Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Delhaize kleurt oranje
Bijna alle Belgen weg uit top van de fusiegroep
De nieuwe CEO Frans Muller van Ahold Delhaize komt dan wel uit de Delhaize-stal, aan de top zijn er steeds minder Belgen. Maar dat is niet de hoofdzorg van de groep. Delhaize rechttrekken én meer inzetten op e-commerce is dat wel. En heb je daar Belgen aan de top voor nodig?
“Een Nederlands-Belgisch evenwicht is echts iets dat niet leeft bij ons. We beschouwen ons als één bedrijf. De fusie ligt al bijna twee jaar achter ons en de integratie is zo goed als afgerond. Onze focus is de toekomst”, reageert woordvoerster Ellen Van Ginkel van Ahold Delhaize op berichten dat de fusiegroep steeds minder Belgen telt.
Dat het aantal Belgen afneemt, is een feit. Alleen zijn de meningen verdeeld over hoe erg dat is. Gisteren maakte Ahold Delhaize bekend dat komende woensdag Johnny Thijs en Patrick De Maeseneire opstappen als bestuurders. Daarmee verdwijnen twee sterkhouders. Ook de voorzitter verdwijnt, de Zweed Mats Jansson. Zijn plaats wordt ingenomen door ex-ING-baas Jan Hommen, die opnieuw voorzitter wordt van het retailbedrijf. Als voorzitter van Ahold onderhandelde hij in 2015 de fusie met Delhaize om vervolgens in het kader van de fusie-afspraken vicevoorzitter te worden en de voorzittershamer te overhandigen aan Jansson.
Verhouding één tegen twee
De herschikking in de raad van commissarissen betekent dat de pariteit van zes ex-Delhaize bestuurders en zes Ahold-mensen verdwijnt. De raad krimpt van twaalf naar negen personen, en daarvan zijn er nog maar drie afkomstig van Delhaize. Een verhouding van één derde tegenover twee derde.
Het gaat om Jacques de Vaucleroy, Dominique Leroy (Proximus) en de Canadees Bill McEwan (ex-Food Lion). De Vaucleroy (ex-ING, ex-Axa) maakt deel uit van de historische Delhaize-families. Familiaal sentiment is aan hem niet besteed. Rendement op investering daarentegen wel.
De verhouding aan de top is een eind verwijderd van de “merger of equals” zoals in juni 2015 gezegd werd toen Ahold en Delhaize hun fusie-intentie bekend maakten.
Zo veel mogelijk gelijkwaardigheid realiseren was waarop het Delhaize-kamp inzette toen het begin 2015 Ahold voorstelde om samen te gaan. Maar dat bleek al bij de onderhandelingen een helse opdracht. Ahold was een maatje groter, waardoor een 50/50-verhouding tussen de aandeelhouders onhaalbaar bleek. Het Delhaizekamp zette vervolgens in op een 60/40-verhouding maar moest genoegen nemen met een verhouding 61/39 in het voordeel van de Ahold-aandeelhouders, die ook nog een bonus kregen.
Wat het bestuur betreft, was evenwicht nog minder evident, zeker wat betreft nationaliteit. Bij Delhaize waren er aan de top sowieso al weinig Belgen. De voorzitter van de raad van bestuur was een Zweed, de CEO een Nederlander en de financieel directeur een Fransman. Hoe krijg je daaruit enig evenwicht tussen Nederland en België? Niet dus. In het directiecomité van de groep zit slechts één Belg: Marc Croonen.
België bloedt En dan is er nog die andere grote uitdaging: het rechttrekken van
Delhaize België. De herstructurering van Delhaize België ligt ondertussen enkele jaren ons, maar de resultaten blijven ondermaats. Winst en marktaandeel staan onder druk. Delhaize opnieuw zijn allures van weleer geven, zal volgens experts alleen maar lukken als dat gebeurt vanuit het DNA van Delhaize. En dat is kwaliteit, service en innovatieve food-oplossingen aan een aantrekkelijke prijs.
Waar Albert Heijn duidelijk aanslaat in België en een specifiek DNA heeft, is het maar de vraag of het overzetten van commerciële handigheidjes die werken voor Albert Heijn ook Delhaize opnieuw op de kaart kunnen zetten.
Dat wil niet zeggen dat Delhaize niets kan leren van Albert Heijn, integendeel. De kunst voor Albert Heijn is om de vernieuwing te doen met respect voor het DNA van Delhaize. Met Hollandse zakjes voorgesneden spaghettigroenten waar het zoeken is naar een stukje paprika, zal het niet lukken.
Snelle oplossingen zijn er niet voor Delhaize, dat gelukkig een sterke tak zelfstandige winkeliers heeft, maar worstelt met de eigen supermarkten. De hele markt is ondertussen opgeschoven en wil de buurtversmarkt zijn van de consument. In een voedingsmarkt die krimpt, probeert elke supermarktformule volume af te pakken van een ander om toch nog wat groei te laten zien. Ze doen dat mee door winkels te blijven openen in een verzadigde markt. Vroeg of laat leidt dat tot een kortsluiting in de markt.
De aanhoudende kramp bij Delhaize betekent dat volgend jaar de Albert Heijn-formule in België wellicht niet verdwijnt. Maar aan de zuinige expansie met mondjesmaat, omwille van de onduidelijke plaats op langere termijn, heeft ook niemand wat. Oranje is in België nog niet klaar.