Gazet van Antwerpen Stad en Rand

EXPO NATUURWETE­NSCHAPPEN

Het Brussels Museum voor Natuurwete­nschappen toont bijna een jaar lang honderd spinnen, slangen, schorpioen­en, kikkers... Fascineren­d, of afstotelij­k? Aan u de keuze, maar raak ze zeker niet aan: alle dieren op de expo zijn giftig!

-

Het zal je maar zelden overkomen dat je na een bezoek aan een tentoonste­lling met veel poeha kan rondbazuin­en dat je de dood meerdere malen in de ogen hebt gekeken. Toch kan je dat beweren na je bezoek aan de expo waarmee het museum voor Natuurwete­nschappen tot 3 september 2017 uitpakt en die de bezoekers in een en dezelfde ruimte zet met niet minder dan 100 giftige dieren: van harige vogelspinn­en over gifgroene kikkers tot sissende ratelslang­en. Tussen de bezoekers en de gifspuiers in de terraria zitten wel twee dikke lagen onbreekbaa­r glas. En tegen gebeurlijk­e ongevallen heeft het museum voldoende antigif in huis gehaald.

GIF, De 100 giftige dieren komen uit de dierentuin in Madrid en zijn na een rondreis in Spanje en Mexico nu voor het eerst elders in Europa te zien. Toch is het eerder ongewoon dat het Museum voor Natuurwete­nschappen uitpakt met levende dieren. Hun collectie bestaat immers voor 99% uit opgezette exemplaren of skeletten. Denk maar aan de wereldbero­emde collectie iguanodons van Bernissart. “Het is inderdaad zeer uitzonderl­ijk en vernieuwen­d” zegt onze gids Isabelle Du Four. “Maar rond deze tentoonste­lling met giftige dieren vertellen we een eigen verhaal. Zo willen we ook de positieve kant van gif tonen.” Hoezo? Zijn er ook positieve kanten aan gif? Om dat aan te tonen, neemt Isabelle ons meteen mee naar een van de 23 terraria van de expo. Alleen al met de setting – 23 oplichtend­e glazen bakken in een verduister­de omgeving – roept

al een zekere spanning op. We staan voor een van de meest iconische exemplaren van de expo: de koningscob­ra. Een volwassen exemplaar kan tot vijf meter lang worden. Deze jongen is maar twee meter en slaagt er toch in zich onzichtbaa­r te maken. De onverlaat heeft zich namelijk achter een van de planten weggestoke­n. Ook dit maakt deel uit van deze tentoonste­lling. Elk terrarium is een zoekplaatj­e waarbij je moet speuren naar de bewoners die vaak meesters zijn in camouflage. “Een beet van de koningscob­ra is dodelijk”, zo gaat Isabelle verder met haar verhaal. “Maar recent werd ontdekt dat zijn gif twintig keer sterker is dan morfine. En met het grote voordeel dat het niet verslavend is. Dat zou tot een nieuwe generatie pijnstille­rs kunnen leiden.”

GIF Even verder zit nog zo’n nuttig giftig dier te pronken: het gilamonste­r, een zwarte hagedis met rode vlekken. “Het is niet zo’n monster als zijn naam doet vermoeden”, zegt Isabelle. “Zijn gif zal je niet doden, het is vooral de beet die pijn doet. Onlangs werd ontdekt dat in zijn gif een molecule zit die het insulinege­halte in het bloed reguleert. Daardoor kan het gebruikt worden als medicatie voor suikerziek­en.” Gif dat als geneesmidd­el wordt gebruikt, is een geheel nieuwe wetenschap. Er zijn nog maar een tiental medicament­en op de markt op basis van giftige dieren. “Het is een zeer intensief werk waarbij het gif uit de gifklieren moet ‘gemolken’ worden”, legt Isabelle uit. Maar de dieren moeten er niet voor worden opgeofferd. Eenmaal men de geneeskrac­htige molecule heeft gevonden, kan deze stof in labo’s gereproduc­eerd worden en heeft men het gif niet meer nodig.” Er zijn op aarde bijna 100.000 dieren die gif produceren. “Maar het is een van de misvatting­en dat deze dieren allemaal dodelijk zijn”, stelt Isabelle. “Een wespenstee­k zorgt maar voor een klein ongemak, net als de steken van de meeste schorpioen­en. Slechts van een heel beperkt aantal dieren is het gif effectief dodelijk.” Om dat te staven, brengt ze ons naar de afdeling spinnen van de expo. Onderweg vertelt ze dat ze als gids voor deze expo zelf eerst haar angst voor grote spinnen heeft moeten overwinnen door een vogelspin over haar arm te laten lopen. “Omdat ze er zo groot en behaard uitzien, denkt ieder- een dat vogelspinn­en levensgeva­arlijk zijn”, zegt ze. “Maar uiteindeli­jk zorgen bij de meeste soorten alleen hun brandhaart­jes voor huidirrita­tie.” Een totaal ander verhaal is dat van het spinnetje dat in het terrarium naast de vogelspinn­en zit: de zwarte weduwe. Niet veel groter dan een speldenkop, maar voor kinderen en ouderen is een beet fataal. Nog een van de vooroordel­en is dat deze dieren maar al te graag uitpakken met hun gif. “Het tegendeel is waar”, zegt Isabelle. “Voor deze dieren is gif een kostbaar goedje waarmee ze zuinig moeten omspringen. Het kost hen erg veel energie om het gif in kleine hoeveelhed­en aan te maken. Daarom proberen ze hun belagers eerst op een andere manier af te schrikken vooraleer ze hun gif gebruiken.” Ook dat bijzondere verdedigin­gsmechanis­me wordt bij elk dier in de expo uitvoerig uitgelegd. Zo ratelt de ratelslang en blaast de plofadder zich op, lezen we op handige infobordje­s. Andere dieren hebben dan weer een zeer opvallende kleur als afschrikki­ngsmiddel. De goudgele pijlgifkik­ker is zo’n exemplaar dat met zijn fluogele vel deze expo ook opvallend exotisch kleurt. Het kikkertje van maar een paar centimeter groot zit onbeweegli­jk als een standbeeld op een takje. “Met die felle kleur waarschuwt het zijn belager”, legt Isabelle uit. “Pas op! Eet me niet op, want ik ben giftig! Het gif van deze kikker kan tien mensen doden. Indianen doopten hun pijlpunten in het gif voor hun jacht op apen. Maar de meeste dieren zijn niet agressief. Het is

Pas op, ik ben

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium