Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Dag of jaarpas? Misschien kunnen mijn ouders sponsoren”
Paul Raaffels (55) uit Schoten combineert humor en frustratie in de website die hij prompt liet registreren: nooitmeernaarantwerpen.be, een knipoog en middenvinger naar slimnaarantwerpen.be.
“Ik ben nog van de generatie die heeft geleerd: als je iets hebt, verzorg het dan, want het moet lang meegaan”, zegt Paul. “Zo doe ik het ook met mijn Seat Alhambra uit 2002, een Euro 3 zonder roetfilter, en volgens de autokeuring in perfecte staat. Het is weliswaar niet mijn droomauto, maar ik heb hem ooit gekocht uit pure noodzaak. Hij heeft een grote laadruimte en je zit wat hoger. Perfect om mijn ouders van 85 en 91 jaar geregeld mee te nemen.”
“Zopas heb ik mijn moeder nog naar de tandarts op de Belgiëlei gebracht, en ik heb gezegd dat het waarschijnlijk de laatste keer zal zijn, of ik zou een dag- of jaarpas moeten nemen. Maar ik vind eigenlijk dat een auto al genoeg kosten met zich meebrengt.”
“Misschien moet ik naar mijn ouders kijken om mij te sponsoren... Mijn dochter op de hogeschool zal ik anders ook niet meer kunnen afhalen, en naar mijn favoriete autokeuring aan de Noorderlaan zal ik ook niet meer kunnen rijden.”
Paul heeft ook nog een Opel Kadett uit 1969. “Ik heb vroeger in de voormalige Opel-fabriek in Antwerpen gewerkt, waar wagens die nu Antwerpen niet meer binnen mogen, werden geassembleerd. ‘Born in Antwerp’, dat was toch hip? Oh ironie.”
Het was in zo’n ironische bui dat Paul de domeinnaam nooitmeernaarantwerpen.be registreerde. “Ik heb er een simpele website aan gekoppeld die hopelijk wat therapeutisch zal werken.”
“Want het is natuurlijk wel triest, hé. Ik werk in Hoboken en schuif dus dagelijks aan op de Ring tussen de duizenden voertuigen. Een meter verder begint dan de lageemissiezone. Ik vergelijk het met een gebouw met twee liften: eentje is kapot, de ander is aan vervanging toe, en dan beslis je om de eerste lift te vervangen, en de andere zo te laten. Maar wij zijn Belgen, hé. Wij slikken, knikken. En betalen.”