Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik geef alles voor mijn familie”
Stijn Vermeiren uit Pulderbos vecht moedig terug na nekbreuk bij duik in vijver
De mensen zien alleen die rolstoel, maar het is alles wat er nog bijkomt dat het zo zwaar maakt.” Het leven van Stijn Vermeiren (30) uit Pulderbos veranderde drastisch op 5 augustus, toen hij verlamd raakte bij een duik in een vijver. Sinds kort mag hij in het weekend het revalidatiecentrum in Gent verlaten. Net op tijd om samen met zijn familie Kerstmis en Nieuwjaar door te brengen.
Heel Pulderbos, een deelgemeente van Zandhoven, leefde afgelopen zomer mee met Stijn Vermeiren. Nu hij af entoeopnieuwonderdemensenkomt, wetenvelennietwatzetegenhemmoetenzeggen.“Maardatneemikniemand kwalijk, ik begrijp dat”, vertelt hij nuchter.
De visprijskamp ten voordele van Ziekenzorg op de vijver van Stijns grootvader Florent Van Staeyen is een jaarlijkse traditie in Pulderbos. Net als de plons achteraf. “Ik heb er zelf nog leren zwemmen. Wie gaat nu denken dat er zoiets verschrikkelijks kan gebeuren?”, zegt Stijns moeder Marleen Van Staeyen, die in Oostende woonde, maar na het ongeval van haar zoon terug naar Pulderbos verhuisde. We ontmoeten hen in eetcafé Het Molenhuis, waar Stijns oom Peter Van Staeyen gisteren een kerstmaal bereidde voor de familie.
Stijn weet nog exact hoe het ongeval gebeurd is. “Ik herinner me hoe ik onder water lag en naar het licht wou zwemmen, maar me niet meer kon bewegen. Je ligt daar te verdrinken en kunt niets doen. Het verdict was zwaar: drie gebroken nekwervels en ruggenmerg beschadigd. Ik heb tetraplegie, of verlamming van de vier ledematen, inclusief de romp. Ik kan mijn armen nog wel gebruiken, maar mijn handen en vingers niet. Mijn glas houd ik vast door het met mijn armen tussen mijn vingers te schuiven. Het blijft zitten, maar daarmee is alles gezegd. Er is wel een operatie mogelijk waarbij spieren van mijn onderarmen naar mijn handen getransplanteerd zouden worden. Omdat ik nog kracht in mijn biceps win, willen de dokters eerst afwachten. Maar zelfs met een operatie ga ik mijn vingers nooit meer kunnen gebruiken. Ik ben ook gedeeltelijk doof sinds mijn ongeval.”
Anderhalf uur gereanimeerd
Stijn werd naar het Sint-Augustinusziekenhuis in Wilrijk gebracht. “De eerste twee dagen ging het heel goed. Maar toen heb ik een hartstilstand gekregen. De dokter stond naast mij toen het gebeurde, anders had ik die hartstilstand niet overleefd. Anderhalf uur hebben ze me gereanimeerd. Ik lag bijna twee weken in coma. Ook nadien is het nog een paar keer kantje-boordje geweest. Omdat ik tijdens die eerste twee heldere dagen haarscherp heb kunnen vertellen waar ik in het water was gedoken, heeft mijn familie er op mijn aanwijzingen zonder lang te moeten zoeken een 130 kilo zware steen uitgehaald die vandalen er in het water hadden gedumpt. Ze moeten met meerderen geweest zijn, want alleen kan je dat gewicht nooit heffen. Dat blok stond aanvankelijk als zitbank aan de kant. Vanaf de kant was niet te zien dat het daar in het water lag. Er is een klacht ingediend en er loopt een onderzoek, maar ik maak mij wei- nig illusies. Natuurlijk ben ik kwaad. Wie zoiets uithaalt, weet dat er accidenten van kunnen komen.”
Eind augustus verhuisde Stijn naar de dienst Intensieve Zorgen van het UZ Gent, waar een gespecialiseerde revalidatieafdeling voor dwarslaesiepatiënten is. “Het is ver rijden, maar die afdeling in Gent behoort tot de Europese wereldtop”, vertelt zijn moeder Marleen.
Helse zenuwpijnen
Het is er zeker geen vakantiehotel, het betekent keihard werken voor Stijn. “In de voormiddag heb ik ergotherapie. Dat gaat van rolstoelrijden en rolstoelbalanceren, tot opnieuw zelfstandig leren eten of vlees snijden. Sms’jes verstuur ik met mijn knokkels. ‘s Namiddags heb ik kinesitherapie. Ik krijg ook psychologische bijstand, maar het
blijft natuurlijk een dwarslaesie (letsel in dwarsvlak van ruggenmerg, red.), met alle ‘ cadeautjes’ die er bijkomen, zoals helse zenuwpijnen in mijn benen en spasmen. De buitenwereld denkt dat iemand die verlamd is, niets meer voelt. Dat klopt dus niet. Sinds kort heb ik een baclofenpomp gekregen die recht in mijn ruggenmerg gaat en de spasmepijnen moet verlichten. Ik slaap rustiger, maar de pomp staat nog niet helemaal op punt.”
Stijn houdt zich sterk. “Ik geef alles voor mijn familie. Mijn moeder, mijn broers, mijn hele familie: ze doen allemaal enorm hun best voor mij. Ik was zelfstandige, werkte vaak zeven dagen op zeven. Zware fysieke arbeid: betonvloeren leggen, klinkers leggen, vangrailconstructie...”
Of hij - mocht hij geweten hebben wathemtewachtenstond-watminder hardgewerktenmeergenotenzouhebben? “Nee, ik zou alles precies hetzelfde overdoen”, zegt hij zonder twijfelen.
Marleen: “Ik heb als moeder ‘s nachts dikwijls schrik gehad, bijvoorbeeld wanneer Stijn ‘s nachts aan de vangrails op de Antwerpse Ring moest werken.Endangebeurthetopeenmoment van ontspanning.”
Of hij volgend jaar opnieuw gaat vissen op de visprijskamp van Ziekenzorg? “Het is te vroeg om dat al te zeggen. Op dit moment kan ik nog geen hengelstok vasthouden.”
Of er inspirerende figuren zijn zoals Marc Herremans aan wie hij zich kan optrekken? “Marc Herremans zeker niet. Hij is paraplegiër en kan zijn romp nog gebruiken. Dat is niet te vergelijken. Hij heeft zijn evenwichtsgevoel nog. Dan is paralympiër van het jaar Marieke Vervoort een meer inspirerende figuur voor mij. Zij zit in een rolstoel door een zenuwziekte en lijdt ook soms helse pijnen.”
Handbike
Stijns revalidatie in Gent zal nog ongeveer een jaar duren. “De dokters stellen niets in het vooruitzicht, maar ik voel wel dat ik meer kracht in mijn bovenarmen krijg. Qua sportbeoefening zie ik een handbike later zeker zitten. Dan heb ik mijn vrijheid terug en kan ik zelf alleen naar de kinesist in Zandhoven rijden. Wel een handbike met een kleine motor op, want puur op eigen kracht zal ik misschien een kwartiertje of een halfuurtje kunnen rijden, maar geen drie kwartier. Mijn broer heeft al gezegd dat hij een aangepast huis gaat bouwen. Ik wil zeker in Pulderbos blijven wonen.”