Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Weerstand tegen zone 30 groeit
Zes op de tien Belgen tegen algemene invoering in steden
Slechts dertig kilometer per uur in stadscentra? De Belg moet er niet van weten. Uit een enquête van het Vias Institute blijkt dat de weerstand tegen de snelheidsbeperking fors is toegenomen in één jaar. “Zolang mensen de voordelen niet zelf ervaren, blijft er tegenkanting.”
Zes op de tien Belgen zijn tegen een algemene snelheidslimiet van 30 kilometer per uur in stadscentra. Dat is een verviervoudiging ten opzichte van 2016, toen slechts 15% zich negatief tegenover de snelheidsbeperking uitsprak. Die opmerkelijke vaststelling staat in de nieuwe verkeersonveiligheidsenquête van het Vias Institute. Daarvoor ondervroeg het ongeveer 6.200 Belgen.
Die tegenkanting komt volgens woordvoerder Stef Willems vanuit een defensief gevoel. “Voor automobilisten voelt een zone 30 aan als een beperking. Het is alsof ze niet meer vlot mogen doorrijden. Pas als ze zelf de positieve effecten van de lagere snelheid ervaren, worden ze voorstander.”
Ook andere verkeersexperts begrijpen vanwaar die massale tegenkanting komt. “De straten in een zone 30 of bebouwde kom zijn vaak nog halve snelwegen”, zegt Werner De Dobbeleer van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV). “Soms zijn het zelfs tweevaksbanen, of is er een afgescheiden fiets- en voetpad. Dat wekt bij automobilisten de indruk dat de situatie veilig is en er dus sneller kan worden gereden dan aangegeven.”
Kuddedieren
Maar dat is het dus niet. “In buurlanden hebben die zones 30 in stadskernen hun nut al bewezen”, zegt De Dobbeleer. “Automobilis- ten zien er ook de meerwaarde van in, zoals het bredere gezichtsveld of de grotere overlevingskansen bij een aanrijding met een zwakke weggebruiker. Die kennis over de zone 30 is in België nog vaak onbekend en daarom is de zone onbemind. Dat blijkt nu nog maar eens.”
De oplossing ligt volgens De Dobbeleer voor de hand: “Mochten de straten een weerspiegeling van de toegestane snelheid zijn, dan zou dat tot een gedragsverandering leiden. Denk aan patronen op de weg, versmallingen, bloembakken en verkeersdrempels.”
Die gedragsverandering is broodnodig, vindt ook verkeersspecialist Johan De Mol (UGent). “We zijn kuddedieren. Als de andere sneller rijdt, dan mag ik dat ook, is nog al te vaak de redenering.”
Daar stopt het niet. “Het zit in het bloed van de Belg om sneller te rijden dan is toegestaan”, zegt De Mol. “We doen het al waar 50 of 70 kilometer per uur mag worden gereden. Bij een lagere snelheidslimiet doen we dat nog sneller.”
Dat bleek ook uit een eerdere studie van het Vias: de gemiddelde snelheid van automobilisten in een zone 30 bedroeg maar liefst 44,3 kilometer per uur.
Wat kunnen we kunnen doen opdat bestuurders de zone 30 respecteren? “Zulke zones zijn niet nieuw”, zegt De Mol. “Almaar meer steden en gemeenten hebben centra waar je traag moet rijden. De regels die in zo’n zone gelden, moeten dan wel nageleefd worden. Met veel controles én boetes. Na verloop van tijd komen we er wel.”
JOHAN DE MOL Verkeersdeskundige UGENT “Het zit in het bloed van de FOTO IFREDERIEK Belg om sneller VANDE VELDE te rijden dan is toegestaan.”