Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Slaat de verveling dan toch toe?
F
ijn dat de zon die laatste vakantiedagen dan toch van de partij is. De braambessen in onze tuin kleuren eindelijk blauw, aperitieven zonder fleece wordt weer heel gewoon en we kunnen, eindelijk, de planten van onze burenmetvakantie gieten. Fijn ook dat onze jongste dochter elke dag vraagt of ze ‘naar buiten’ mag. Tuurlijk mag ze naar buiten, zeker als ze het zo mooi vraagt. Alles beter dan hangen in de zetel met Netflixgeflikker voor haar neus. Naar buiten gaan, komt in feite ook neer op hangen, maar het is in ieder geval in de openlucht. Hangen, chillen, praten ... geen probleem toch? Ik weet met wie, ik weet waar. In ‘de moestuin’, bijvoorbeeld. Een samentuin van buurthuis Posthof in de Guldenvliesstraat in Berchem. Tussen de plantjes met vrienden en vriendinnen chillen. Tof. Vorige week kreeg mijn man rond vijven (in de namiddag) een sms’je van onze dochter. Dat ze in de moestuin was en dat de politie zou bellen, maar dat ze niets verkeerds had gedaan. Mijn man was (nog) niet meteen mee en ging snel in ‘onze moestuin’ kijken, scherpe blik naar de lucht gericht waar heel geregeld de politiehelikopter hangt ... Niet dus, onze dochter en haar vrienden hadden in de moestuin in de Guldenvliesstraat bezoek gekregen van een duo politieagenten. Die hen fors en ferm vroegen wat ze daar in godsnaam deden. Dat die moestuin bedoeld was voor buurtbewoners en dat ze, ze waren met zijn tienen, te veel plaats innamen zodat die buurtbewoners geen plekje meer vonden. Toen ze opmerkten dat ze buurtbewoners waren, werden ze er, even fors en ferm, op gewezen dat ze respect moesten hebben voor een uniform. Identiteitskaarten werden opgevraagd, telefoonnummers van de ouders genoteerd, want die zouden op de hoogte worden gebracht ... En ja, een van de vrienden was zo frank te zeggen dat de ouders op de hoogte waren en te vragen wat ze fout deden daar op dat stukje openbaar domein. Van het ene woord kwam het andere, en wegens weerspannigheid is die ene mondige vijftienjarige meegenomen naar het bureau. En natuurlijk zijn ze de volgende dag, ook op ons aanraden, teruggegaan. En de dag erna weer. Nu mogen ze er niet meer op. Verboden door de politie. Ook de bankjes zijn weggehaald. Wij wachten nog altijd op dat telefoontje. We willen wel eens weten wat er scheelt. We hebben immers liever dat onze vijftienjarige dochter in de moestuin zit dan op café.