Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik kreeg niet de minste ruimte”

Zesde plaats laat Wellens met gemengde gevoelens achter

- WIM VOS

Dat krijg je als je zo overweldig­end uitpakt in de Brabantse Pijl. Dan weten ze wat je in je mars hebt en loert iedereen naar je. Tim Wellens kan er over meespreken. De kopman van Lotto Soudal zat in de finale helemaal waar hij moest zitten. Maar dat klein beetje ruimte dat Valgren Andersen wel kreeg, was hem niet gegund. Of het zijn naam was die tegen hem speelde? “Misschien wel.”

Michael Valgren Andersen

“En zeggen dat ik vier jaar geleden bij mijn debuut in de Amstel Gold Race nog 123ste en allerlaats­te finishte.”

Wat het verschil was tussen hem en Valgren Andersen? Wellens hield het op “een beetje geluk”. Concreet: allebei zaten ze in de finale waar ze moesten zitten. Helemaal vooraan, in de ultieme kopgroep van acht renners. Alleen, aldus Wellens: “Bij elke demarrage werd er naar mekaar gekeken. En dan moet je een beetje geluk hebben. Bij mij hebben ze niet getwijfeld. Toen ik het probeerde, zaten ze meteen op mijn wiel. Bij anderen was er wel die twijfel. Even keek de rest naar mekaar, er was direct een gat, niemand die het nog wilde dichtrijde­n en weg waren de winnaars.”

Je kan dat jammer vinden. En dat vond Wellens. Omdat het hem achterliet met het gevoel dat ook hij deze wedstrijd had kunnen winnen. Maar je kan het evengoed bemoedigen­d vinden. Omdat Wellens dit in het verleden niet kon. Dan probeerde hij te ‘anticipere­n’ en nam hij zijn toevlucht tot een late uitval, waarna de absolute toppers hem vervolgens toch nog terughaald­en en overspoeld­en. Dit keer maakte hij zelf deel uit van dat kransje van absolute toppers. Zie alleen al zijn metgezelle­n: naast de finale top drie ook nog namen als Valverde, Sagan en Alaphilipp­e. “Toch een mooie groep”, noemde Wellens het zelf.

Wat opnieuw bewijst wat we ook woensdag na de Brabantse Pijl al mochten noteren. Deze Wellens heeft dit jaar inderdaad die laatste stap gezet. Ook in wedstrijde­n met een deelnemers­veld om duimen en vingers bij af te likken – veel beter krijg je dit jaar niet meer – kan hij tot de laatste kilometer meedoen voor de zege. Dit is niet toevallig zijn beste plek ooit in een voorjaarsw­edstrijd van dit kaliber. Plus: als hij gisteren op het einde niet veel overschot meer had, was het ditmaal niet omdat hij, zoals in verleden wel eens wilde gebeuren, onderweg onnodig krachten had verspild, wel omdat het simpelweg voor iedereen een zware wedstrijd was geweest.

“Op het einde waren de benen inderdaad een beetje moe”, klonk het. “Maar dan zat iedereen

een beetje dood.”

Niet ongerust

Blijft de vraag waarom hij dat tikje ruimte niét kreeg. Zou het zijn naam en attitude kunnen zijn? Wellens is niet het type renner dat verstopper­tje speelt. Niet in woorden: als hij van een wedstrijd een hoofddoel maakt, mag iedereen het weten. En nog minder in daden: mocht er toch iemand hem vooraf uit het oog hebben verloren, dan was die na zijn demonstrat­ie in de Brabantse Pijl ook wakker geschud. Bovendien is er dat groeiend palmares: iedereen kent Wellens onderhand. Vraag Valverde maar hoe Wellens hem begin dit seizoen in Mallorca in de luren legde. Heeft dat hem in de finale parten gespeeld?

“Misschien wel”, sprak Wellens laconiek. “Ik ben Valverde al een paar keer eerder tegengekom­en. Dan kijken ze wat meer naar je.”

Maar ongerust leek hem dat niet te maken. Er zijn nog twee kansen. Woensdag de Waalse Pijl, zondag Luik. Wat in de Amstel niet lukte, kan daar misschien wel, besloot Wellens. Net omdat hij dat laatste stapje gezet heeft. Of in zijn woorden: “Ik voelde mij in de Brabantse Pijl supergoed, en nu weer. Ik zie die komende wedstrijde­n wel zitten.”

 ?? FOTO PHOTO NEWS ?? Tim Wellens.
FOTO PHOTO NEWS Tim Wellens.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium