Gazet van Antwerpen Stad en Rand
COMBIPUZZEL
VERTICAAL 1 rokersgerei. World Trade Center. plaats in Zuid-Frankrijk. 2 jongerenbeweging. idem. vis. Studeer, of je staat ervoor. 3 windrichting. evenzo (Latijn). communicatiemiddel. 4 bijwoord. staartster. vrije keus. 5 zeer smakelijk. rijden. overschot. 6 België. Voor wie kort van geheugen is. evenmens. zich bevindend in. 7 houtsoort. Van die test krijg ik de smaak te pakken. verlangen. 8 eb en vloed. Eén ligplaats voor slapers. mop. 9 dier. roofvogel. Portugees levenslied. 10 Mexicaanse munt. gewas. 11 Duitse zender. sneeuwhut. modegril. leidsel. Algemeen Nederlands. 12 uitgelezen verscheidenheid. Bestanddeel van een individu. vrijgevig. 13 internetpagina. debet (afk.). keukentoestel. 14 Die wordt gestrikt! vreugde. toegangsprijs. 15 Frans lidwoord. Franse modeontwerper. dialect. van onderen. 16 tegen. komiek. smal water. adellijk. 17 weerdienst. naad. diender. reusachtig. 18 mestvocht. volwassene. De bloem der natie. 19 malloot. autokenteken van Cyprus. plaats. Ritme dat bij de groenteboer opklinkt. 20 adreskaartje. Europese Investeringsbank. Houding op de markt. HORIZONTAAL 1 eerste hulp bij ongelukken. wereldkampioenschap. egaal. 2 zonder zedelijke normen. De kapitein is weer zichzelf. Enig etentje. 3 Engels broodje. monseigneur. het niet-actief zijn. hoofdsieraad. 4 lage mannenstem. behoeftig persoon. ervaring als bron van kennis. dividend. koeienmaag. 5 begaafdheid. Europese Gemeenschap (afk.). machinaal gebreide stof. 6 kadastraal inkomen (afk.). Met deze kou, is het bevroren dauw. wintervoertuig. Spaanse uitroep. honderdste liter. 7 koppig mens. Dat trekt een Europeaan aan. onvast op de benen. 8 kippengeluid. gard. Betoog met verstand. knoest in hout. 9 onderwerp per aflevering. Scandinavische taal. slotwoord van gebeden. voetbalterm. 10 filmtoestel. peulvrucht. commando. gepieker. 11 in mindering gebracht. aanzien verlenen. 7+3, daar kan een jong persoon wel wat van maken. 12 ontkenning. weidevogel. buiten de lijn. titel (afk.). 13 Mort en is toch opgewekt. in oprichting. paarse kleur. 14 moderne bedrijfsadministratie. groente. naderen. spijslijst. uitroep van afkeer. 15 kleine bevoorrechte groep. kuuroord. nerts. dwalen. 16 zangeres. Oproep om de auto te verkopen voor drugs. weggetje over andermans grond. 17 maaltijd. Nederduits. vergaan hout.