Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Stadshavenmeester belicht Eilandje van alle kanten
Op rondvaart met stadshavenmeester Werner Weijts langs meer dan 15 kilome
Het Eilandje vormde in de negentiende eeuw dé Antwerpse haven achter de sluizen. Uit de zes historische negentiende-eeuwse dokken groeide de moderne haven van Antwerpen. De ‘oude haven’ of ‘stadshaven’ heeft met haar jacht- en evenementenkades dezer dagen in hoofdzaak een recreatieve functie. En sinds 2016 ook een eigen havenmeester. Uw krant voer samen met stadshavenmeester Werner Weijts en zijn assistent Jan Truyens door het Bonaparte-, Willem-, Hout-, Kattendijk-, Asia- en Kempisch dok.
Antwerpen heeft sinds begin 2016 officieel twee havens en dan hebben we het niet over de Waaslandhaven. Het had heel wat voeten in de aarde, maar de aparte structuur voor de afgesplitste ‘oude haven’ of ‘stadshaven’ staat nu helemaal op punt.
Ooit was de tweeling Bonaparteen Willemdok (1813) bijna aanleiding voor een wereldconflict tussen Frankrijk en Groot-Brittannië. De Britten vonden deze dokken, gegraven voor de Franse oorlogsvloot, niet ten onrechte een “pistool gericht op Londen”. Samen met de Kattendijksluis (1859), het Kattendijkdok (1860-1881), het Houtdok of Mexicodok (1869), het Asiadok (1873) en het Kempisch dok (1873) vormde dit gebied – het Eilandje – in de negentiende eeuw dé Antwerpse haven achter de sluizen. Op oude postkaarten is te zien hoe dit gebied zwart zag van zeeschepen en een wirwar aan binnenschepen.
Hippe woonzone
Vandaag is van die oude drukte, zeker ’s winters, niets meer te merken. De oude haven heeft met haar jacht- en evenementenkades in hoofdzaak een recreatieve functie gekregen en werd met onder meer het Cadixproject een snel evoluerende hippe woonzone. Voor de moderne scheepvaart moet je sinds 1 januari 2016 boven de Siberiabruggen zijn. Antwerpen en het Havenbedrijf beslisten om deze apart groeiende zone vanaf dan los te maken van het eigenlijke commerciële zeehavengebied. Dat was op zich de praktische vertaling van het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP). Daarbij blijft het zeehavengebied, onder de hoede van havenschepen Marc Van Peel (CD&V), verantwoordelijk voor alles ten noorden van de Siberiabruggen. Ten zuiden daarvan werd de stadshaven gecreëerd.
Dit gebied valt rechtstreeks onder burgemeester Bart De Wever en wordt dagdagelijks geleid door de stadshavenmeester, Werner Weijts. Vanaf 1 januari 2016 werden de bevoegdheden formeel overgeheveld nadat eerst een apart politiereglement voor het stadshavengebied was uitgevaardigd.
GASboetes
Officieel staat de stadshavenmeester in voor de uitvoering, toezicht en handhaving van het politiereglement en voor de handhaving van de openbare orde, rust en veiligheid in de stadshaven. De dienst stadshaven heeft dan ook politionele bevoegdheid en kan GAS-boetes uitschrijven. Concreet coördineert de stadshavenmeester onder meer de ligplaatsen langs de meer dan 15 kilometer kade ( zie
kader) in zijn stadshaven. Maar hoe begin je daaraan? Werner Weijts, zelf jarenlang gepokt en gemazeld binnen de havenkapiteindienst van de ‘grote haven’, besteedde het voorbije jaar alvast aan het uitbouwen van zijn gloednieuwe stadshavendienst. Zo werden drie assistent-stadshavenmeesters en twee deskundigen aangeworven. Tegelijk werden afspraken gemaakt over de aparte maritieme radiofrequentie en de dienstverlening. In tegenstelling tot de grote haven heeft de dienst stadshaven geen volcontinudienst, maar verzorgt die wel een permanentie van 6 tot 22u. De bediening van de Kattendijksluis blijft in handen van Waterwegen en Zeekanaal, terwijl het Havenbedrijf blijft instaan voor de bediening van de bruggen.
Patrouilleboot
j
“Er zijn met het havenbedrijf
ook sluitende overeenkomsten gesloten om een aantal activiteiten te blijven verrichten”, weet Werner Weijts. “Zo bijvoorbeeld inzake de drinkwaterbedeling, de baggerwerken en het weghalen van het onvermijdelijke drijfvuil. Wat dat baggeren betreft, hebben we heel het gebied laten peilen en de waterdiepte is overal voldoende voor de verwachte vaartuigen.”
Om overal ook daadwerkelijk toezicht te houden, beschikt de dienst sinds kort ook over een eigen, krachtige dinghy, een robuuste rubberboot met buitenboordmotor, waarmee tot in de verste uithoeken kan worden gepatrouilleerd.
