Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“We vochten altijd voor het shirt

- Ghanese Amsterdamm­ers in de Kempen

De ene speelt FIFA, de andere Call of Duty, maar wat hebben ze ontzettend veel gemeen: kind van Ghanese ouders, geboren in Amsterdam, bij Ajax gespeeld, in Westerlo beland. “En we hebben ook dezelfde kapper.” Een dubbelgesp­rek op stage met Mitch Apau (26) en – het had zijn jongere broer kunnen zijn – Elton Acolatse (21).

Jullie weten waarom we jullie samen zetten?

Apau: “Omdat we zo veel gemeen hebben wellicht? ( glimlacht) Voor alle duidelijkh­eid: dat is echt toeval.” Acolatse: “We zijn geen familie.” Apau: “Wel goeie vrienden. Ik help Elton waar ik kan. Met kleine dingen, samen naar het gemeentehu­is gaan of zo. En ik heb hem een huis cadeau gedaan. ( grijnst) Na vorig seizoen had ik Westerlo verlaten, omdat ik uitkeek naar iets anders. Toen ik uiteindeli­jk toch terugkeerd­e, bleek dat ze hem in mijn huis hadden gezet.” Acolatse: “Het is heel fijn wonen daar.” ( grijnst) Jullie zijn allebei exAjacied. Acolatse: “Klopt. Ik heb bij Ajax alle jeugdreeks­en doorlopen.” Apau: “Ik zat alleen bij de U19. Van 2007 tot 2009. Toen Elton vorige zomer in Westerlo belandde, kende ik hem wel van ziens. Maar niet persoonlij­k. Hij zat vier teams lager, en als 17-jarige ga je niet met de jonkies om.” ( glimlacht) Acolatse: “Ik heb sowieso wel langs de kant gestaan tijdens zijn wedstrijde­n. Ik keek enorm op naar de oudere jongens.” Apau: “We hadden een aardig ploegje. Met Özbiliz, Blind, Ricardo van Rhijn van Brugge ook.” Acolatse: “Die was toen nog laatste man, dacht ik?” Apau: “Juist. We speelden met drie echte verdediger­s, de vierde was degene die van achteruit inschoof, en dat was Ricardo. Van onze ploeg zijn toch wel wat jongens prof geworden, ook al werd de lichting na ons, met Denswil, meer geprezen. Onze doelman was Bizot van Genk, die heeft het ook gered.” Jij ook, maar niet bij Ajax? Apau: “Als je naar de beloften wou, moest je een contract krijgen, en dat kreeg ik niet. Dan ben ik maar naar tweede klasse gegaan, naar Veendam. Maar ik heb bij Ajax, onder Frank de Boer, wel enorm veel bijgeleerd.” Acolatse: “De jeugdoplei­ding van Ajax wordt niet voor niks de beste ter wereld genoemd. Ik had De Boer ook als coach. Eerst bij de D1, toen ik twaalf was. Later haalde hij me bij het eerste elftal. Nog voor mijn concurrent­en El Ghazi, nu Nederlands internatio­nal, en Kishna, die bij Lazio zit. In 2015 tekende ik bij, maar ik heb nooit de kans gekregen om mijn debuut te maken. Dus zocht ik toch maar een oplossing, en dat werd Westerlo. Het is wel heel anders voetballen. Vroeger hadden we altijd de bal, moest ik nooit verdedigen. Maar dit maakt me sterker.” Wie waren jullie Ajaxidolen? Apau: “Bergkamp vond ik een mooie speler. En ik was ook gek van Kluivert. Zeker omdat ik toen zelf nog voorin speelde.” Acolatse: “Ik keek op naar Babel, maar natuurlijk ook naar Ibrahimovi­c en Suarez.” Niet naar Johan Cruijff? Acolatse: “Tuurlijk wel, maar ik heb hem nooit zien spelen. Cruijff is een legende, hij heeft zo veel goeds gedaan voor Nederland, met zijn Foundation.” Apau: “Ik zat vroeger op de Johan Cruijff College. Eén keer per jaar kwam hij langs, konden we hem van dichtbij zien. En ik weet nog: als je bij Ajax op de bank begon, en je kreeg het nummer 14, was je dolgelukki­g.” ( glimlacht)

Acolatse: “Klopt, het was altijd vechten voor dat shirt. Ik heb hem een paar keer op de club gezien. Je zag gewoon dat hij een groot persoon was, dat straalde hij uit.” Apau: “Zijn dood kwam als een schok, voor het hele land. Hij was de enige die alle clubs oversteeg. Die zowel in Amsterdam als Rotterdam werd bejubeld.”

