Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Hoe hard wordt ‘harde Brexit’?
Behalve minder chocolade in hun Tobleronerepen, dalende vastgoedprijzen in Londen en een goedkoper pond, blijven de economische gevolgen van het aangekondigde vertrek van de Britten uit de EU voorlopig beperkt. De gevreesde crash bleef uit. Sterker nog, de Britse economie is in het derde kwartaal van vorig jaar zelfs met 0,5% gegroeid. Dat is sneller dan de eurozone.
De Brexiteers moeten niet te vroeg juichen. De Britse economie profiteert al volop van de voordelen van de aangekondigde Brexit – het veel goedkopere pond geeft de Britse export een boost – maar de nadelen sijpelen veel langzamer door in de cijfers. Terwijl de volgens Commissievoorzitter Juncker “zeer moeilijke onderhandelingen” nog moeten beginnen.
Over de economische impact van een harde Brexit blijft het daarom speculeren. Ook na de toespraak van premier Theresa May. Alleen de intentie van de Britten is nu duidelijk, voor het overige blijven veel vragen onbeantwoord. Een overzicht.
Wie verliest er het meest bij een harde Brexit: wij of de Britten?
Dat is nog onzeker. De Britse handelsstromen naar Europa zijn wel veel groter dan omgekeerd. Bijna de helft van de Britse export gaat naar EU-landen, goed voor 9% van het Britse bbp en 2,3 miljoen jobs.
Maar ook Europa is kwetsbaar. Ruim 10% van de EU-export gaat naar GrootBrittannië, goed voor 1,5% van de werkgelegenheid en het bbp van de EU. Hogere importtarieven kunnen de export van de Europese bedrijven naar Groot-Brittannië in de toekomst fors doen slinken.
En de forse daling van het pond maakt onze producten in Britse winkels nu al duurder. In Vlaanderen dreigen vooral de voeding- en textielsector daarvan de gevolgen te voelen.
Kunnen de Britten zomaar nieuwe handelsakkoorden onderhandelen?
Dat is veel moeilijker dan de Britse premier May laat uitschijnen. Een akkoord met de EU binnen twee jaar lijkt onrealistisch. En zolang de Britten nog lid zijn van de EU, mogen ze zonder het akkoord van Brussel geen handelsgesprekken beginnen met bijvoorbeeld de VS of Brazilië.
En als de Britten uit de EU stappen, moeten ze ook met de EU een nieuw vrijhan- delsakkoord hebben om te voorkomen dat ze straks EU-importtarieven moeten betalen. Dat kan snel zes tot zeven jaar duren, even lang als het omstreden vrijhandelsakkoord (Ceta) tussen de EU en Canada.
Groot-Brittannië zal zijn regels ook daarbuiten voortdurend aan de onze moeten blijven aanpassen, bijvoorbeeld voor veiligheids- en gezondheidsvoorschriften. Want ook daar kunnen serieuze handelsbelemmeringen groeien door meer regeltjes en bureaucratie. Zwitserland bijvoorbeeld – ook geen lid van de EU – checkt voortdurend of zijn regels nog compatibel zijn met de Europese.
Wat zijn de economische gevolgen van die langdurige onzekerheid?
Die zijn vooral op lange(re) termijn groot. Neem de auto-industrie, traditio-
neel groot in het Verenigd Koninkrijk. Nu kunnen auto’s vrij naar het Europese vasteland verscheept worden. Een belangrijke reden voor autofabrikanten om hun fabrieken in Groot-Brittannië te vestigen en het land te gebruiken als toegangspoort naar Europa. Ruim driekwart van alle gemaakte auto’s zijn voor de export, vooral naar de EU.
De kans dat dit zo blijft, lijkt na de toespraak van May zeer klein. Ook al wil May voor de auto-industrie uitzonderingen onderhandelen. Maar denktank Bruegel merkte deze week op dat de Britse premier niet alles tegelijk kan willen. Analisten waarschuwden daarom nogmaals dat veel buitenlandse bedrijven hun investeringen in Groot-Brittannië zullen afbouwen. Dat zal de Britse economie voelen. Een vijfde van alle investeringen komt van buitenlandse bedrijven.
Verder dreigt ook de jaarlijkse instroom van vele duizenden hoogopgeleide buitenlandse werknemers – vooral actief in de Londense City – bij een harde Brexit moeilijker te worden. Ook dat zal wegen op de Britse groei.
Hoe kwetsbaar is de Londense City?
Op papier zeer kwetsbaar. Op een paar vierkante kilometer in het centrum van Londen werken ruim 414.000 mensen in de financiële sector. Daar gonst het van de geruchten. Onder meer BNP Paribas, Morgan Stanley, JPMorgan, Citigroup en investeerder BlackRock willen personeel verhuizen naar het vasteland of snoeien in hun personeel. De CEO van HSBC herhaalde in Davos zijn dreigement om duizend bankiers naar Parijs te verhuizen. Ook UBS waarschuwde dat duizend van zijn vijfduizend Londense werknemers kunnen vertrekken bij een Brexit.
Onderhandelingstactiek of niet? Wie zal het zeggen. Een snelle leegloop dreigt (nog) niet. Zelfs HSBC is “niet gehaast”. Maar bij een harde Brexit zullen veel buitenlandse banken in Londen ergens binnen de eurozone een apart dochterbedrijf moeten openen of uitbreiden om zonder problemen op het Europese vasteland actief te kunnen blijven. Zeker als ze hun paspoortrechten (toegangsrechten tot de EU) verliezen. Dat scenario dreigt voor 5.500 financiële bedrijven.
En ook een deel van de clearing-activiteiten – de afwikkeling van beurstransacties, een grote en lucratieve handel in Londen – zou naar het vasteland kunnen verdwijnen. En dat omdat de ECB toezicht eist over die activiteiten in euro.
Kan May terugslaan door van Londen een belastingparadijs te maken?
Ja. Het is een van de weinige Britse wapens om de EU tot een aanvaardbare deal te dwingen en een leegloop van de Londense City te vermijden. Met een lage vennootschapsbelasting en andere fiscale voordelen kan Groot-Brittannië bedrijven, vermogenden en financiële activiteiten uit Europa weglokken. Zoals Ierland dat doet binnen de EU.
De schrik zit er al in. Nederland zei onlangs dat het elke handelsovereenkomst tussen Groot-Brittannië en de EU zal blokkeren, tenzij Londen akkoord gaat met strenge belastingregels.
De Londense City mikt op een onderhandeld compromis. De hoop op het behoud van de Europese paspoortrechten is weg. Sinds kort zet de Britse bankierslobby in op een zo ruim mogelijke toegang tot de interne Europese markt. Ofwel door vergelijkbare toezichtregimes, ofwel door het toezicht met de ECB te delen. Dat moet de schade beperken.