Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Het enige wat ik wil, is nog twintig jaar leven”

Hoe zou het zijn met g ewezen wereldkamp­ioen Roger De Vlaeminck?

- BRAM VANDECAPEL­LE

Wereldkamp­ioen veldrijden in Melchnau, 1975, 42 jaar geleden. Roger De Vlaeminck wordt in augustus dan wel zeventig, zijn kennersoog en sappige verhalen zijn zoals een goede rode wijn: elk jaar beter. Een gesprek over stembanden, slapeloosh­eid, hespenroll­etjes en Zimbabwane­n.

Brasserie Tijdloos in Sint-Laureins. Geen enkel etablissem­ent in zijn Meetjeslan­d past beter bij Roger De Vlaeminck dan dit. De wereldkamp­ioen veldrijden van 1975, Monsieur Paris-Roubaix. Een übermensch. Dat hij niet elk jaar in de Tijdloze 100 van Studio Brussel prijkt, is een dwaling. Of toch niet? Want ook Le Gitan is niet bestand tegen de tand des tijds. Op 24 augustus wordt hij 70. Zijn schuppen van handen heeft hij nog steeds, maar ook die lijden tegenwoord­ig in weer en wind. “Mijn voeten kunnen Siberië aan. Maar mijn handen, jongen. Ik heb speciale handschoen­en moeten laten maken.” Roger slaapt ook slecht. “Ik lig om 20.00u al te ronken in de zetel. En dan moet ik zien dat ik nog tot 23.00u op blijf of ik ben om 4.00u alweer wakker.” Hij zegt het met een hese stem. Een verkoudhei­d plaagt hem al enkele dagen en volgende donderdag wacht zijn tweejaarli­jkse operatie aan de stembanden. “Om acht uur ’ s ochtends beginnen ze eraan. Dan lig ik met mijn hoofd achterover in de stoel en plaatsen ze een buis in mijn keel. Zes uur lang laseren ze de slijmen op mijn stembanden weg. Nadien mag ik een week niet praten.” Roger De Vlaeminck die een week niet kan praten: we houden het amper voor mogelijk. “Ik ga dan naar de Colruyt met een briefje waarop staat: Ik mag niet praten. Het eerste wat ze zeggen: Awel, waarom mag je niet praten?’ En we zijn vertrokken.” De stemproble­men zijn geen ouderdomsk­waaltje. Het is de schuld van de Zimbabwane­n. Jackson, Tschabalal­a en die andere exotische kornuiten die begin deze eeuw onder De Vlaemincks begeleidin­g leerden crossen in de docusoap Allez Allez Zimbabwe. “Geroepen dat ik op die mannen heb! Brave gasten zun, maar luisteren? Jackson is twee weken geleden nog bij mij thuis op bezoek geweest. Er wonen er nu vijf in België en ze hebben allemaal werk. Die mannen hebben mij zelfs Engels geleerd. Mijn eerste zin tegen hen was: Do you have a pomp to pomp up my tyres? Tja. Beter kost ik toen niet.”

De beste velomakers

Het is straks tien jaar geleden dat de laatste aflevering van drie seizoenen kolder werd vertoond. De laatste actieve rol van De Vlaeminck in de crosswerel­d. Kijken doet hij nog altijd. Elke week, vanuit zijn elektrisch­e zetel. Naar de crossen gaat hij niet, tenzij hij mag gaan eten in de viptent. En ook daar kijkt hij alleen naar het televisies­cherm. Ook naar de vrouwenkoe­rsen, maar alleen als Marianne Vos meerijdt. “Die heeft niveau. Ik ben ook supporter van Jolientje (Jolien Verschuere­n, red.) Ik ben zelfs lid van haar supporters­club. Zeven euro kost mij dat. In haar clublokaal, Café den Eiktak in Eeklo, ga ik biljarten: driebanden en tapbiljart. Als het kan elke dag.” Fietsen doet De Vlaeminck in de winter niet – die koude handen, weet je wel. Af en toe gaat hij drie kilometer joggen. En elke dag zijn rugoefenin­gen op de mat. Binnen. En daarna de televisie op, cross kijken. “Ik kan genieten van naar Mathieu en Wout te kijken. Klasbakken zijn het. Hoe rap dat die mannen kunnen rijden. Ze rijden weg van de rest waar en wanneer ze willen. Ze zijn anderhalf keer beter dan de rest. Ze benaderen mijn broer Erik het dichtst van iedereen.” Meer dan

Roger De Vlaeminck “Op 4 december was het een jaar geleden van Erik. God ja, ik mis hem. Maar ik mag er niks over zeggen. Zijn familie heeft mij een proces aangedaan” Roger De Vlaeminck ‘‘Waarom moeten ze nu per se naar Spanje om daar op het strand in het zand te crossen? Is er in België geen zand genoeg misschien?’’

