Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Er stroomt diesel door onze aderen”
Hoe familie Aertssen in twee generaties uitgroeit van boer tot multinational
Het familiebedrijf Aertssen Group uit Stabroek gaat kraanverhuurder Michielsens uit Wijnegem overnemen, en de terminalactiviteit van Shipit. Dat laatste is een bedrijf in de Waaslandhaven vlak naast de Kieldrechtsluis, met een terminal voor overslag van rorogoederen en containers. En zeggen dat het allemaal zestig jaar geleden begon op de Lindenhoeve in het verdwenen polderdorp Oorderen, waar stichter Marcel Aertssen als eerste boer zijn trekpaard door een tractor verving.
W e waren nog met zeven kinderen uit het dorp toen ik in 1965 mijn communie deed in de kerk van Oorderen”, herinnert Greg Aertssen, een van de vier kinderen van stichter Marcel Aertssen, zich. “Twee weken later heeft mijn vader de kerk van zijn dorp afgebroken. Het was simpel: aanpassen, of verdwijnen, en zo gaat het vandaag nog altijd in het zakenleven.” Het fascinerend verhaal over hoe een polderfamilie in amper twee generaties een topbedrijf uit de klei stampte. De heruitzendingen van Terug naar Oosterdonk, de zesdelige reeks over de teloorgang van het fictieve Vlaamse polderdorp Oos- terdonk, zijn nog maar pas afgelopen. Voor sommige families, zoals de Aertssens, was dat geen fictie, maar realiteit. In 1896 werd in Wilmarsdonk Lucia Jaspers geboren. In het naastliggend dorp Oorderen kwam vier jaar later Gregoor Aertssen ter wereld, zoon van een landbouwersfamilie die op de Lindenhoeve in de Bellestraat boerde. Ze kregen twee zonen: René en Marcel. René werkte graag met de boerenpaarden, terwijl Marcel als eerste zijn paard door een tractor verving. “Ons vader was zot van machines: hoe groter, hoe liever”, zegt oudste zoon Greg (64). “En dat zit er bij alle kinderen zo in, zelfs de kleinkinderen hebben dat nog. Het lijkt wel of er diesel door onze aderen stroomt.” Vandaag staat Greg samen met zijn broers Luc (63), Raf (60) en zus Saskia (48) aan het hoofd van Groep Aertssen in Stabroek, gespecialiseerd in bouw- en infrastructuurwerken, verhuur van hijskranen, uitzonderlijk transport, logistiek, groene energie en vastgoed. In ons land werken zowat 660 mensen voor de groep, wereldwijd gaat het om 1.340 mensen. Het bedrijf draait 232 miljoen omzet per jaar. Noem een groot infrastructuurwerk in ons land, en Aertssen had of heeft er een hand in: van de redding van de piramide waarop de Leeuw van Waterloo staat, het transporteren en monteren van windmolens, het verdiepen van de Zwingeul, over de sanering van storten en kleiputten, tot het Centraal Station van Antwerpen en nu zelfs De Knip. In het MiddenOosten bouwt de groep mee aan voetbalstadions zoals het Khalifa Stadion, legt het luchthavens aan zoals Doha Airport en in Marokko zit Manuel, derde generatie Aertssen, voor de verovering van Afrika. Want dat is ook uniek: alle kleinkinderen werken mee in het bedrijf, met uitzondering van de vier kinderen van Saskia die nog te jong zijn.
Geboren in koeienstal
Maar dus eerst terug naar die Lindenhoeve in de Bellestraat in Oorderen, waar het allemaal begon. “Ik ben er geboren in de stal. Mijn moeder vertelde altijd dat ik er gewoon ben uitgevallen tijdens het melken van de koeien”, lacht Greg, die naar zijn grootvader werd genoemd. Een anekdote die het arbeidsethos van het ondernemend echtpaar Marcel Aertssen en Maria Janssens typeert. Maria was een boerendochter uit Stabroek. “Ons vader was eigenlijk een loonwerker, nog voor die term was uitgevonden. Naast zijn landbouwgronden bewerkte hij met zijn drie tractoren ook de landerijen van zijn collega’s. De plannen om de haven van Antwerpen naar het noorden uit te breiden, kregen stilaan vorm. Er kwamen nieuwe dokken. De boeren verloren hun gronden. Vader zat zonder klanten. Scrapers, bulldozers en baggerboten bepaalden de nieuwe horizon. Vader breidde zijn wagenpark uit met vrachtwagens en kranen uit de Amerikaanse legerstocks.”
