Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Stad en OCMW lopen meer dan 5 miljoen euro mis”
ACV vreest dat taxshift deur openzet voor privatisering
Door het niet verlagen van de patronale bijdragen voor overheden lopen volgens het ACV de stad Antwerpen en het OCMW jaarlijks 5 miljoen euro mis. Het zet ook de deur open voor privatisering.
Skender Baleci (foto), vakbondssecretaris van de christelijke vakbond ACV Openbare Dienst, ziet een reeks negatieve gevolgen van de taxshift voor de stad. Binnen deze beslissing van de federale regering zit het verlagen van de patronale bijdragen met 8 procent voor de private sector. Op zich heeft Baleci daar niets op tegen. De werkgever betaalt minder voor zijn personeel en de werknemer houdt netto hetzelfde over en kost zijn werkgever minder.
Maar voor de lokale overheden is het volgens Baleci een heel ander verhaal. Die vallen niet onder de verlaging van de patronale bijdragen.
“Ik ben vooral boos over de argumenten die ze aanhalen om dat onderscheid te maken”, zegt Baleci. “Zo zou wie voor de overheid werkt onder een andere RSZ-regeling vallen. Dat gaat echter alleen op voor de vastbenoemde werknemers bij de overheid. De lokale besturen zijn met 177.000 personeelsleden de grootste werkgevers in Vlaanderen. Bij de gemeenten, de steden, de OCMW’s en de provincies is gemiddeld amper nog 40 procent vastbenoemd. Van de 106.000 contractuelen valt 97 procent onder dezelfde RSZ-regeling als in de privé.”
Privatisering
Baleci trok dit door naar Antwerpen. Voor de groep Antwerpen, dit is zowel stad als bijvoorbeeld de autonome bedrijven, werken 22.000 mensen. Daarvan is minstens 60 procent contractueel.
“Alleen de stad en het OCMW lopen jaarlijks 5 miljoen euro mis, omdat zij niet kunnen genieten van de verlaging van de patronale bijdragen”, zegt de vakbondssecretaris. “Met dat bedrag kunnen honderd mensen voltijds aan het werk worden gezet. Ik hoop dat het schepencollege dit ook aan de kaak zal stellen bij de ministers. Dit kan geen probleem zijn, aangezien het partijgenoten zijn.”
Een tweede argument van de federale regering om overheden buiten deze regeling te houden, is dat ze niet in een concurrentiële omgeving werken. “Hoe wereldvreemd moet een minister zijn om dit in de eenentwintigste eeuw te durven beweren”, zegt Baleci. “Dit is beledigend voor de mensen die voor een overheid werken. Alsof overheidspersoneel gewoon maar wat aanmoddert.”
Los hiervan ziet hij een ander gevaar opdoemen: de privatisering.
“Aan de mensen van stadsreiniging wordt telkens weer gevraagd om efficiënt te werken om zo elke ‘privatiseringsaanval’ te fnuiken”, zegt Baleci. “De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten onderzocht wat voor een overheid de voordeligste manier was om het afval te laten ophalen. De conclusie: het in eigen beheer houden is het goedkoopst. Alleen dreigt dit nu op de helling te komen. Net buiten de stad wordt het afval opgehaald door private bedrijven als Van Gansewinkel. Die krijgen dankzij de verlaging van de patronale bijdragen nu een voorsprong van 8 procent per werknemer in vergelijking tot een werknemer van de stad.”
“Mijn grootste angst is dat door deze maatregel de privatisering van talrijke overheidsdiensten nu op een presenteerblaadje wordt aangeboden. Plots zijn overheidsdiensten niet meer goedkoper. Wij eisen daarom dezelfde loonlastenverlaging voor de werknemers bij de overheid, zeker als voor die diensten die wel in concurrentie staan met private bedrijven.”