Blijft Amsterdam voor eeuwig de stad van jullie hart? Apau: “Sowieso. Elke vrije dag zit ik in Amsterdam, ook omdat mijn vriendin voorlopig daar is gebleven. Ik ben er snel, het is slechts anderhalf uurtje rijden.” Acolatse: “Ik woon nu in Herselt, op tien minuutjes van Westerlo. Een wereld van verschil met Amsterdam. Het is een soort dorp, er valt weinig te beleven. Dat vind ik op zich prima, zo kan ik volledig op het voetbal focussen. Maar als we een dagje vrij hebben, rijd ik ook naar Amsterdam, om m’n familie en vrienden te zien.” Apau: “En dan komen we elkaar iedere keer tegen bij de kapper. ( lacht) We hebben dit seizoen ontdekt dat we dezelfde hebben.”

Acolatse: ( grijnst) “Dat is ook altijd het eerste wat we doen: even binnen springen bij de kapper.”

Wat opvalt, is dat jullie heel rustige gasten zijn. Allesbehal­ve Amsterdams­e schoffies. Apau: “Zoals iedereen ben ik op straat beginnen te voetballen, maar het schoffie is er bij mij al uit sinds mijn veertiende. Als je bij een profclub terechtkom­t, AZ toen, moet je je toch wat serieuzer gedragen.”

Acolatse: “Ik ben eigenlijk altijd een rustige jongen geweest. ( glimlacht) Mag je navragen.” Doe ik. Vanwaar jullie Ghanese roots eigenlijk? Apau: “Mijn beide ouders zijn Ghanees. In de jaren tachtig zijn ze naar Nederland gekomen, op zoek naar een beter leven. Al valt Ghana qua welzijn best mee, en het gaat er ook vreedzaam aan toe. Ik ben er al vaak op vakantie geweest.” Acolatse: “Ook mijn ouders maakten de oversteek. Ik ben er ook al een paar keer geweest, al is het nu alweer vier jaar geleden.” Apau: “Ik ga normaal gezien komende zomer, kom maar lekker mee!” Acolatse: “Het is er hard veranderd, hoor ik?” Apau: “Zeker. En sinds de nieuwe verkiezing­en waait er een hele nieuwe wind, het land is nu echt in volle opbouw.”

Ben je er nu al gaan solliciter­en? Apau: ( glimlacht) “Nee, toch niet. Vorig seizoen had ik wel al contact met de voetbalbon­d, nadat ik de procedure voor een Ghanees paspoort was gestart. Hopelijk kan ik dat snel bemachtige­n. Ik zou erg graag voor Ghana uitkomen, dat lijkt me ook nog redelijk haalbaar.” Acolatse: “Het lijkt me ook wel wat, voor het land van je roots spelen. Maar ik ben nog jong, en ik heb eigenlijk altijd voor Nederland gespeeld.”

Ben je Albert Stuivenber­g hier al tegengekom­en, jouw exbondscoa­ch? Acolatse: “Ja, ik zag dat hij hier met Genk was, op een van de velden naast ons. Ik heb hem nog niet kunnen aanspreken, maar hij zal me zeker nog kennen. Vijf jaar geleden wonnen we samen het EK -17 in Slovenië, dankzij mijn late gelijkmake­r in de finale tegen Duitsland. Geweldige tijd.”

Er komen nu belangrijk­e weken aan in de degradatie­strijd, dus als afsluiter: hoe is de stage al verlopen? Acolatse: “Goed. Al ben ik behoorlijk moe. Drie trainingen per dag: soms voelt het alsof ik bijna niet meer Mitch Apau

‘‘Ik heb bij Ajax, onder Frank de Boer, enorm veel bijgeleerd.’’ “We hebben dit seizoen ontdekt dat Elton en ik naar dezelfde kapper gaan in Amsterdam.” ‘‘Ik woon nu in Herselt. Weinig te beleven, maar dat vind ik prima. Zo kan ik volledig focussen op het voetbal.’’

Elton Acolatse b Elton Acolatse (21) en Mitch Apau (26): goeie vrienden. b FOTO PHOTO NEWS

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium