Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Wat betekent…
VETPERCENTAGE
Gemiddeld hebben profrenners een vetpercentage tussen 4 en 10%. Een Tourrenner blijft best onder de 6%: hoe lager, hoe sneller je accelereert en hoe beter je klimt.
VO2 MAX
De hoeveelheid zuurstof die bij maximale inspanning naar de spieren kan gestuurd worden. Dat is belangrijk voor de verbranding van de grote energiebronnen in het lichaam: vetten en suiker. Hoe hoger, hoe meer zuurstof en hoe meer energie kan worden vrijgemaakt. Voor topsporters moet de waarde minimaal 70 zijn.
VERMOGEN/KG
Om de conditie te meten, wordt de maximale belasting (in Watt) gedeeld door het lichaamsgewicht. Dat getal (de relatieve maximale wattage) ligt bij professionele wielrenners tussen de 6 en 7 Watt/kg, bij de betere wielertoerist tussen 4 en 5 Watt.
MAGERE MASSA
De vetvrije massa van het lichaam, exclusief botten. Hoe lager, hoe beter voor bijvoorbeeld klimmers (zie vetpercentage).
AEROBE DREMPEL
De standaard voor het evalueren van de basisuithouding. Geeft aan wanneer het lichaam overgaat van vetverbranding naar de verbranding van suikers, de trainingen onder deze drempel voelen comfortabel aan.
ANAEROBE DREMPEL
De standaard voor het evalueren van de intensieve uithouding. Bij een inspanning boven de anaerobe drempel kunnen spieren onvoldoende zuurstof opnemen om een bepaald vermogen vol te houden. Hierdoor wordt er melkzuur opgestapeld als gevolg van het zuurstoftekort. Het gevoel dat je hierbij hebt is dat de benen “vollopen”.