Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Eigenlijk willen we niet te veel met Antwerpen te maken hebben”
Het had heel wat voeten in de aarde, maar de wegenwerken in Ekeren worden binnenkort eindelijk afgerond. De middenstand slaakt een collectieve zucht van verlichting en ook de andere inwoners zijn tevreden dat hun ‘dorp’ weer toegankelijk wordt. Uw krant t
De aanslepende werken in het centrum van Ekeren zitten er bijna op, afgezien van het kruispunt van de Kloosterstraat en de Driehoekstraat dat ter elfder ure opnieuw moest worden heraangelegd, volgens geruchten dankzij een aannemer die slecht beton had gebruikt.
ontmoeten we Marcel Wouters. Hij werd geboren in Edegem en vertoeft ondertussen na tussenstops in Berendrecht, Lillo en Stabroek - al een kwarteeuw in de Kloosterstraat. “Ik en mijn vrouw zijn heel enthousiast over Ekeren met zijn fijne winkels, vriendelijke mensen en bijzondere sfeer. Ook de nieuwe straten zijn een hele verbetering en door de nieuwe verkeersregels is het veel rustiger geworden. Vroeger haalden de auto’s hier een behoorlijke snelheid waardoor ik soms terug moest binnenspringen om niet overreden te worden.”
Onze volgende halte is Het Knopke in de Kloosterstraat, waar u terecht kan voor stoffen, breiwol, garen, ritsen en nog veel meer. De winkel wordt sinds 2012 uitgebaat door Ursula Van de Sande en haar dochter en heeft ook een eigen atelier. “Ik heb zonet twee trouwjurken afgewerkt.” Ursula is erg blij dat de werken in haar straat bijna zijn afgerond. “We hebben een jaar moeten zweten, maar nu komen de klanten weer binnen en de verkoop loopt goed. Ook de nieuwe fietsenstalling en het rolstoelvriendelijke voetpad zijn echte aanwinsten. Pico bello! Alleen jammer dat de handelaars van de Kloosterstraat, in tegenstelling tot die in de Dorpsstraat, de beloofde 2.000 euro compensatie niet hebben gekregen.”
Ursula komt oorspronkelijk ‘van over het water’, uit Vrasene om precies te zijn. Ze verhuisde dertig jaar geleden met haar echtgenoot naar Zandvliet omdat hij zo makkelijker naar zijn werk, General Motors, kon. En zo kwam ze uiteindelijk in Ekeren terecht. “Het is hier goed wonen want ik heb altijd graag volk om me heen. Dat is een beetje mijn probleem: als mensen me niet aanspreken, dan doe ik dat zelf. Ik maak heel makkelijk vrienden. In Ekeren zijn ze misschien wat meer op zichzelf gericht dan in bijvoorbeeld Zandvliet, maar ik wurm me er wel tussen”, lacht Ursula. Op het Kristus Koningplein treffen we naast het standbeeld van Den Bierpruver, de mascotte van Ekeren is dat, Kane Mohamedou. Hij komt uit Mauritanië, woont nog maar drie weken in Ekeren en komt bij de politie zijn adresgegeDaar
Ursula Van de Sande Het Knopke ‘‘In Ekeren zijn ze wat meer op zichzelf dan in bijvoorbeeld Zandvliet.’’
bevestigen. “Maar ik heb hier vroeger al gewoond. Na een periode in Merksem ben ik nu dus weer terug. Ik vind het hier heel fijn en hou vooral van de rust. Waar je het beste kan uitgaan? In ’t Stad? In Ekeren is het aanbod eerder beperkt”, lacht Kane, die als dakdekker aan de kost komt en daarnaast nog naar school gaat. “Ik hoop hier de rest van mijn leven te kunnen wonen want ik voel me hier echt thuis. Afgezien van het klimaat natuurlijk.”
Lou Romans Perfect Present
Lou Roman vierde eind vorig jaar in De Roma zijn 45-jarig jubileum als pianist en bandleider, wiens orkest naast talloze Vlaamse en Nederlandse sterren ook Johnny Logan, Sister Sledge en Julio Iglesias begeleidde. Minder bekend is dat hij met zijn echtgenote Sylvaine en zijn zus op het Groot Hagelkruis tearoom-metwinkel Perfect Present uitbaat. “Ik heb mijn hele leven lang niks anders gedaan dan muziek maken, maar toen we twaalf jaar geleden zagen dat deze zaak kon worden overgenomen, hebben we na enige aarzeling toegehapt. Al kom ik eigenlijk van het Sint-Jansplein en wonen we momenteel, na een periode in Ekeren zelf, in Brasschaat.” Hij is tevreden dat de werken achter de rug zijn. “Nu het plein en de straten vernieuwd zijn gaat er weer meer volk komen. Ekeren kan dringend wat meer animo gebruiken. Er wordt wel geklaagd dat het plein nu autovrij is waarvens door er minder parkeerplaatsen zijn, maar stellen dat je Ekeren met de auto moet vermijden lijkt me toch overdreven. Je moet weliswaar een parkeerschijf gebruiken, maar dat is toch geen onoverkomelijk probleem?”
