Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Een kleine ondeugende jongen in alles wat hij doet”
“‘Thomas’ spreek je uit als Fommes, en ‘Smith’ alsof je een hete aardappel in je mond hebt”, instrueert Bert Gabriëls. “Het is sinds Foute Vrienden geen geheim meer: Thomas komt overal mee weg. Ligt het aan zijn karakter, zijn glimlach, zijn jarenlange ervaring met doorgedreven improvisaties? We weten het niet!”
“Toen Thomas bij Zonde van de Zendtijd een handje kwam helpen, hadden Henk Rijckaert en ik snel door dat hij alles mag zeggen zonder dat iemand het hem kwalijk neemt. Bij een interview-sketch met politici schreven we meestal een tiental opties te veel op, om tijdens de opname te kiezen welke grap haalbaar was. De opname is namelijk afgelopen als de politicus door heeft dat de reporter geen echte reporter is. Kortom, een deel van de geschreven grappen krijg je meestal niet gespeeld.”
“Niet zo bij Thomas. Hij voerde bij elke opname het volledige scenario uit, en stoorde zich er niet aan als het slachtoffer tegenstribbelde. Bij Annemie Turtelboom slaagde hij er in een tiental vrouwonvriendelijke vragen te stellen en op de koop toe een briefje van 20 euro in haar blouse te moffelen ‘als betaling voor het interview’. Iets waar een ander een klap in het gezicht voor krijgt, daarvoor krijgt Thomas een verbouwereerde glimlach. Je moet het maar doen.”
“Waarschijnlijk omdat Thomas in alles wat hij doet een kleine ondeugende jongen blijft, met van die bambi-ogen waarin je zijn groot hart ziet liggen. Je zou het een gave kunnen noemen, maar wij noemen het gewoon Fommes Smif.”