Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Op weg naar het behoud dankzij ‘Kuikens van ‘t Kuipje’
De ontknoping van de degradatiestrijd in 1B bevindt zich in de laatste rechte lijn. Wint Tubeke vanavond niet op het veld van Union, dan kan Westerlo zich zondag thuis tegen Roeselare verzekeren van het behoud. Met dank aan de doorstroming van de jeugd. “Zonder de Academie zat ik nu allicht nog bij de beloften”, beseft Daan Heymans.
“Voor je naar de markt gaat, is het interessant om eerst eens in je eigen groentetuin te kijken.” Het is een citaat van Sef Vergoossen uit zijn periode bij Genk dat Eric Reenaers is bijgebleven. Reenaers is bij Westerlo tweede assistent van Bob Peeters en trainer van de beloften en probeert die gedachte mee om te zetten in een betere doorstroming van de jeugd. Zeg maar: van de Kuikens van ‘t Kuipje echte Kemphanen maken. “Beter dat dan de nummer 60 van de beloften bij Juventus wegplukken”, aldus Reenaers.
Van alle Antwerpse en Wase ploegen is Westerlo vandaag de club met de meeste spelers in de A-kern die uit de jeugd zijn doorgestroomd: negen stuks. Qua speelminuten doet alleen Lierse beter, maar de Pallieters kunnen wel rekenen op Yoni Buyens, Fréderic Frans, Nathan Goris, Thomas Wils en Koen Weuts. Vijf spelers die 27 jaar of ouder zijn.
Het Westelse succes is het resultaat van een financiële en een sportieve keuze - de portefeuille van Westerlo is niet zo dik en niet alle spelers vinden 1B even aantrekkelijk, maar ook een bewuste strategie.
Oprichting ‘Academie’
Zo werd drie jaar geleden in Westerlo de ‘Academie’ opgericht. Geen opleidingsschool waar jongeren samen trainen, slapen en naar school gaan, wel de volledige samenvloeiing van de U19 en de beloften. Een ingreep die succesvol is.
Reenaers: “De beste talenten van de U16 laten we rechtstreeks doorstromen naar de Academie. Zo zijn jongens als Daan Heymans en Yentl Van Genechten komen bovendrijven. Zij hebben sneller stappen kunnen zetten omdat ze de U17 konden overslaan. Plots moesten ze meetrainen met jongens van 19, 20 jaar en wedstrijden spelen tegen mannen uit de eerste ploeg. Als je je dan kan profileren, zet je grote stappen.”
Heymans beaamt. “Zonder de Academie zat ik vandaag allicht nog bij de beloften”, beseft de middenvelder, die sinds de U11 voor Westerlo speelt. “Dankzij dit systeem heb ik een paar jaar in mijn carrière gewonnen. In korte tijd ben ik op alle vlakken veel sterker geworden. Zo kon ik in één jaar tijd van de U16 naar de eerste ploeg doorgroeien. Ik denk niet dat er bij veel ploegen op deze manier wordt gewerkt, maar de laatste jaren zie je dat er bij ons zo toch veel jongens zijn doorgeschoven.”
Betere opvolging
Dankzij de Academie stromen de betere
voetballers sneller door naar een hoger niveau, maar Westerlo werkt ook met twee ‘snelheden’. “Spelers die door andere clubs worden weggehaald, blijven we nauwgezet opvolgen”, verklaart Reenaers. “Als ze daar de stap niet kunnen zetten, kunnen we er hier nog twee-drie jaar mee werken. Hetzelfde geldt voor jongens die ergens anders geen kans krijgen. Een club als Westerlo moet daarvoor openstaan.” Zo werd Cédric Vangeel twee zomers geleden weer opgepikt bij Standard en kreeg Alessio Alessandro in de Kempen een nieuwe kans.
Brug tussen beloften en eerste ploeg
Niemand in Westerlo die de kwaliteiten van de Westelse jeugd beter kan inschatten dan Reenaers. Als trainer van de Academie en assistent bij de eerste ploeg zorgt hij voor een korte lijn tussen beide werelden. “Die combinatie is een belangrijke meerwaarde voor het hele systeem”, benadrukt hij. “Ik werk alle dagen samen met die jongens, dan is het voor hen eenvoudiger om die stap te zetten. Ik kan zo naar de coach stappen en zeggen: Kijk, ik heb er eentje. Mag die meetrainen? Er staat geen muur maar een brug tussen de eerste ploeg en de beloften. In België gebeurt dat te weinig.” Reenaers is niet de enige bruggenbouwer. Physical coach Bart Gillis zorgt voor extra begeleiding van de jongeren, keeperstrainer Paul Peeters is coördinator van de doelmannen bij de jeugd.
Profiel van de trainer
De inspanningen van Reenaers en co kunnen alleen maar lonen als er op het einde van de rit ook een trainer staat die de visie wil volgen. Reenaers: “Gelukkig waren alle coaches de laatste jaren enorm geïnteresseerd in de doorstroming van de eigen jeugd. Ze moeten niet alles overnemen, maar er wordt wel geluisterd. Komt er in de toekomst een nieuwe trainer, dan moet die hetzelfde profiel hebben. Ook als ik ooit vertrek, moet er een assistent komen die dezelfde taken kan invullen. Gebeurt dat niet, dan verlies je de kracht van dit verhaal.”
Bob Peeters past perfect in dat profiel. In het begin van zijn trainerscarrière leidde hij nog de beloften van AA Gent, later liet hij bij al zijn werkgevers verscheidene jongeren doorstromen. Bij zijn eerste passage in ’t Kuipje was hij van bij het begin lovend voor Heymans, toen net 17 geworden. Peeters: ”Als een speler van 18 jaar evenwaardig is aan een van 30, zal bij mij altijd die eerste spelen. Die jongen kan je nog iets bijleren en is de toekomst van de club.”
Nieuw imago
De voorbije decennia kon Westerlo vaak pronken met witte merels. “Vroeger vonden ze hier altijd wel een nieuwe topschutter, maar voor een ploeg als Westerlo zijn die steeds moeilijker te vinden”, beseft Bob Peeters. “Je moet al heel veel geluk hebben.” Het financiële aspect en de grote scoutingsapparaten van de topclubs maken nu het verschil.
De doorstroming van de eigen jeugd moet het nieuwe uithangbord worden. “We hebben een eerste stap gezet, nu moeten we bevestigen”, aldus Reenaers. “Spelers als Heymans en Rommens moeten de kapstok worden waar andere jongeren zich aan kunnen optrekken.” Peeters: “We moeten ons profileren als club met een imago waar jongeren een kans krijgen.”