Met Werner Weijts en assistent Jan Truyens verkenden we alvast de stadshaven. Te beginnen in het Bonapartedok dat een museumdok blijft voor varend erfgoed en voor watergebonden evenementen om meer dynamisme te creëren. Gevolgd door het Willemdok met tientallen prachtige jachten, maar waar nu ook passagiersschepen kunnen meren. “Momenteel overwinteren er acht van deze riviercruiseschepen”, weet de stadshavenmeester. “In het tussendokje heb ik ook de prachtige Earl of Pembroke laten afmeren.”
Bukken voor Londenbrug
Doorvaren naar het grootste dok, het Kattendijkdok, is geen sinecure. Om onder de Londenbrug te kunnen doorvaren moet je zelfs in een dinghy gehurkt gaan zitten. “Binnenkort zullen we de Londenbrug een tijdje verwijderen. Voor voetgangers en fietsers zullen we zolang een schuifbrug inleggen.”
In het Kattendijkdok, met achteraan het iconische nieuwe Havenhuis, is de indeling nu duidelijk: aan de westkant overwinteren riviercruiseschepen en liggen verderop de stadsdroogdokken te wachten op hun verdere invulling; aan de oostkant ligt de cluster van havenrondvaartboten. De oostkant blijft ten noorden van de stilaan gerestaureerde Mexicobruggen mogelijk voor commerciële vaart. En er zijn twee speciale kades: kaai 14 vlakbij de Londenbrug is sinds 1 januari een flexibele ligplaats waar men slechts een halfuurtje mag afmeren: een ‘kus- en vaarzone’ voor boten. Achteraan, onder het Havenhuis, wordt kaai 44 met het Zaha Hadidplein, genoemd naar de overleden architecte van het Havenhis, dé evenementenkade bij uitstek.
Woonboten
Een apart verhaal vormt het Houtdok (of Mexicodok). Hier is volop de renovatie van de kaaimuren bezig: een titanenwerk dat voor heel de stadshaven allicht een meerjarenplanning vergt.
Traditioneel ligt hier het unieke, betonnen kerkschip afgemeerd. Daarachter liggen ook – nu voor de winter – enkele (Zwitserse) riviercruiseschepen. Verderop zijn nog beperkte commerciële activiteiten mogelijk en kunnen binnenschepen wachten.
Vooral op de zuidkant zal volgend jaar het doods ogende dok helemaal anders kleuren. Tegen dan zal de kaaimuur volledig vernieuwd en met aparte staketsels uitgerust zijn, goed om er 34 woonschepen een vaste ligplaats te geven. “Een enorm succes, we zullen keuzes moeten maken”, vertelt de stadshavenmeester. “Er zijn nu al meer dan honderd aanvragen binnen. Elke dag komt er nog wel eentje bij.”
Wrak van IJ slandvaarder
Tegen dan moet allicht ook duidelijk worden wat er zal gebeuren met het wrak dat hier ligt, net voor de indraai naar het Kempisch dok. Daar roest de 0.305 François Musin weg: de laatste Belgische IJ slandvaarder die volgens de website van het Vlaamse watererfgoed niet alleen een beschermd monument is, maar “vanaf
2013 zal worden gerestaureerd”. Toch zouden er dankzij de havendienst nu toch subsidies komen. “Iets wat al jaren mogelijk was, maar nooit werd aangevraagd.” Ook de houten mijnenveger MSC 931 Knokke, een boogscheut verder in het Kempisch dok, oogt uiterst precair.
In dit dok wordt heel de westkant ingenomen door de ‘sociale jachthaven’ en is een aantal kaaimuren duidelijk aan een herstelbeurt toe. Aan de oostkant liggen, in afwachting van de oplevering van de kaaimuur in het Houtdok en de openbare bevraging, tijdelijk woonboten afgemeerd: sommige luxewoningen, andere lijken de status van ‘onbewoonbare woning’ nabij.
Megaziekenhuis
Rest het Asiadok met de hoofdkwartieren van enkele bedrijven. Vorig jaar werd een deel van de westelijke kade gereserveerd als werfkade voor de afvoer van het zand uit de bouwput voor het nieuwe ZNA-ziekenhuis: goed voor honderden vrachtwagens per dag minder op de weg. Nu wordt bekeken of voor de verdere bouw binnenschepen zullen worden ingezet. Ook de komst van dit megaziekenhuis zal het uitzicht van deze wijk grondig mee gaan bepalen.
WERNER WEIJTS Stadshavenmeester ‘‘De renovatie van de kaaimuren in het Houtdok wordt een enorm succes. Er zijn nu al meer dan honderd aanvragen binnen voor woonboten. Elke dag komt er nog wel eentje bij. We zullen keuzes moeten maken.’’