Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“De ene helft van mijn leven heb ik op twee wielen doorgebrac­ht, de tweede helft op vier wielen”

- MARC VERMEIREN

Dat het net hém moest overkomen: een atleet van topniveau, een man boordevol energie en plannen, een drievoudig wereldkamp­ioen motorcross. Op 6 januari 1988, vandaag dertig jaar geleden, crashte de 31jarige André Malherbe met zijn motor tijdens de Dakarrally. Sinds dat fatale moment kan hij, verlamd vanaf de nek, alleen nog maar zijn hoofd bewegen. “En toch geniet ik van elke dag.”

André Malherbe (61) woont nog altijd in de ruime villa die hij in 1980 in Hoei kocht. Hoog op een Ardeense helling heeft hij een fraai zicht op de Citadel en de Maas. “Waarom zou ik hier wegtrekken? Veel familie en vrienden wonen in de buurt. In deze streek ben ik geboren en opgegroeid. En iedereen in Hoei kent mij en mijn situatie.” Na het ongeval moest Malherbe slechts minimale verbouwing­en laten doen: een traplift naar de eerste verdieping en een rolhelling aan de voordeur. “Hierbinnen ben ik mobiel genoeg, buiten beginnen de moeilijkhe­den, met name in Wallonië. Vlaanderen denkt veel meer na over hoe mensen met beperkte mobiliteit geholpen kunnen worden.”

Drie keer tijdens het gesprek moet hij bijstand inroepen van Charlotte, zijn nieuwe verpleegst­er/assistente. Ze geeft hem enkele slokjes water, plooit hem voorover als het slikken moeilijk verloopt en houdt de telefoon bij zijn mond als hij opgebeld wordt. Zeven dagen per week, 24 uur per dag, staat iemand – Charlotte of een intimus – aan zijn zijde. “Ik weet niet hoe minder gefortunee­rde lotgenoten het beredderen. Gelukkig kan ik mijn leven organisere­n zoals ik het wil. Je suis de nature optimiste. Bekijk het zo: de ene helft van mijn leven heb ik op twee wielen doorgebrac­ht, de tweede helft op vier wielen. Ik koester rancune noch nostalgie. Met wat ik nog kan, geniet ik van het leven. Maar dat is een proces geweest. Toen de artsen vertelden dat mijn armen en benen nooit meer zouden functioner­en, kon ik dat niet accepteren. Maar welke keuze had ik? Ofwel leven in verbitteri­ng, ofwel er het beste van maken. Ik koos voor het laatste.”

Malherbe spreekt stil, maar vlot en duidelijk. Met zijn kortgeknip­te kapsel en gave huid lijkt hij een stuk jonger dan zijn 61. Hij neemt het compliment in dank aan.

“C’est gentil, maar ik heb liever dat vrouwen me dat zeggen. Ik vóel me ook goed, al zou ik graag een kilo of drie à vier bijkomen. Meer nog dan andere mensen moet ik mijn gezondheid in acht nemen, maar ik geniet van een goede fles wijn en een lekkere maaltijd met vrienden op restaurant. En het helpt enorm dat ik nergens pijn voel.” Anno 2018 valt zijn joie de vivre op, maar in de jaren na de crash zat Malherbe peilloos diep. In zijn donkerste uren zag hij zelfdoding als enige uitweg. Verlamd van teen tot nek, beroofd van mobiliteit en waardighei­d, met machteloze ledematen… zo wilde hij niet verder leven. Malherbe zonk, twee jaar lang gekluister­d aan een ziekenhuis­bed, weg in een diepe depressie. Bovendien strandde een jaar na het drama zijn huwelijk. Malherbes vrouw kon de nieuwe situatie niet verwerken en vertrok. Vrienden praatten op hem in, maar vooral dochtertje Cassandre hielp hem overeind. “Ik wilde haar een vader gunnen. En mezelf de vreugde van een opgroeiend kind. Eigenlijk lijden mijn vader en moeder meer onder deze situatie dan ikzelf. Geen ouder kan verdragen dat zijn kind afziet. Ook nu nog kampen ze met zware schuldgevo­elens. Hadden ze mij maar nooit op een motor geplaatst, denken ze. Terwijl dat natuurlijk

volledig mijn eigen keuze was. Als kind wilde ik niets anders worden dan motorcross­er.” Dochter Cassandre, 32 ondertusse­n, woont nog deeltijds bij vader in. De rest van haar tijd brengt ze door in Spanje, waar ze deelneemt aan paardenrac­es. “Geen gemakkelij­k milieu. Hopelijk kan ze er haar beroep van maken, zo gek is ze van die dieren. Ik wil vooral niet te diep nadenken over wat haar op zo’n paard kan overkomen. Cassandre was tien maanden oud op het moment van mijn ongeval en heeft mij nooit anders gekend dan in een rolstoel.”

Interimkan­toor

Zijn wereld is zo veel groter dan de kamer waarin hij ons ontvangt.

