Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Koning moet verenigen, niet verdelen
In zijn kerstboodschap sprak koning Albert zijn steun uit voor alle mensen die de jongste maanden hun baan hebben verloren en bepleitte hij een bundeling van de krachten om werkgelegenheid te vrijwaren en te creëren. Het kabinet-Di Rupo kreeg een open doekje voor zijn prestaties met de begroting en het relancebeleid. Daar kan men het mee eens zijn of niet, de koning die zijn regering openlijk de mantel uitveegt zou pas een verrassing zijn. Een en ander doet vermoeden dat het kabinet van de premier mee de pen gehouden heeft bij de redactie van de boodschap van het Paleis. De koninklijke toespraak valt onder de verantwoordelijkheid van de regering en de eerste minister in het bijzonder die ze goedkeurt voor ze wordt uitgesproken. Het is de rege- ring die de politieke verantwoordelijkheid draagt voor de uitspraken van de koning. Elk thema dat in de tekst wordt aangesneden wordt zorgvuldig gewikt en gewogen door de kabinetschef van Albert II en zijn adviseurs want de woorden van de koning bezitten een grote draagwijdte. Het is niet verboden te denken dat het kabinet van de premier suggesties voor de redevoering overmaakt aan het Paleis.
In een opvallende passage waarschuwde de koning voor populisme zoals in de jaren dertig en zijn rampzalige gevolgen en voor het zoeken van zondebokken voor de crisis: vreemdelingen of landgenoten uit een andere landsdeel. Namen van politieke partijen heeft hij niet genoemd maar het mag duidelijk zijn dat hij daarmee de Vlaamse opposi- tie op federaal niveau viseerde. Aan Franstalige kant is die er amper. De verwijzing naar de jaren dertig is in de huidige context redelijk overdreven.
De koning heeft een verzoenende functie die essentieel deel uitmaakt van zijn taken als staatshoofd. Hij moet proberen de verschillende landsdelen op de meest harmonieuze wijze te laten samenleven. Krasse uitspraken die een flink deel van het ene landsdeel tegen de haren instrijken en die in het andere als een argument voor het grote gelijk worden onthaald passen niet in dit streven. Nu lijk het erop alsof de vorst de schuld voor de crisis deels in de schoenen schuift van “de” anderen. En dat kan toch niet de bedoeling zijn van een monarch die de koning wil zijn van al zijn onderdanen.