Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Syrisch gezin uitgezet omdat moeder uit Libanon komt
Familie wacht al jaren op hereniging met zoontje dat in Syrië achterbleef
Bijna tweeënhalf jaar na hun asielaanvraag heeft het Syrische gezin Aljaloud uit Zoersel een negatief advies gekregen. Ook dochter Amar en haar man Walid uit Massenhoven moeten terugkeren. Niet naar Syrië, maar naar Libanon.
Iedereen is verbijsterd, ook de Vlaamse vrienden van de intussen al ingeburgerde kinderen. Het gezin Aljaloud stond in 2016 nog in Gazet van Antwerpen, in onze zomerreeks ‘Op stap met vluchtelingen’. Ook dochter Amar (25) en haar man Walid Hamza (28), die in Massenhoven wonen, kwamen vorig jaar in de krant omdat ze hun zoontje Adam (4) bij hun vlucht hadden moeten achterlaten bij Walids moeder in Libanon: de overtocht in een rubberboot was te gevaarlijk geweest voor het jongetje.
In Massenhoven werd hun zoontje Karim (1) geboren. Beide broertjes hebben elkaar nog nooit gezien. Maar een gezinshereniging kan pas aangevraagd worden wanneer het Commissariaat Generaal voor de Vluchtelingen (CGVS) een interview afneemt met de gezinsleden, om vervolgens een negatief of positief advies te geven.
Hoewel staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) prat gaat op een snelle dossierafhandeling, duurde het ruim twee jaar vooraleer de families Aljaloud en Hamza uiteindelijk op gesprek mochten komen in Brussel. Vrijdag stak er dan een beslissing van het CGVS in de bus, die volledig in het Frans werd opgesteld, terwijl ze alle inburgeringsen taalcursussen in het Nederlands hebben gevolgd. Maar de slotconclusie is hoe dan ook duidelijk: iedereen krijgt een negatief advies.
Mohamed (54) en Donia (45) slapen sindsdien niet meer. Ook Amar is ingestort, omdat de hereniging met haar zoontje nu nog verder weg is. Zolang de beroepsprocedure duurt, kan ze geen gezinshereniging aanvragen.
Mohamed haalt hoofdschuddend zijn Syrische identiteitskaart boven, waarop duidelijk staat dat hij in Raqqa – het geval- len bolwerk van IS – geboren werd. Alle kinderen hebben de Syrische nationaliteit. Maar Donia is Libanese. “Ik begrijp niet waarom het twee jaar en vijf maanden heeft moeten duren om dit te beslissen”, zegt Mohamed. “Onze kinderen spreken nu Nederlands. Ze zitten in de scouts en in de Chiro. Mahmoud gaat naar de Spectrumschool in Deurne, onze dochter Meryem zit in het Mariagaarde Instituut in Westmalle. Onze zoon Omar helpt in het weekend in Zoersel in een horecazaak. Onze jongste, Farah (10), heeft al veel gehuild. Ze zit hier in de Kiekeboes-basisschool in Zoersel en wil haar vriendinnetjes niet achterlaten.”
Omdat ze zelf niet goed Frans spreken, laten ze ons de motivatie van het Commissariaat Generaal voor de Vluchtelingen voor de af-
Mohamed Aljaloud
Vader
wijzing lezen. Blijkbaar is een van de cruciale elementen dat ze na het ontvluchten van het oorlogsgeweld eerst nog twee jaar in Libanon verbleven, alvorens in 2015 naar Europa te vluchten. De documenten vermelden duidelijk dat de Libanese Donia na haar huwelijk met de Syriër Mohamed in 1989 in het Syrische dorp Al Samera is gaan wonen, vlak bij Raqqa. In 2012, toen de bloedige burgeroorlog volop woedde, vluchtte het gezin naar Libanon. “Waar wij in Libanon woonden, was het een uurtje rijden naar Syrië. Door de oorlogsvluchtelingenstroom werden de Libanezen ook racistischer”, zegt Mohamed. “Onze zonen werden geslagen door buurjongens omdat ze Syriërs waren. In Libanon was er ook geen werk voor Syriërs. De arbeidsmarkt werd afgeschermd. Twee jaar hebben we gespaard om ons gezin een kans op een toekomst te geven in Europa.”
In het verslag van het CGVS staat dat het gezin met een bootje over het water naar Turkije vluchtte, en vervolgens naar Griekenland. Ze legden er de klassieke vluchtelingenroute af via Macedonië, Servië, Kroatië, Hongarije, Oostenrijk en Duitsland. Op 28 de- cember 2015 vroegen ze in Brussel asiel aan. Het verslag stipuleert verder dat Libanon niet in staat van oorlog verkeert en dat een terugkeer als veilig wordt beschouwd, hoewel er niet uitgesloten kan worden dat de huidige evolutie in Syrië een weerslag in Libanon zal kennen en dat er daar ook burgerslachtoffers kunnen vallen.
Bij dochter Amar en haar man Walid speelt het tegenovergestelde: Amar is Syrische, Walid Libanees, maar ook zij woonden in Syrië.
Dochter Meryem wil niet terug naar Libanon. “Ik studeer hier verzorging en zou dolgraag kapster worden. Die mensen in Brussel beseffen niet wat het betekent om Syrische mensen naar Libanon te sturen. Libanon wil geen Syriërs. Mijn drie broers zullen direct naar het leger moeten in Syrië. Ze willen niet gaan vechten. Farah (10) en Mohamed (20) mógen zelfs niet binnen in Libanon, omdat er iets op hun paspoort ontbreekt. Wij hebben schrik om terug te gaan.”
Donderdag gaat het gezin met een advocaat praten. “Waarschijnlijk gaan we in beroep.”
Sid Moeyersoms (18) uit Zoersel, scoutsleider en een goede vriend van Mahmoud, wilde het eerst niet geloven toen zijn Syrische makker zei dat hij uitgewezen wordt. “Ik snap het niet. Volgens mij komt het omdat tijdens het interview de ene de naam van het dorp vlak bij Raqqa noemde waar ze woonden, en de andere Raqqa zelf. Dat is zoals we hier Antwerpen, Wilrijk of het Kiel zeggen.”
‘‘Onze jongste, Farah (10), heeft al veel gehuild. Ze zit hier in de Kiekeboesbasisschool in Zoersel en wil haar vriendinnetjes niet achterlaten.’’