“Elke dag is anders. Ik probeer zo veel mogelijk buiten te komen. Reis regelmatig. Naar mijn dochter, als ze in Spanje is of als ze elders in Europa deelneemt aan wedstrijde­n. En als de winter wat te lang duurt, zoek ik een weekje zon op. Sinds ik vorig jaar mijn interimkan­toor verkocht heb, beschik ik over meer vrije tijd. Het is stilaan tijd om met pensioen te gaan. We hebben een interessan­te prijs gekregen, financieel moet ik me geen zorgen maken. En daarnaast? Lezen is te vermoeiend voor mijn ogen, maar ik kijk veel televisie: sport, films, documentai­res. Ik verveel me geen seconde, hoor. Geloof me, ik leid een mooi leven. Sans rancoeur (zonder verbitteri­ng, red.).” Vaste metgezel op zijn buitenland­se trips is Jean-Claude Laquaye. Hij en Malherbe zijn jeugdvrien­den, die samen een motorcross­droom najoegen. Na het ongeval waakte Laquaye aan het bed van zijn getroffen kameraad. Toen Malherbe na 2,5 jaar eindelijk naar huis mocht, trok Laquaye bij hem in. Dertig jaar later komt hij nog dagelijks over de vloer in Hoei. “Onze vriendscha­p gaat al vijftig jaar mee. Wij zijn als broers, Jean-Claude en ik.” Vraagt een mens met zijn levensloop zich af waarom net hem dat allemaal overkomen is? Het antwoord is nuchter en eenvoudig.

“Eigenlijk niet, neen. Ik heb een fout gemaakt. Ik, André Malherbe. En niemand anders. En ik moet ook niet boos zijn op het noodlot of op een Hoger Wezen. God heeft niets te maken met die stuurfout. Hij zat toch niet op die moto?”

Mirakelopl­ossing

Zijn Vlaamse tegenhange­r heet Marc Herremans, de triatleet die na een trainingso­ngeval in een rolstoel belandde. Sindsdien geldt de Antwerpena­ar als boegbeeld voor mensen met een beperkte mobiliteit. Malherbe schrikt terug voor zo’n publieke rol.

“Alle respect voor Marc, maar ik blijf liever in de schaduw. Daarom heb ik ook alle aanvragen voor een biografie geweigerd.” Herremans blijft hopen dat voortschri­jdende kennis binnen de medische wetenschap hem ooit weer op de been krijgt, maar Malherbe heeft die gedachte al lang geleden verlaten. “Aanvankeli­jk redeneerde ik als een echte sportman, een kerel die doelen zette en er met al zijn wilskracht naartoe werkte. Op die manier was ik de beste van de wereld geworden, ook dit probleem zou ik wel eens aanpakken. Maar ik moest al snel constatere­n dat de geest niet altijd sterker is dan het lichaam. Althans, niet wat mijn mobiliteit betreft. Daarnaast blijf ik wel overtuigd dat de geest triomfeert. Toon ik dat niet elke dag?” Maar hopen op een mirakelopl­ossing doet hij dus al lang niet meer.

“Zelfs als de wetenschap iets uitvindt, hoe zou mijn lichaam dan reageren na dertig jaar immobilite­it? Hoe hebben mijn benen, mijn armen, mijn romp die periode doorstaan? Natuurlijk zou het leven aangenamer zijn zonder deze verlamming, maar ik heb vrede met mijn lot. Voor mij is elke dag een mooie dag. Het is triestig hoeveel mensen klagen over banaliteit­en. België is een prachtige plek om te leven. En nog erger vind ik hoe zwakke karakters met drugs of alcohol hun eigen gezondheid schaden.” Wat mogen wij hem bij het begin van dit nieuwe jaar nog wensen? “Gun me nog enkele jaren zoals nu. Tien jaar vooruit durf ik niet te denken. En ik hoop uiteraard dat mijn dochter in haar leven, haar beroep en haar huwelijk succesvol zal worden. Ik verschil niet van andere papa’s of mama’s ter wereld. Als hun kind maar gelukkig is.”

Hij begint steeds stiller te spreken. Het gesprek lijkt hem uit te putten. Malherbe wuift onze opmerkinge­n weg, maar een man die vijf maanden lang aan een beademings­machine heeft gelegen, verdient alle voorzichti­gheid. Fotograaf Sebastien vraagt of hij wil poseren naast een van zijn gerestaure­erde motoren, die als stille getuigen van een roemrijk verleden in een aanpalende kamer opgesteld staan. Met zijn hoofd duwend tegen een besturings­mechanisme achterop zijn rolstoel manoeuvree­rt hij vlot doorheen het huis. Malherbe is een en al bereidwill­igheid en charme, maar hij wil liever niet gefotograf­eerd worden in zijn pyjama. Charlotte helpt hem in een zwarte rolkraagtr­ui, plaatst zijn voeten naast mekaar en legt zijn armen in de juiste houding. We vragen hem hoe je iemand met verlamde ledematen begroet? Een traditione­le handdruk lukt uiteraard niet.

“Ik begrijp je aarzeling. Ik zie vaak hoe mensen niet goed weten hoe ze me moeten benaderen, maar een gewone bonjour of merci volstaat hoor. Vrouwen geven me dan weer een kus, dat is makkelijke­r. (grijnst) En leuker.”

 ?? FOTO SEBASTIEN SMETS ?? André Malherbe naast een van zijn motoren.
FOTO SEBASTIEN SMETS André Malherbe naast een van zijn motoren.
 ??  ?? 2 Prins Albert lauwert André Malherbe als laureaat van de Nationale Trofee voor Sportverdi­enste. FOTO RR
2 Prins Albert lauwert André Malherbe als laureaat van de Nationale Trofee voor Sportverdi­enste. FOTO RR
 ??  ??
 ??  ?? De zwaargewon­de André Malherbe wordt ruim veertien uur na zijn val een vliegtuig ingedragen, op weg naar een ziekenhuis in Parijs. FOTO AFP 1
De zwaargewon­de André Malherbe wordt ruim veertien uur na zijn val een vliegtuig ingedragen, op weg naar een ziekenhuis in Parijs. FOTO AFP 1

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium