Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Oppositie nee, oppositie ja
De nakende bestuurswisseling in het district Deurne, waar Groen met de N-VA gaat samenwerken, blijft in politiek Antwerpen nazinderen. De meeste politici van de betrokken partijen houden zich officieel op de vlakte en proberen de samenwerking te minimaliseren en het bereik te beperken tot het grondgebied Deurne. Maar dat klinkt weinig geloofwaardig. Zowel bij Groen als bij N-VA wordt toegegeven dat Wouter Van Besien en burgemeester Bart De Wever “zijdelings betrokken zijn geweest”. Dat zegt voldoende over de belangrijkheid van deze demarche. Uiteraard laat een burgemeester een dergelijk manoeuvre niet zomaar gebeuren. We mogen geredelijk veronderstellen dat De Wever hier zelf grotendeels de hand in heeft gehad. Zou bovendien huidig districtsburgemeester van Deurne Peter Wouters uit puur altruïsme zomaar een stap opzijzetten? Bart De Wever is als de dood voor politieke incompetentie binnen zijn partij. Kijk maar wat op federaal niveau met staatssecretaris Elke Sleurs is gebeurd.
Behalve dat hij een opruimoperatie in zijn eigen district doorvoert, verschuift De Wever ook een aantal belangrijke schaakstukken, met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van 2018. De Wever is in de eerste plaats met de toekomst bezig en in die toekomst zou een Antwerps kartel sp.a-Groen een zware dobber kunnen worden. Een eenvoudige optelsom leert dat het spannend kan worden. Er is bovendien een simpele wet in en vooral na verkiezingen: de grootste is aan zet. Op het Antwerpse stadhuis zit één iemand die dat verduiveld goed weet en de kaarten wil blijven schudden. Hij weet dat hij met het Deurnse manoeuvre een potentieel links kartel een stevige stok in de wielen steekt. De gebeten reactie van sp.a-boegbeeld Kathleen van Brempt spreekt boekdelen. Zoals de kaarten nu liggen, heeft het idee van een kartel een stevige deuk opgelopen. Maar de deur blijkt niet helemaal dicht. Integendeel, Van Besien gooit in een interview vandaag in deze krant een andere deur dicht. Zijn uitspraak dat hij in 2018 gaat voor een coalitie zonder N-VA is een duidelijke verzoeningspoging richting andere linkse partijen. De vraag is of dat nog veel zal helpen en of Groen zich toch niet nog meer in een spreidstand manoeuvreert. Na Deurne wordt het ook voor Groen een stuk moeilijker om te blijven volhouden dat de partij op stadsniveau voluit oppositie voert tegen de N-VA. Het is waar dat districten veel minder beleidsruimte hebben dan het centrale stadsbestuur, maar toch kan een district ook een andere, heel duidelijke oppositiekoers varen, zo bewijzen ze elke dag in Borgerhout. Daar grijpt het districtsbestuur iedere gelegenheid aan om er op te wijzen dat het anders kan. Zoals de politici in een ander district, Antwerpen Centrum, dan weer hun uiterste best doen om te tonen dat N-VA en Groen wel fijn kunnen samenwerken. Ingewikkeld allemaal voor de man in de straat. Hoe dan ook, de oppositie opgeven op het niveau van district en het tegelijkertijd aanhouden op stadsniveau is theoretisch mogelijk, maar rechtlijnig is het niet. Naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 blijft alleszins één hindernis over: de keuze tussen Oosterweel en Ringland. De kloof tussen N-VA en Groen over deze kwestie lijkt reuzegroot. Maar die kloof kan misschien wel overkapt worden.