“Aardbeving was niet te voorspellen”

De aardbeving in Italië komt niet als een verrassing. Dat zegt Manuel Sintubin, geoloog aan de KU Leuven. “Onder de Apennijnen botsen de aardplaten wel vaker tegen elkaar.”

Een aardbeving wordt veroorzaakt door de tektonische platen, stukken van de aardkorst, die op 40 kilometer onder het aardoppervlak tegen elkaar aanscheuren. Onder de Apennijnen vechten de Afrikaanse en de Euraziatische plaat al eeuwenlang een strijd uit. En daarboven zijn er nog veel andere, kleinere platen die ook geregeld tegen elkaar botsen. Door de bewegingen van de aardplaten worden de Apennijnen uitgerekt. Dat maakt het gebergte broos. Bij elke aardbeving scheuren er nieuwe stukken van de bergen. Een aardbevingsgevoelig gebied dus, en toch is het niet mogelijk om de volgende beving exact te voorspellen. “We kunnen dat hoogstens op een paar tientallen jaar na zeggen. Het is wetenschappe- lijk onderbouwd giswerk. Wie lang genoeg in het gebied leeft, zal tijdens zijn leven wel één aardbeving meemaken. De mensen in de regio moeten dan ook altijd voldoende eten en drank in huis hebben om minstens 72 uur te kunnen overleven.”

Manuel Sintubin waarschuwt voor naschokken. Die kunnen nog weken, zelfs maanden later komen. Dan zullen gebouwen die nu schijnbaar licht beschadigd zijn, allicht helemaal tegen de vlakte gaan.