Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Antwerpen heeft beste
Studio 100topman Hans Bourlon (54) gaat in de komende jaren in ons land
Hans Bourlon (54), oprichter en medeeigenaar van Studio 100 in Schelle, wil zijn bedrijf in de komende jaren nog meer laten groeien. Dat zal voor een deel in het buitenland gebeuren, omdat de fiscale wetten voor de amusementsindustrie in Frankrijk en Australië veel voordeliger zijn dan in België. Studio 100 bouwt in ons land in de komende jaren wel twee waterparken, waarvan één wellicht in Deurne. “Als het Antwerpse stadsbestuur ons toestemming geeft, zullen we het doen.”
In de voorbije weken lekte uit dat Studio 100 een van de kandidaten is om een groot waterpark te bouwen op de site van Skipiste Zondal in Deurne. Hoever staat het met die plannen? Hans Bourlon: De raad van bestuur van Studio 100 heeft beslist dat we in de komende jaren twee grote waterparken gaan bouwen. Dat zijn parken met een zwembad van 25 meter lang, waar inwoners van de desbetreffende gemeente tegen een voordelig tarief kunnen zwemmen. Buiten dat zwembad zullen er in het waterpark veel gethematiseerde baden en een pak animatie zijn. We hebben met Plopsaqua nu al zo’n waterpark in De Panne, waar bezoekers van verschillende banen kunnen glijden die onderweg openvallen, zodat je vanop een zekere hoogte pardoes in het water terechtkomt. Tot hiertoe zijn er drie steden of gemeenten die interesse tonen in zo’n waterpark: Antwerpen, Mechelen en Landen. Wellicht zullen andere gemeenten zich ook aanmelden, omdat veel van de bestaande zwembaden verouderd zijn.
Is het mogelijk dat zowel Antwerpen als Mechelen een waterpark krijgen? Dat moeten we bekijken, maar dat is een punt van twijfel. Het is wel duidelijk dat Antwerpen het verst staat met de procedure. Als het stadsbestuur ons de toelating geeft om het waterpark te bouwen, zullen we dat ook doen. We hopen om die toelating dit jaar te krijgen.
Hoelang duurt het voor zo’n waterpark er is? Het duurt zo’n anderhalf jaar om een waterpark te bouwen. In De Panne heeft het langer geduurd, maar dat kwam omdat we toen nog geen ervaring hadden met het bouwen van waterparken. Er worden in België niet veel nieuwe zwembaden gebouwd, waardoor we de kennis voor het aanleggen van zo’n waterpark voor een stuk in het buitenland hebben moeten halen. Voor alle duidelijkheid: wij willen niet zomaar een zwembadje aanleggen. We mikken op een bijzonder waterpark waarvoor mensen bijvoorbeeld bereid zijn om een uur onderweg te zijn. In De Panne hebben we 350.000 bezoekers per jaar. Als we een waterpark in Antwerpen bouwen, zal het vermoedelijk nog iets groter zijn.
Studio 100 wordt ook alsmaar groter. Naast waterparken bouwen jullie nu een hotel op de site van Plopsaland De Panne. Waar eindigt dat? Tja, we zitten in een sector waar er nog groei mogelijk is. Een ticket voor Plopsaland kan je niet digitaliseren. Onze jobs worden dus niet door computers ingepikt. In de toekomst willen we zeker nog overnames doen. We mikken vooral op nieuwe pretparken en mediafiguurtjes. In 2007 hebben we bijvoorbeeld het bedrijf E.M. Entertainment in Duitsland overgenomen, waardoor we het figuurtje Maya de Bij in handen kregen, dat in heel veel landen bekend is. Ons bedrijf heeft er met moderne computertechnieken nieuwe series van gemaakt, die vandaag worden uitgezonden in 160 landen en op grote televisiezenders zoals TVE in Spanje, ZDF in Duitsland, TF1 in Frankrijk en TRT in Turkije worden getoond. Vorig jaar was ik met Vredeseilanden op mountainbiketocht in Nicaragua. Ik zag er in een stadje een cinema waar ze welgeteld vijf films speelden en onze film van Maya de Bij was erbij. Dat geeft een bijzonder gevoel.