Het gezin Aertssen bleef tot het laatste in Oorderen wonen. “Dat kon, omdat vader zelf een dijk rond de Lindenhoeve had aangelegd. Toen moeder voelde dat we zouden moeten verhuizen, heeft ze nog aan André Dolezal, later bekend als reclameschilder Rubbes, twee grote schilderijen van onze boerderij laten maken. Die hangen hier nog altijd in onze vergaderzaal. Drinkbaar water werd toen al met de tankwagen gebracht naar Oorderen, de elektrische stroom was regelmatig onderbroken.” Voor de afbraak van de kerk van Oorderen kreeg Marcel Aertssen zestig werkdagen de tijd van de stad Antwerpen, zo bepaalt de sloopopdracht die in het huldeboek staat dat verscheen naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van het bedrijf.
“135.000 frank door de stad te betalen, voor het slopen van de kerk van St-Jan Baptist, gelegen Zilverstraat te Antwerpen, tweede district Oorderen. “Twee weken nadat ik er mijn plechtige communie had gedaan, ging de toren tegen de vlakte”, zegt Greg.
General Motors staat op dorp
De fabriek van General Motors werd op het opgehoogde Oorderen gebouwd. Marcel en Maria kochten een stuk grond aan het Laageind in Stabroek. Al maanden vooraf had Marcel de bruikbare bakstenen en houten balken uit de sloop van zijn dorp opgespaard, waarmee in Stabroek een witte villa werd gebouwd. “Ik herinner me nog hoe we mee bakstenen moesten kuisen”, zegt Greg. “Vader betaalde ons daar wel iets voor. Ook moemoe verhuisde mee naar Stabroek en twee jaar later werd ons Saskia geboren.” Gedwongen moeten verhuizen voor de havenuitbreiding, maar nadien wel een imperium uitbouwen door zelf aan die havenontwikkeling mee te werken. De Berendrechtsluis, de Liefkenshoektunnel, het versterken van de Scheldedijken, het graafwerk voor de kerncentrale van Doel, de containerterminal aan Hessenatie, maar ook dokken en containerkades in Zeebrugge: Aertssen stond overal met zijn graafmachines en kiepwagens paraat. Of dat soms niet wrong bij Marcel Aertssen? De kerk afbreken waar je zelf als kind gedoopt werd, dat moet toch iets doen met een mens? Het moet zijn dat hij weinig aanleg had voor nostalgie.
Nostalgie
“Integendeel”, antwoordt Greg Aertssen. “Mijn ouders hadden juist wel aandacht voor het verleden. Anders had moeder nooit die schilderijen besteld. Maar ze hadden geen keuze: het was aanpassen of verdwijnen. Met respect voor het verleden. En zo is het vandaag in de zakenwereld nog altijd. Sommige mensen zien alleen het probleem, anderen zien in dat probleem een kans. Het is de kunst om u flexibel op te stellen.” Niet toevallig was het onderwerp van Gregs eindwerk in de retorica aan het Klein Seminarie in Hoogstraten ‘the survival of the fittest’. “Niet de sterkste, maar diegene die zich het best kan aanpassen, de meest wendbare, zal overleven. Daar geloof ik nog altijd in. Het is typisch in het DNA van Aertssen: aanpassen, oplossingsgericht werken en innoveren.” “In de jaren negentig kozen we nog meer voor diversificatie en kwam er naast het grondverzet ook veel sanering bij. We gingen ook in immobiliënprojecten, zoals de Boelwerf in Temse, waar we samen met een collega-aannemer een woon- en kmo-zone van gemaakt hebben. In Genk slopen we nu de Fordfabriek, het grootste sloopproject van Europa. En in het MiddenOosten kunnen we de Chinezen kloppen, omdat we door onze hoge loonkosten hier in België zo efficiënt mogelijk leerden werken.”
“Verloochen je afkomst niet”
In het DNA van Aertssen zit toch ook nog wat van de polderboer. Raf Aertssen is nog altijd wat hobbyboer en werd in de jaren tachtig koning in het gansrijden. “Wij verloochenen onze afkomst niet. Aertssen is de grootste werkgever van Stabroek. Meerdere generaties van families uit de verdwenen polderdorpen Wilmarsdonk en Oorderen zijn er tewerkgesteld. Bijvoorbeeld Jan Vertommen, zoon van de laatste smid van Oorderen, die onze eerste vrachtwagen geel schilderde. En onze communicatieverantwoordelijke Veerle Staels is de kleindochter van Jos Denis. Jos werd na de oorlog als weeskind opgenomen in de Berghoeve in Oorderen. Hij kreeg er kost en inwoon, en in ruil ging hij met de dekhengst van de Berghoeve langs de polderboerderijen. Door de havenuitbreiding werd hij werkloos. Vader nam hem in dienst. De Berghoeve werd gedemonteerd en heropgebouwd in Bokrijk. Ook zijn dochter Carina, de moeder van Veerle, werkt bij ons.”
De cirkel is rond: het Havenbedrijf heeft te kennen gegeven dat het een deel van de GM-site, die bovenop Oorderen staat, wil laten slopen. En wie is kandidaat? Aertssen Group natuurlijk. “Dát zou pas een speciale opdracht zijn.”