Het leverde Charlie Hebdo dat jaar een recordomzet op van zo’n 60 miljoen euro. Die dagen en maanden was écht iedereen Charlie.
“Politiek niet meer interessant”
Vandaag blijft van die steun en sympathie niet veel meer over, klinkt het. Niet bij de politiek, maar ook niet bij de Fransen. Want plots was daar die fatale 13de november, met de aanslagen aan het Stade de France en in concertzaal Bataclan in Parijs. En een dik halfjaar later, op de nationale Franse feestdag, zaaide een vrachtwagen dood en vernieling op de Promenade des Anglais in Nice. Alles samen lieten in Frankrijk de voorbije drie jaar ruim 240 mensen het leven bij jihadistische aanslagen. Van de beloofde rondreizende tentoonstelling om scholieren te wijzen op het belang van vrije meningsuiting en persvrijheid, inclusief het recht op karikaturen en zelfs godslastering, kwam niets meer in huis. “Met dichtgeknepen billen en onder het vaandel van de lafheid heeft het ministerie van Onderwijs beetje bij beetje zijn staart ingetrokken, tot het ons volledig in de steek liet. Charlie zijn levert geen politiek voordeel meer op”, schrijft Agathe André, voorzitster van de vzw Dessinez Créez Liberté.
Doodsbedreigingen
Ook de gewone Fransman had het plots niet meer zo begrepen op die “sjarels van Charlie Hebdo”. Sommigen verweten hen zelfs de jihad op Franse bodem alleen maar op te poken met hun islamofobie. “Achter de anonimiteit van een toetsenbord en een pseudoniem schuilen niet alleen militanten van extreemrechts, maar ook en vooral mensen die ervan dromen hun religie, de islam die wij bij Charlie Hebdo zogezegd zouden haten, met de dood, onze dood, te wreken”, schrijft JeanYves Camus, een van de redacteurs van Charlie Hebdo. Zelfs minder heikele thema’s jagen de mensen nu de gordijnen in. Toen Charlie Hebdo in november uitpakte met de intussen overleden rocker Johnny Hallyday en de titel ‘Johnny laat de rock vallen en kiest voor elektro’, was het kot alweer te klein. “Spot, satire en karikaturen maken geen deel meer uit van de woordenschat van de mensen”, zegt Camus. “In een wereld waarin iedereen een bloedbad kan aanrichten met iets uit de Brico om de hoek, moet je elke bedreiging ernstig nemen. Zelfs de meest debiele.”
“Charlie zijn blijft plezant”
Niet dat ze bij Charlie Hebdo de handdoek in de ring gooien. Wel integendeel, schrijft redacteur Fabrice Nicolino: “7 januari 2015 heeft ons in een nieuwe wereld gekatapulteerd, een wereld van zwaar bewapende politieagenten en gepantserde veiligheidsdeuren, van constante angst en dood. En dat in hartje Parijs, in omstandigheden die de Franse Republiek onwaardig zijn. Maar amuseren we ons ondanks alles nog? Zeker weten!” Dit weekend herdenkt Parijs de slachtoffers. Zaterdag is er een Toujours Charlie-dag, met debatten en concerten in de Folies Bergères. En zondag wordt een samenkomst georganiseerd op de Place de la République. Dan zal blijken hoeveel échte Charlies er nog rondlopen in Frankrijk.