Ook de verhuis van de wekelijkse woensdagmarkt naar het Kristus Koningplein krijgt er de nodige kritiek. “Er zijn nu inderdaad minder standhouders, maar dat afbrokkelen heeft volgens mij meer te maken met de economie dan met de nieuwe locatie. Kijk naar de markt in Kapellen: een echt drama.”
Als hij niet moet optreden probeert hij zo vaak mogelijk in zijn tearoom te zijn maar “muziek komt nog altijd op de eerste plaats. Zo kijk ik nu al uit naar onze komende tournee met Günther Neefs. Maar goed, mijn vrouw is hier de verantwoordelijke en ze doet dat fantastisch goed.” Over Ekeren: “Het maakt deel uit van Antwerpen, maar heeft een dorpsmentaliteit. Verder hangen we ook te hard af van ’t Stad. We moeten onszelf financieel bedruipen, maar voor al de rest moeten we toestemming vragen aan Antwerpen. Dat zorgt voor wrevel. Ze hebben het ondertussen opgegeven, maar vroeger hadden we hier zelfs een partij die van Ekeren opnieuw een onafhankelijke gemeente wilde maken.”
Café Derby
Michel Noppe komt uit Brasschaat en baat samen met zijn Thaise echtgenote al dertien jaar café Derby op de Markt uit. “Dit is de perfecte locatie want beroepshalve ben ik havenarbeider. Ekeren is een stil, maar tegelijk levendig dorp. Iedereen kent iedereen en eigenlijk willen we niet zoveel met Antwerpen te maken hebben. Dat we een nu een district zijn in plaats van een aparte gemeente is hier nooit in goede aarde gevallen. En dan hebben ze ook nog eens ons voetbal afgepakt. Germinal Ekeren was destijds een topploeg, maar nadat het werd opgeslorpt door Beerschot stelt voetbal hier niks meer voor. Dat zit nog steeds diep.”
Café Derby had amper hinder van de wegenwerken. “Al ken ik verschillende horecazaken die daardoor hun deuren moesten sluiten. En vroeger hadden we een parking voor pakweg zestig voertuigen en nu een mooi, maar uiteindelijk doelloos plein. Wat verwachten ze? Dat mensen daar samen gaan komen om op een bankje te babbelen? Tegenwoordig heeft iedereen een gsm en een smartphone”, stelt Michel. “Anderzijds is het feit dat de markt nu hier wordt gehouden voor ons een goede zaak.”
“Voor de schoon maskes”
Stamgast Jules, een gepensioneerde loodgieter, woont al sinds zijn huwelijk, meer dan vijftig jaar geleden, in Ekeren. Waarom? “De schoon maskes he, anders was ik hier nu niet geweest”, gniffelt Jules. “Mijn echtgenote, die ik vlak na mijn legerdienst leerde kennen, was van Ekeren. Maar ik kwam er al toen ik 14 was. Ik woonde toen in Stabroek, maar mijn vader bleef hier altijd op café plakken. Dan moest ik hem van mijn moeder gaan halen en trok ik op mijn fietsje naar Ekeren. Het mocht eigenlijk niet, maar ik kreeg dan toch vaak ook een pintje. Achteraf nam hij mijn velo en mocht ik te voet terug.”
Zijn vader was een soepboer. “Hij maakte de Soep van Boom, destijds wereldberoemd in Antwerpen, die hij ook in de dokken met een karreke ging verkopen. Achteraf is het familiebedrijf met diepvriessoep begonnen. Dus als je in je jeugd soep hebt gegeten, dan werd die waarschijnlijk door mijn vader gemaakt.”
In zijn jeugd voetbalde hij bij Vitesse Stabroek, dat nog met Germinal Ekeren in eerste provinciale speelde. Een van zijn ploegmaten was Marcel Van Den Bosch. Ondanks zijn behoorlijk Vlaamse naam “was hij hier een van de eerste kleurlingen, een halfbloed die heel wat bekijks had. Het waren de jaren 60 en zo’n donkere zag je toen niet zo vaak.”
Na zijn verhuis naar Ekeren is hij maar twee keer naar een match van Germinal gaan kijken. “Natuurlijk was ik geen fan, ik kwam van Stabroek.”
Uit zijn jeugdjaren herinnert hij zich ook nog heel goed de putten van Ekeren. “Vlakbij waren er velden met patatten en mais dus we hadden altijd genoeg te eten. En er waren niet alleen die schoon
maskes, maar ook struiken”, aldus een grinnikende Jules. “En toen de mais twee kontjes hoog stond gingen we die plukken. Het ‘haar’ dat op de mais stond, gebruikten we om de meisjes een snor te geven en daarna zeiden we “allez, doe uw beentjes eens open zodat we er een paar maiskorrels tussen kunnen knikkeren. Die hadden dat destijds graag, maar nu zou je dat waarschijnlijk niet meer mogen vragen of ge krijgt een klets.”