Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“De kroeg is het verlengstu­k van onze living”

Volkscafés zorgen meer dan ooit voor menselijk contact en sociale controle bij alleenstaa­nden

-

oudere mensen, en allemaal hier uit de buurt. Veel alleenstaa­nden ook. Een groot deel daarvan zit hier elke dag. Ze komen voor de gezellighe­id, voor het sociaal contact. Iedereen kent hier iedereen. En ze komen allemaal overeen.” Waar de klanten van Rooi Zon zijn gebleven? Ze weet het niet. “Ze zitten in elk geval niet hier.” Haar arm wuift richting Schelde. Een berustend gebaar. Alsof mensen van de ene dag op de andere spoorloos kunnen verdwijnen in woonblokke­n of smalle straatjes. “Ik zou echt niet weten waar ik naartoe moest, als het neuzeke zou verdwijnen”, zegt Leon (57). De gedachte doet hem griezelen. “Ik zit hier elke dag. Al acht jaar lang. Vaak kom ik hier ’s middags ook iets eten. Je geeft de mannen een hand, de vrouwen een kus. We zijn één grote familie. Soms gaan we samen ook eens stevig uit de bol. Lachen en zwanzen en drinken tot in de vroege uurtjes.” “In die acht jaar heb ik maar twee keer de politie moeten bellen voor lastige klanten”, zegt Elie. “En dat waren er geen van hier.”

“Ik heb wat last van mijn zicht”, zegt Simonne (58) “Hier is altijd wel iemand die druppeltje­s in mijn ogen wil doen. En achter de toog liggen brilletjes. Die kun je

DANIËL (51)

ELIE STRYBOS (49) zomaar pakken. Dan kan ik hier gezellig de krant lezen.” “Daagt er iemand een dag niet op, dan wordt hij meteen gebeld”, vult Daniël (51) aan. “Zo groot is de sociale controle.” Daniël werkt in een instelling voor mindervali­den en komt hier elke dag zijn glas drinken en de krant lezen. “En ligt er iemand in het ziekenhuis, dan gaan we hem met z’n allen bezoeken. Dat hebben ze voor mij ook gedaan”, knikt Elie. Zes jaar geleden werd er bij Elie huidkanker vastgestel­d, die gedeelteli­jk was uitgezaaid naar haar klieren. “Voorlopig is alles oké”, zegt ze voorzichti­g. “Door de behandelin­g heb ik wel zes maanden niet kunnen werken. Maar toch kwam ik elke dag even naar het café om de klanten te zien. Tegen hen kon ik mijn hart luchten. Dat was een enorme steun. Nee, ik kan me niet voorstelle­n dat ik ooit iets anders zou doen. Dit is mijn leven.” En soms gaat er ook iemand dood. “Vorige week nog is er een madammeke gestorven. We zijn met z’n allen naar de begrafenis geweest. En Frans Andréke, weten jullie nog?” De klanten knikken. Ze weten het nog, van Frans Andréke. “Die sprak geen woord Vlaams. Hij woonde hier nochtans al vijftien jaar. Maar we verstonden elkaar. Op een dag voelde hij zich niet zo goed. En drie dagen later was hij dood. Raar hoor, die leegte. Dat is nu vier jaar geleden, maar we missen hem nog altijd.”

“Ik zal dit hier ook wel missen”, zegt Vic (44). Na twaalf jaar wonen in Sint-Andries gaat hij verhuizen. “Naar Deurne”, zegt hij. “Deurne-Noord.” Hij lacht. “Naar de hel.” Als fervent Antwerp-supporter zal hij dan dichter bij zijn favoriete club wonen. “Al ga ik al een tijdje niet meer. Duur is dat

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium