Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Aan indianen in regenwoud beloofd om duurzaamheid hier te promoten”
‘Tarzanfotograaf’ Guido Sterkendries maakt Vlaanderen warm voor biologische pluktuin
Een man, op 45 meter hoogte in de bomen van het Braziliaanse regenwoud, om een pijlgifkikker te fotograferen. Dat iconische beeld van fotograaf Guido Sterkendries (52) ging de wereld rond. Intussen heeft hij een nieuwe missie: bessen en kippen.
b Bijna dertig jaar geleden trok de Antwerpse fotograaf Guido Sterkendries (52) voor het eerst naar het Amazonegebied. Hij haalde dieren voor zijn lens op een manier zoals niemand hem ooit had voorgedaan. Ook met indianenstammen bouwde hij een vertrouwensband op die bestond uit wederzijds respect. Zijn foto’s vonden gretig aftrek bij toonaangevende magazines als BBC Wildlife en National Geographic. In 2011 verscheen zijn fotoboek
Hij werkt ook nog altijd aan zijn levenswerk
een boek en project dat zijn oeuvre zal omspannen in 800 pagina’s.
Amazone Puur.
for
Life,
Battle
‘De Tarzanfotograaf’ noemen ze hem in de glossy magazines zoals Snoecks. Op Tarzan lijkt hij ook wel een beetje, met zijn lange blonde haren en zijn al even lang en lenig lijf, waarmee hij in vijf minuten tot in een boomtop kan klimmen. Voor de indianenstammen is hij ‘de Viking’. Belgen kennen ze niet in het Braziliaanse Amazonewoud, Vikingen wel. Want die hebben lang voor Christoffel Columbus in 1492 al de Nieuwe Wereld ontdekt, zoals wetenschappelijk meer en meer wordt aangenomen. Sterkendries is daar ook van overtuigd.
De voorbije jaren veranderde er veel in het leven van de fotograaf. Hij vond een nieuwe partner, Veerle De Roeck (36), met wie het echt klikt. De twee trouwden bij de Braziliaanse Tapirapé-indianen. Hun zoon Thor (4) moest nog geboren worden, maar toch wist Sterkendries al dat hij minder vaak naar het Amazonegebied zou kunnen reizen.
“Ik ben bij de Braziliaanse overheid niet meteen de meest geliefde journalist, omdat ik geschreven heb dat de indianenbescherming faalt. De indianen weten dat ik één met de natuur ben. En in de natuur is het geven en nemen. Ik heb in het mannenhuis van de Tapirapé gezegd dat ik misschien niet meer kan terugkomen, maar dat ik wel vanuit Vlaanderen iets wilde terugdoen. Het regenwoud verdwijnt nog altijd in ijltempo. Toen ik vroeger naar Brazilië reisde, kon ik – om het naar onze context te vertalen – bij wijze van spreken van Edegem tot Lyon door dichte wouden rijden. Nu wordt alles gekapt voor de sojateelt, genetisch gemanipuleerd katoen en gemodificeerde maïs. Als die gronden dan uitgeput zijn van de opeenvolgende teelten, blijven ze roerloos liggen. Het enige wat je er dan op ziet, is dat ze er soms koeien op laten grazen. Geen koeien zoals hier, maar meer van die magere Indische runderen, omdat het klimaat in Brazilië ongeschikt is voor echte graaslanden. Als alle bomen weg zijn en het is meer dan veertig graden heet, schroeit de zon genadeloos.”
“Ik heb de Tapirapé-indianen uitgelegd dat ik hier via voordrachten de mensen zal sensibili-