Gazet van Antwerpen Stad en Rand
En deze schande is voorbij”
Kinderrechtencommissaris eist uitzondering
De uitwijzing van de 16jarige Djellza uit Mechelen zet het Kinderrechtencommissariaat onder hoogspanning. Ze spreken er over “een schande” en noemen het “niet menswaardig” om een perfect geïntegreerde tiener terug te sturen naar Kosovo, een land dat ze niet kent. Theo Francken (NVA) buigt niet. “Haar ouders hebben acht keer het bevel gekregen om het grondgebied te verlaten. Dit is gewoon de wet.”
Hij is kwaad, kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen. Omdat hij - naar eigen zeggen - nu al weet wie in het dossier-Djellza de grootste verliezer zal zijn: het meisje van 16 jaar. En omdat volgens hem een oplossing nochtans voor de hand ligt. Vanobbergen vraagt – of beter: smeekt – om de invoering van een “kinderpardon”. Een regeling waarbij kinderen die al lang in ons land verblijven en perfect geïntegreerd zijn, ook gewoon kunnen blijven. Zelfs al komen ze eigenlijk niet in aanmerking voor asiel. “We denken dan puur vanuit het belang van het kind. Omdat kinderen er zeker niet beter van worden als ze na lange tijd teruggestuurd worden naar een land dat ze niet of amper kennen. We wéten gewoon dat die kinderen daar vaak nog jarenlang psychisch onder lijden.”
Voor Djellza en haar familie lijkt er ondertussen geen weg terug. De familie heeft vernomen dat de uitwijzing gepland is voor maandag, zegt hun advocaat Maurice Mandelblat. Djellza en haar vader verschijnen vanmorgen wel voor de raadkamer in Mechelen, die moet oordelen of ze nog langer opgesloten mogen blijven. Als ze niet vrijkomen, dan is de kans groot dat ze maandag op een vliegtuig naar Kosovo worden gezet.
Vanobbergen pretendeert niet dat hij met dat kinderpardon het warme water heeft uitgevonden. “Het idee komt uit Nederland, waar ze het al toepassen. Voor kinderen die vijf jaar in Nederland verblijven en die sterk in de Nederlandse samenleving geworteld zijn.”
Het zorgt voor veel opgekropte frustratie. “Djellza is niet alleen”, zegt Vanobbergen. “Het is het zoveelste verhaal van een kind wiens leven op zijn kop wordt gezet. Zo’n kind terugsturen is mensonwaardig. En veel mensen zijn het daarmee eens. Hoe verklaar je anders die petities en boze reacties van scholen en jeugdverenigingen telkens wanneer zo’n geval bekend raakt?”
Vooral de houding van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) begrijpt Vanobbergen niet. “Vroeger, toen hij nog in de oppositie zat, was hij er zelf ook voorstander van om deze kinderen niet uit te zetten. Maar nu zou zo’n kinderpardon een aanzuigeffect hebben en extra asielzoekers lokken. En dus is het onbespreekbaar.”
Vanobbergen wil niet naïef zijn. Hij weet dat elke regeling tot misbruik kan leiden. “Maar dat is toch geen argument om elke discussie te weigeren? Als een kinderpardon onbespreekbaar is, misschien kunnen we kinderen dan het recht geven om hun diploma middelbaar te halen. Daar moeten we in dit land toch over kunnen praten?”
Staatssecretaris Francken wijst de ouders van Djellza aan als de verantwoordelijken voor de schrijnende situatie waarin het meisje zich nu bevindt. Als zij de wet hadden gevolgd, dan had het volgens hem nooit zover moeten komen. “Het gezin Berisha verblijft al zestien jaar in ons land, maar zonder ooit een duurzaam verblijfsrecht te hebben verworven”, zegt de staatssecretaris. “Al die jaren weigerden de ouders gevolg te geven aan hun wettelijke verplichting om het grondgebied te verlaten. Ze negeerden al die jaren acht bevelen om het grondgebied te verlaten.”
Francken heeft het over “onverantwoordelijk en onwettig gedrag” van de ouders. “Het is jammer dat het minderjarige kind het slachtoffer wordt van dat gedrag, maar er kan voor haar helaas geen uitzondering gemaakt worden.” Daarvoor baseert Francken zich op de wet die zegt dat “de eenheid van het gezin” primeert boven het belang van het kind om in België haar studies voort te zetten. Hij biedt Djellza wel een uitweg om haar studies voort te zetten. “Niets weerhoudt haar ervan om, eens zij meerderjarig geworden is, een studentenvisum aan te vragen en zo, op een wettelijke manier, de door haar gewenste studie verpleegkunde in België aan te vatten”, zegt de staatssecretaris.