Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Een maat voor niets?
Het Antwerpse schepencollege heeft noch het gemeentedecreet noch de eigen gedragscode geschonden door bijna voltallig aanwezig te zijn op het verjaardagsfeest van bouwpromotor Erik Van der Paal in restaurant ’t Fornuis. Dat heeft het Integriteitsbureau van de stad Antwerpen beslist. Is de hele heisa een maat voor niets geweest? Gelukkig niet. Ook al heeft de zaak-Van der Paal niet altijd een fraaie kant van het politieke bedrijf getoond, er kan iets positiefs uit voortkomen. Een verfijning van de gedragscode voor politici bijvoorbeeld, meer transparantie over de totstandkoming van grote bouwprojecten én meer sereniteit in het politieke debat. Het was te verwachten dat het Integriteitsbureau het feestje niet zou bestempelen als een grove nalatigheid of als wangedrag. Het was geen van beide. Zoals eerder gezegd: verstandig was het niet om in volle onderhandeling over een bouwproject met het volledige schepencollege op te dagen voor het verjaardagsfeest van een bouwpromotor. Maar het was geen fout. Toch gaf het veel mensen een onwennig gevoel. Als politici en bouwpromotoren zo vertrouwelijk met elkaar omgaan, wat wordt er dan eigenlijk allemaal bekokstoofd tussen die twee partijen? En hoe zit dat nu met die grond aan de Tunnelplaats die in één dag twee keer werd verkocht? En met die gronden van de Slachthuissite? Er ontstond een sfeer van wantrouwen, niet alleen in de politiek en bij de pers, ook bij de bevolking. Bart De Wever dacht dat gevoel eerst nog te kunnen wegwuiven door het woord “belachelijk” in de mond te nemen. Maar het was allemaal niet belachelijk. En dat is eigenlijk ook wat het Integriteitsbureau nu aangeeft. Het bureau raadt namelijk aan om de gedragscode duidelijker te omschrijven en om een register aan te leggen van de contacten tussen leden van het stadsbestuur en privéondernemers. Het zijn twee waardevolle aanbevelingen. De burgemeester heeft beloofd ze te bestuderen. Eerder had hij al beloofd meer transparantie te bieden over de vastgoeddossiers. Als hij woord houdt, kan dat Antwerpen alleen maar ten goede komen en hoeven we heetgebakerde discussies als deze, met verwijten weg en weer en heftige emoties, niet meer mee te maken. Was het dan overdreven van Groen om de hulp van het Integriteitsbureau in te roepen? Helemaal niet. Er was wel degelijk een zweem van partijdigheid gewekt en het bureau is opgericht om dergelijke zaken te onderzoeken. Misplaatst was wel de interventie van Tom Meeuws, die zonder dat te kunnen bewijzen ineens beweerde dat in de stad “alles te regelen is voor een zak geld”. Veralgemeningen en niet gefundeerde beschuldigingen passen niet in een degelijk politiek debat. Maar ongetwijfeld heeft ook Meeuws intussen zijn lesje geleerd. Antwerpen is nu in blijde verwachting van de invulling van de aanbevelingen van het bureau, van meer transparantie over bouwdossiers en van een sereen verkiezingsdebat op het scherp van de snee.