Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Meryl Streep zingt zo vals als een kat in ‘Florence Foster Jenkins’
Florence Foster Jenkins (1868-1944) was een fenomeen en ook wel een mysterie. Deze dame die in 1909 een fortuin erfde van haar vader, zag zichzelf als een van de grote operazangeressen van haar tijd. Maar het mens zong zo vals als een kat. Blijkbaar vond haar publiek haar onconventionele benadering van bekende aria’s van Mozart en Verdi zeer amusant. De vraag blijft echter of zij zich geheel bewust was van haar afgrijselijke stem. De twee recente films die over haar gemaakt zijn, gaan ervan uit dat ze een naïeve ziel was die voor zichzelf ontkende dat ze niet kon zingen. Vorig jaar kwam al de Franse tragikomische biopic uit met de uitstekende Franse actrice Catherine Frot in de hoofdrol. Het verhaal werd zwaar gefictionaliseerd en overgeheveld naar het Parijs van begin twintigste eeuw waarin ze vooral de heldin van de anarchisten werd.
Stephen Frears (
Marguerite Florence Foster Jenkins,
The Queen), de nieuwe film van
blijft dichter bij de echte Florence, maar fantaseert er ook vaak op los. Nu incarneert Meryl Streep de rol van krijsende nachtegaal. Streep heeft niet alleen de juiste leeftijd, maar ze kan ook echt zingen. Een noodzaak, want je moet heus wel gevoel voor ritme hebben om Verdi of Mozart geloofwaardig uit te kotsen. De Britse regisseur Stephen Frears gebruikt het verhaal van Jenkins vooral om een melancholisch liefdesverhaal te vertellen. Het echte hoofdpersonage is haar echtgenoot St. Clair Bayfield (Hugh Grant), die bij Jenkins blijft om zijn luxeleventje en zijn minnares te financieren. Wanneer vrouwlief dan het krankzinnige idee krijgt om in Carnegie Hall op te treden, begint St. Clair morele vraagtekens bij zijn leven te plaatsen. Stilaan ontdekt hij dat hij echt wel liefde voelt voor zijn vrouw. Frears houdt het allemaal relatief simpel en focust vooral op de juiste toon. Zijn kracht zit hem in de rimpelloze overgang van het tragische naar het komische en omgekeerd.
Florence Foster Jenkins.