De films van Maya de Bij worden in The Flying Bark Studio in Sydney gemaakt. Is het niet jammer dat een Vlaams bedrijf naar Australië moet uitwijken om topproducties te maken? Ja. Eigenlijk wilden we jaren geleden de tekenfilmindustrie in Vlaanderen uit de grond stampen. We zijn toen bij ministers Bert Anciaux en Fientje Moerman geweest en deden onze investeringsplannen met Maya de Bij en andere figuurtjes uit de doeken. We hebben hen de voordelen getoond die Frankrijk en Australië bieden en hen gevraagd welke voordelen ze daar tegenover konden stellen, maar ze staken hun handen in de lucht. Ik verwijt die mensen dat niet. Het is in de Belgische politiek nu eenmaal moeilijk om beslissingen te nemen. Maar ik vind het wel spijtig, want België is een land van grafici en striptekenaars. Als ik de trein van Brussel-Zuid naar Frankrijk neem, zie ik op het gebouw van uitgeverij Lombard altijd een grote afbeelding van Kuifje en zijn hond Bobby staan. Helaas is de strip- en tekenfilmindustrie die in Brussel aanwezig was, voor een groot deel naar Frankrijk en Australië verhuisd.
Wat hebben die landen dat wij niet hebben? In Australië wordt 40% van de productiekost die je daar in de tekenfilmindustrie spendeert, door de overheid gesubsidieerd. Het geld alleen is geen doorslaggevende factor. Maar doordat Australië die voordelen consequent jaar na jaar aanbiedt, is daar veel kennis ontstaan, zijn er veel studio’s en scholen en dus ook veel plaatselijk talent in onze sector. De Franse overheid geeft gelijkaardige voordelen. Het gaat dus niet alleen over de loonkosten, want die zijn in Frankrijk ook hoog. België stelt daar enkel de tax shelter tegenover (waarbij een investering fiscaal kan worden afgetrokken, red.). Maar die maatregel is minder goed dan wat Australië en Frankrijk te bieden hebben. Is het trouwens niet een beetje vreemd dat de Belgische overheid een belastingsysteem bedenkt en dan dat eigen systeem onderuithaalt met de tax shelter? En ja, Vlaamse bedrijven hebben ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Maar wij vinden het niet onze taak om hier een tekenfilmindustrie op te richten.
Terug naar het begin. Gert Verhulst, Danny Verbiest en jij begonnen in 1990 met afleveringen van Samson & Gert. In de loop van dit jaar komen er nieuwe afleveringen op televisie. Hebben de pratende hond en zijn baasje dan geen houdbaarheidsdatum? De figuren van de Samson-reeks zijn volwassenen die zich als kinderen gedragen. Dat is een tijdloze formule. Alberto Vermicelli, de burgemeester en Eugène Van Leemhuyzen doen ook weer mee. Zolang Gert en de anderen het graag doen, gaan we ermee door. Mijn hart zou bloeden als Samson ermee stopt, omdat ik er zelf van in het begin ben bij geweest.
Gert Verhulst is tegenwoordig nogal veel op televisie te zien. Heeft hij nog genoeg tijd voor Studio 100? In de komende maanden zal hij iets minder tijd hebben, maar Gert blijft een belangrijke rol spelen. Het is zeldzaam dat iemand van 48 jaar nog de kans krijgt om een heleboel televisieprogramma’s te presenteren, dus hij moet die kansen grijpen. Ik applaudisseer daar voor. En wat Studio 100 betreft: Gert en ik hebben weinig woorden nodig om beslissingen te nemen. We nemen twintig agendapunten in een halfuur door. Aart Staartjes, beter bekend als Meneer Aart uit Sesamstraat, had eerder deze maand flinke kritiek op de programma’s van Studio 100. “Ik heb zo’n medelijden met de acteurs die al die onzin moeten vertellen”, zei hij.
Ik heb die kritiek met veel respect voor zijn grijze haren gelezen. Ik daag hem met plezier uit om vijf teksten uit Sesamstraat te plukken en ik zal vijf teksten uit onze series kiezen. We zullen dan een onafhankelijke jury laten oordelen of onze teksten beschamend zijn en die van Sesamstraat hoogstaand. Maar ik ga ervan uit dat wij kwalitatief gezien fantastische dingen maken. In tegenstel-