Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Zwoegen met zwaarwichtige kunst
Plafondschildering van 244 jaar met fanfare en politie naar Den Wolsack
Na een afwezigheid van bijna acht
jaar zijn De Goden op de
Olymbusberg weer thuis. Onder politiebegeleiding werd de Antwerpse plafondschildering donderdagavond naar huis Den Wolsack teruggebracht.
Eind november 2008 werd het historische doek, dat toen al 236 jaar het plafond sierde van de Hofkamer van Den Wolsack in hartje Antwerpen, losgemaakt en enkele dagen later – opgerold op een speciale bobijn – voor restauratie overgebracht naar de hal van het ING-gebouw in de Lange Gasthuisstraat. Een klein jaartje later was de reiniging en restauratie voltooid, maar deed zich in de eindfase een jammerlijk incident voor. Het rechtgezette doek viel om en scheurde over heel de breedte. Enkele maanden later werd het in 2010 overgebracht naar het Rubenianum in het historische Kolveniershof, waar het sindsdien te bewonderen was, in afwachting van een grondige facelift van de Hofkamer.
Langzaam over de Meir
Intussen zijn de restauratiewerken aan de Hofkamer ver genoeg gevorderd om het 13 meter lange en 5 meter brede doek terug op zijn plaats te hangen. Zo’n ‘tableautje’ van 65 vierkante meter hang je echter niet zomaar aan een andere nagel. Daarom werden donderdagavond een verhuisfirma en de Antwerpse politie opgetrommeld om, onder begeleiding van een uitgelaten spelende fanfare, het doek langzaam over de Meir en langs de Sint-Katelijnevest, de Korte Nieuwstraat en de Korte Koepoortstraat tot de Oude Beurs te brengen. Tientallen voorbijgangers keken in de tropische binnenstad verrast op toen ze het gezelschap mét fanfare én burgemeester voorbij zagen komen. Bij de passage werden de trams tegengehouden. Om 21.25u kon het kostbare goedje aan de Den Wolsack afgeleverd worden. Pas volgende zomer zal het doek in al zijn kleurrijke glorie weer voor het groot publiek toegankelijk zijn.
Voorafgaandelijk stonden zowel de Antwerpse burgemeester Bart De Wever als Rubenianum-directeur Véronique Van de Kerckhof als Kristl Strubbe van erfgoedorganisatie Herita even stil bij de 18de-eeuwse parel die De Go
den op de Olympusberg is. De restauratie van ‘de grootste plafondschildering op doek van West-Europa’ zal uiteindelijk zowat 130.000 euro gekost hebben.
PAUL VERBRAEKEN
Is het verf? Of vogeldrek? Jaren discussieerden Noorse kunstkenners over witte vlekken op De Schreeuw van Edvard Munch. Een groep Antwerpse chemici geeft nu het antwoord, dankzij een revolutionaire scanner van 300.000 euro. “Edvard Munch was gewoon een beetje onhandig met een kaars.”
Volgens kunsthistorici was het vogeldrek, omdat Edvard Munch graag buiten schilderde. Nonsens, aldus de restaurateurs. Want door de microscoop leken die vlekken niet op vogeldrek. Veeleer op witte verf. Maar waarom schilderde Munch die vlekken dan niet weg?
De X-stralenfluorescentiescanner heeft nu het antwoord gegeven. De machine is een uitvinding van enkele chemici van de Universiteit Antwerpen. Zij werden uitgenodigd in het Nationaal Museum van Oslo om De Schreeuw te onderzoeken. “Onze scanner ontleedt pigmenten en brengt de chemische elementen op het doek in beeld”, zegt dr. Geert Van der Snickt. “We ontdekten dat het geen vogeldrek of verf is, maar bijenwas. Schilders gebruikten vroeger vaak was om schilferende verf te fixeren. Allicht vielen een paar kaarsdruppels op het doek.”
Het is niet de eerste opzienbarende ontdekking van de scanner. De onderzoekers ontwierpen de machine zelf in 2008, en analyseerden sindsdien topwerken van Rubens, Rembrandt, Goya en Van Gogh. “De scanner heeft een revolutie ontketend in de kunst”, zegt Katrijn Debragt van het Rubensmuseum. “Bij Het Pelsken, een intiem portret van Rubens’ tweede vrouw Helena Fourment, ontdekten we dat er oorspronkelijk een fontein met een Manneken Pis op de achtergrond stond. Een erotisch symbool destijds. Rubens overschilderde het allicht om niet te veel te choqueren.”
De toekomst van de kunst lijkt dus duidelijk: als elk museum zo’n pigmentscanner koopt, worden straks honderden mysteries ontrafeld. “Er is één probleem”, zegt Van der Snickt. “De prijs. Doordat het heel precieze en dure hardware is, kost de commerciële versie 200.000 à 300.000 euro. Alleen het Metropolitan Museum in New York kocht er al zo één. Daarnaast zijn wij de enigen die een schilderij al zo nauwkeurig kunnen ontleden.”
21.40u: de laatste meters. Het doek is na acht jaar bijna thuis in de Hofkamer in de tuin van huis Den Wolsack.