Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“De Flandria kan toch niet verdwijnen?”
Iconische rederij vaart zijn laatste zomer
De ooit zo gereputeerde rederij Flandria tuft zijn laatste zomer in de Antwerpse haven. Met verouderde schepen, ontsierd door roestplekken en afbladderende verf. Maar ook met een trotse kapitein die de eer van het Antwerpse icoon hoog houdt en blijft geloven in de toekomst. Want Antwerpen zonder passagiersvaarten is voor hem ondenkbaar.
Het begon als een mooie zonnige ochtend maar op het ogenblik dat we samen met de andere passagiers aan de Londenbrug inschepen voor een tocht door de haven, pakken donkere wolken zich samen boven de Flandriaboot. Pijnlijk passend nu de enige Antwerpse rederij die dagelijks toeristische vaarten organiseert, zowel in de haven van Antwerpen als op de Schelde, de handdoek in de ring gooit. Nog een paar maanden en de naam Flandria, een begrip in ons land, dreigt te verdwijnen. Het moet van Antwerpen zowat de enige aan het water gelegen stad zonder dagelijkse passagiersvaarten maken.
Rots in de branding
Voor de drie bemanningsleden wordt het een rustige voormiddag: ze ontfermen zich vandaag over 55 passagiers. Niet bepaald een hoge bezettingsgraad. “Door de weersomstandigheden is het niet echt druk. Bij beter weer is er gelukkig meer volk”, stelt kapitein Charl Verstappen vast. Hij is voor de rederij een rots in de branding. Al sinds 1979 is hij kapitein bij Flandria. “Ik heb alle ups ands
downs meegemaakt maar ik ben altijd bij Flandria gebleven. Varen is mijn passie en mijn hobby. Ik zag de haven de voorbije jaren compleet veranderen. Heel opvallend is de transformatie van ‘t Eilandje. Dat is echt the place
to be aan het worden. Dat alleen al maakt het varen elke dag weer de moeite. Ik blijf ontdekken.”
“Elke dag is helemaal anders door de mensen die ik tegenkom. Niet alleen van bij ons maar ook veel toeristen. Hier hoor je zowat elke taal en dat is plezant. Maar ook op andere vlakken is geen enkele tocht dezelfde. Nu liggen twee schepen in onze weg, we kunnen niet meteen voorbij de brug
We worden onderbroken door een jonge passagier met een vraag. “Weet u hoe diep het water is?” vraagt de jongen. De kapitein heeft meteen zijn vriendelijke antwoord klaar. “Hier hebben we een diepte van negen tot twaalf meter. Verderop gaat dat zelfs tot twintig meter.” Kapitein Verstappen is het gewend om vragen te krijgen. “Zeker in de voormiddag want tijdens de korte haventocht is er geen gids aan boord. Dan komen passagiers met hun vragen naar mij. Een kapitein moet heel sociaal zijn en vier talen spreken. En iets van de haven kennen.”
Bemanningsleden zonder uniform
Dat de passagiers bij de kapitein te rade komen, is niet helemaal verwonderlijk. Er zijn nog wel twee andere bemanningsleden aan boord maar zij dragen gewone kledij, geen uniform. Als ze niet achter de bar staan, merk je niet dat het om personeel gaat. “Tien jaar geleden was dat helemaal anders”, weet stuurvrouw Myriam Leroy. “Ik begon hier in die periode als jobstudent. Iedereen was netjes in uniform en we waren nog met tien personeelsleden per boot.”
Myriam is intussen ruim drie jaar in vaste dienst en ze heeft de titel van stuurvrouw maar omdat er zo weinig personeel is, lijkt ze eerder een manusje van alles. “Ik doe niets wat een echte stuurvrouw doet”, lacht Myriam. “Ik zorg wel dat alles klaar staat voor de kapitein, maar verder verkoop ik tickets, doe de bar, plaats de tafels en zet na afloop alles weer netjes. Eigenlijk doe ik zowat alles maar de job blijft leuk, al daalt het aantal passagiers. De aankondiging, net voor de zomer, dat Flandria stopt, kwam te vroeg. Veel mensen denken dat het al gedaan is en denken dus niet meer aan varen. De populariteit vermindert merkbaar. En de reclame is op Antwerpen gericht, elders weten de mensen niet dat we varen. We krijgen dan ook amper Belgen aan boord, het zijn vooral toeristen.” Dat maakt het meteen ook logisch dat de kapitein veel vragen krijgt. Zonder gids speelt er enkel een bandje met informatie in het Nederlands. Nutteloos dus voor de anderstalige toeristen.
Oude grandeur
De passagiers maar ook Myriam rend in gebruik is: de Flandria oo niet bepaald als de parel van de A werpse haven. “Eens stevig schur en verven zou geen kwaad kunne Maar dat zal er nu wel niet meer v komen”, vreest Myriam, die toch a boord wil blijven tot de laatste rit. blijf tot het stopt. Maar ik heb werk kerheid nodig, dus ik solliciteer Veel mensen in vaste dienst zijn vertrokken omdat ze geen toekom meer zien.”
Varen met passie
Kapitein Verstappen houdt z meer op de vlakte. “Naar het schi stopt het, ik heb dat ook gehoord. W werken onze seizoensfolder af, 6 november. Volgend jaar varen van maart tot eind mei nog wel voor de educatieve uitstappen. M menteel vaar ik zeven dagen p week. We zijn allemaal ontslag maar toch staan we hier elke dag. G teravond stopte ik om 22u en vanm gen was ik om 8u al terug aan boo Ik ben per week tot 90 uur op de Fla dria. Wie hier werkt, telt niet zijn ur maar vaart met passie. We hebb wel eens een mindere dag maar vo al veel echte topdagen.”
De kapitein duimt dat daar geen ei aan komt in november. “Hopelijk k ik daarna blijven varen. Ik ben 55 hoop er nog tien jaar bij te doen. S dio 100 stopt zijn concessie maar B bo is eigenaar van de schepen. M schien heb ik daar nog toekomst. vaar ook vaak met de jachtboot v Gert Verhulst. Daarmee kom ik zow overal. Mogelijk gaan we volgend ja naar Cannes, over zee. Nog net i anders dan varen in deze Antwerp vijver”, lacht hij.
In het doemscenario van een defi tief einde gelooft hij niet. “We hebb al zoveel meegemaakt en altijd we er toch een oplossing gevonden. kan me niet inbeelden dat een w reldhaven als Antwerpen geen pas giersvaarten meer zou hebben. N alleen mensen van bij ons ook toer
CHARL VERSTAPPEN
Kapitein Flandria ‘‘Antwerpse iconen zoals de Zoo, brouwerij De Coninck of Flandria kunnen niet verdwijnen.’’