Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Microben uit vuil water zijn puik plantenvoedsel
Wetenschappers van de universiteiten van Antwerpen en Gent maken op een mooie manier de cirkel rond: het afvalwater vol stikstof, koolstof en fosfor dat vrijkomt bij de verwerking van bijvoorbeeld aardappelen, zetten ze om naar microben. Die gebruiken ze als voedingsstof om gewassen te laten groeien. “Het voordeel is dat deze meststof veel milieuvriendelijker is dan de gangbare meststoffen”, zegt bio-ingenieur professor Siegfried Vlaeminck van de Universiteit Antwerpen.
Bio-ingenieur “Deze mest is veel beter voor het milieu en de prijs is stabieler omdat je niets moet importeren.”
Waar halen jullie dat afvalwater?
Siegfried Vlaeminck: Over heel Vlaanderen zijn er wel voedingsbedrijven die in het verwerkingsproces van groenten en gewassen water gebruiken. In dit onderzoek werkten we samen met aardappelverwerkers, die op geautomatiseerde wijze aardappelen wassen, schillen, stoomkoken of frituren. Maar bijvoorbeeld brouwerijen of bedrijven die diepvriesgroenten verwerken, zitten met afvalwater dat gelijkaardige karakteristieken heeft. Het afvalwater dat ze produceren,
Siegfried Vlaeminck
is dankzij die voedingsmiddelen rijk aan voedingsstoffen. Het zijn bovendien aanzienlijke stromen waar iets uit te halen valt.
Hoe verloopt dat proces?
Bij de huidige verwerking van het afvalwater worden bijvoorbeeld de stikstofmoleculen in het water omgezet naar stikstofgas, om te vermijden dat het in het milieu terecht komt. Onze atmosfeer bestaat voor 80% uit stikstofgas. In feite zet je het zo om naar iets dat schadeloos is, maar ook nutteloos. Terwijl wij het stikstof opvangen en omzetten naar microben. Die microben zijn de dragers van de voedingsstoffen, zij concentreren die in hun biomassa. Die biomassa oogsten we, laten we drogen en brengen we nadien weer in de bodem in. Daar geven de microben de nutriënten weer vrij en voeden ze planten. Om het onwetenschappelijk te zeggen: de microben doen eigenlijk dienst als taxi voor voedingsstoffen.
Moet je daarvoor zelf microben toevoegen?
Om het proces op te starten, heb je een heel kleine hoeveelheid microben nodig. Daarna groeien ze in een rap tempo. Het afvalwater is voor hen als een biefstuk, ze vinden het een lekkernij. Hoe meer ze krijgen, hoe beter, en hoe meer ze zich vermenigvuldigen.
Voerden jullie met meer dan één microbesoort testen uit?
We hebben drie types getest – aerobe heterotrofen, microalgen en purperbacteriën – omdat zij het vlotst te kweken zijn op de afvalstoffen die vanuit de industrie beschikbaar zijn. Normaal ga je dan voort met de bacteriën die het efficiëntst werken of het goedkoopst zijn om te maken, maar de resultaten in termen van bemesting liepen voor de drie in grote mate gelijk op. Ze doen het ook alle drie even goed als de gangbare, organische meststoffen.
Het enige onderscheid dat we konden maken, is dat de microalgen de planten ook resistenter maken tegen de schimmelziekte meeldauw. Dat bijkomende voordeel staat tegenover het feit dat microalgen iets duurder zijn om te maken. Het globale voordeel van deze microbiële meststoffen is dat ze veel beter zijn voor het milieu. Het is niet alleen een duurzamer proces, je gebruikt ook lokaal beschikbare bronnen in plaats van bijvoorbeeld fosfor uit het buitenland te importeren voor de productie van meststoffen. Dat je geopolitiek minder afhankelijk bent, geeft dan ook een stabielere prijs. Vergeet niet dat we hier niet aan landbouw en voedselproductie kunnen doen zonder meststoffen.
Kan de landbouw ze al benutten? We werken samen met twee producenten van biomassa, Avecom en AgrAqua, en één afnemer van meststoffen, Greenyard. Zo dekken we de volledige lijn. De volgende stap is opschaling. In onze proefinstallaties maakten we ongeveer een kilogram per dag, terwijl Greenyard van de grootteorde is dat ze tonnen per dag kunnen verwerken. Daarom bekijkt Avecom nu bij een aardappelverwerkend bedrijf in WestVlaanderen of het mogelijk is om het systeem toe te passen op volle schaal. Ook bij AgrAqua wordt volop bekeken of bestaande landbouwserres omgebouwd kunnen worden om naar de kweek van microalgen over te gaan.