Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Schone liedjes blijven wél duren
JOHN TERRA HERRIJST IN DE ROMA
“In mijn hart ben ik altijd een zanger gebleven”, zegt John Terra (65). Hij mag dan wat uit beeld zijn verdwenen, zaterdagavond verrijst een van de boegbeelden van het Vlaamse charmelied tijdens het traditionele nieuwjaarsbal in De Roma in Borgerhout.
Op het jaarlijkse nieuwjaarsbal in De Roma mag ceremoniemeester Warre Borgmans zaterdagavond twee speciale gasten aankondigen. De Lou Roman Band begeleidt er David Vandyck en John Terra. “De Roma heeft voor mij veel in gang gezet”, steekt laatstgenoemde van wal. “Ik heb er ooit op uitnodiging van De Laatste Showband gestaan. Patrick Riguelle vroeg me toen een Neil Diamond-medley te doen. Dat was de aanleiding waarom ik opnieuw ben gaan zingen. Met Patrick heb ik vervolgens de theatertournees Songs from The
Brill Building en Tin Pan Alley gedaan. Op een van die optredens heb ik mensen van een platenfirma ontmoet, waardoor ik weer ben gaan opnemen.”
Flashback naar 1996: John Terra zet een voorlopig punt achter zijn carrière als zanger en gaat zich profileren als producer en liedjesschrijver voor collega’s als Luc Steeno, Christoff, Dana Winner, Helmut Lotti, Bart Kaëll en Yasmine. “In die periode maakte VTM de nieuwe artiesten. Met uitzondering van Willy Sommers, die Tien
om te zien presenteerde en zo zijn carrière heeft kunnen redden, hebben generatiegenoten zoals Paul Severs en ik toen een enorme knauw gekregen. Opeens moesten wij vechten om op tv te komen. Om brood op de plank te krijgen, was ik verplicht andere horizonten op te zoeken. Gelukkig kon ik dankzij mijn muziekopleiding aan het conservatorium gaan schrijven en producen.”
Zolang hij met muziek bezig kon zijn, was Terra tevreden, vertelt hij. Toch bleef de roep naar het podium in zijn achterhoofd galmen. “In mijn hart ben ik altijd een zanger gebleven. Toen ik van Patrick Riguelle het voorstel kreeg om songs van Neil Diamond te zingen, voelde ik heel intens wat ik het liefst van al doe”, bekent hij.
Door zaterdagavond in De Roma met de Lou Roman Band te zingen, maakt Terra een cirkel rond. Zijn eerste muzikale stappen heeft hij namelijk een halve eeuw geleden gezet bij The Ramblers, het orkest van zijn oom. “Als zanger ben ik uit dat format geboren”, stelt Terra. “Ik was amper vijftien toen ik in dat orkest ben beginnen optreden. Als de mensen op dreef waren, speelden we op bals soms wel zeven uur. Als je jong bent en muziek je hobby is, er- vaar je dat niet als werken. Dan vliegt de tijd voorbij en is zingen een heel diepe ervaring, als meditatie.”
HIT ALS PENSIOENSVERZEKERING
Tegenwoordig treedt John Terra, zoals de meeste Vlaamse zangers, vooral op met zijn begeleidingsmuziek op band. “Iemand die zoals ik uit dat live-milieu komt, heeft dat altijd een zeer trieste ontwikkeling gevonden. Er gaat niets boven een live-ervaring. De keren dat ik nog eens met een echt orkest zoals de Lou Roman Band mag spelen, kan ik tellen op de vingers van een flink verminkte hand. In De Roma breng ik liedjes van mijn jongste cd, met covers van mijn grote idool Neil Diamond, en mijn oudere Vlaamse repertoire. Uiteraard zit daarbij ook De dag dat het zonlicht niet meer
scheen. Het verwondert mij hoe dat nummer uit 1980 bij verschillende generaties gekend blijft. In studentencafés zingen jonge mensen het mee. Dat nummer is mijn pensioen, hé.”
Na zijn passage in De Roma maakt Terra zich op voor Vroeger en nu, de beknopte theatertournee die hij vanaf 12 februari door Oost- en West-Vlaanderen onderneemt. “Uit die hoek is de interesse gekomen. Als de opkomst meevalt, plan ik in het najaar mogelijk meer optredens”, zegt de Limburger die in 1995, bij zijn 25-jarig jubileum als zanger, tot ereburger van Maasmechelen is benoemd. “Ik woon weliswaar al ruim veertig jaar in Meise, maar het doet me nog altijd plezier dat ze mij in Maasmechelen niet zijn vergeten. Bij evenementen zoals het jaarlijks carnaval word ik steevast uitgenodigd.”
“De keren dat ik nog eens met een echt orkest mag spelen, kan ik tellen op de vingers van een flink verminkte hand.” JOHN TERRA zanger