Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Haantjesgedrag redt geen mensenlevens
Als de Amerikaanse president Donald Trump en de Russische president Vladimir Poetin een rapport krijgen voor hun bijdrage aan het oplossen van de burgeroorlog in Syrië, zal dat er eentje met rode cijfers zijn. Beide leiders tonen in deze kwestie vooral dat ze een grote mond hebben en het fijn vinden om hun macht te tonen. Interesse in dialoog en het bedenken van constructieve oplossingen behoren blijkbaar niet meteen tot hun prioriteitenlijstje.
Het water tussen de twee kemphanen blijkt dieper dan ooit. De escalatie begon vorige zaterdag, toen 43 mensen in het stadje Douma, dat op tien kilometer van Damascus ligt, stierven bij een aanval waarbij volgens de Wereldgezondheidsorganisatie chemicaliën werden gebruikt.
Volgens Human Rights Watch zijn er sinds 2013 al 85 chemische aanvallen geweest in Syrië. Bijna allemaal worden ze toegeschreven aan het leger van de Syrische president Assad. Die had vijf jaar geleden nochtans beloofd om zijn chemische wapens niet meer te gebruiken. Toch blijft Rusland hem steunen. Dat komt niet alleen omdat Poetin Assad wil helpen in zijn strijd tegen de terreurgroep IS. Rusland levert aan het Syrische regime ook soldaten en wapens die het opnemen tegen Syrische oppositiegroepen die met IS niets te maken hebben. Poetin blijft Assad steunen om te verhinderen dat de Verenigde Staten te veel politieke en economische macht krijgen in het Midden-Oosten. Hij wil het Westen tonen dat Rusland een beer is die kan klauwen. Na zijn herverkiezing van begin maart gaf Poetin de essentie van zijn streven al aan, toen hij zijn nieuwe hoogtechnologische raketten voorstelde. “Niemand wou naar Moskou luisteren, hoewel we een nucleaire grootmacht zijn. Nu zullen ze luisteren”, zei hij toen.
Deze week zei een Russische diplomaat in Libanon dat alle Amerikaanse raketten boven Syrië zullen worden neergehaald, net als de schepen waarop ze worden gelanceerd. Donald Trump gaf daarop op zijn Twitter-pagina meteen aan dat Rusland zich klaar mocht maken om oorlogje te spelen. “Maak je klaar, Rusland, want onze raketten zullen komen, mooi en nieuw en ‘’slim!’’, schreef Trump. Van iemand die na de zoveelste dodelijke schietpartij in zijn eigen land nog altijd fier het recht op vrij wapenbezit verdedigt, kan je wellicht moeilijk anders verwachten.
Volgens de Verenigde Naties zijn er sinds 2011 al meer dan 400.000 mensen gestorven in Syrië. Als de beide presidenten niet aan tafel willen zitten om over een breed gedragen oplossing te onderhandelen, zullen er nog duizenden doden vallen. De vraag is simpel: willen Trump en Poetin in Syrië de baas spelen, of willen ze mensenlevens redden? Voorlopig lijkt hun voorkeur uit te gaan naar de eerste optie.