Albert, Stybar, Boom? “Miljaarde jongens. Natuurlijk! Een andere categorie. Stybar en Boom hadden nog vijf jaar moeten crossen.” Nys? “Daarover gaan we niet klappen, hé. Die heeft het op de weg niet geprobeerd.”

Liboton? “Ik las dat hij zei dat hij talent genoeg had voor de weg, maar geen goesting had. Zever! Talent, dat is maar één ding: koersen winnen. Maar Liboton was wel een betere crosser dan Nys. Nu moeten Mathieu en Wout alleen nog bewijzen dat ze ook op de weg veertig koersen kunnen winnen. Elk jaar minstens vijf.” De Vlaeminck vertelt over de Omloop Het Volk van 1969. Hij won, amper een week nadat hij tweede was geworden op het WK veldrijden voor amateurs. Hij reed nog op zijn crossschoe­nen. “Ik lees vaak dat de combinatie weg en veld niet mogelijk is. Hoe stom kan je zijn? Het levende bewijs zit hier. Ik reed in 1975 115 koersen op de weg en vijftien crossen. Bijna de helft won ik. Op mijn 22ste won ik Luik-Bastenaken-Luik, terwijl ik er een volledig crossseizo­en op had zitten. Wout en Mathieu hebben alles in zich om dat ook te kunnen. Hoe meer ze op de weg rijden, hoe sterker ze worden. Al hebben ze nog wel veel materiaalp­ech. Dat komt omdat ze hun fiets niet kennen. Ze sleutelen er niet zelf aan. Wij waren vroeger de beste velomakers. We deden alles zelf.” Paraplu

Met ‘we’ doelt hij op zijn broer Erik, hijzelf en Berten Van Damme. De mannen die in de jaren ‘60 en ‘70 de cross beheersten. Hij en Erik – de boeren uit Eeklo – versus Berten Van Damme van de bloemenkwe­kers. “Als ik Mathieu en Wout tegen elkaar bezig zie, ze zijn te braaf. Pas na de cross durven ze elkaar al eens uit hun kot lokken. Wij deden dat binst de koers. De moeder van Van Damme die tijdens de cross op mijn hoofd sloeg met een paraplu. Wij die Van Damme tijdens de cross uitlachten. Plezant was dat. De ene clan tegen de andere. Berten zijn zuster – een ferme – voorop in de strijd. Daarvoor kwamen de mensen naar de cross. En nu is Berten mijn beste vriend.” Hij gaat verder over de parcoursen van nu. “Vijftig bochten per ronde in Ruddervoor­de: belachelij­k. Wij liepen kilometers door maïsvelden waar zo veel modder lag dat onze linkerscho­en rechts van de rechtersch­oen stond.” Over de moderne trainingsm­ethodes: “Wat is dat? Croissants met choco eten, dat doen ze. Wij aten nooit choco.” Over crossen van één uur: “Ik heb nog gereden in Pamel dat het al donker was toen ik aankwam. En dan was ik nog zeven minuten achter Liboton.” Over campers op de cross: “Wij reden met de auto en daarin één fiets en drie wielen. Nu komen ze met twee campers aan plus een camion vol fietsen en wielen.” Over stages in Spanje: “Waarom? Om daar op het strand in het zand te crossen? Is er in België geen zand genoeg misschien? Wij gingen op stage in de Lembeekse bossen.” Zoon Eddy voetbalt Net als de mijmeringe­n over het verleden zijn de soep en het kabeljauwh­aasje reeds achter de kiezen. “Eten kan ik nog als de beste. Vorige dinsdag nog: veertien wafels. Ik kook ook alles zelf. Elke dag. Al sinds mijn 37ste, na mijn scheiding. Ik maak zelf mijn brood: rogge-spelt. Mijn frietjes zijn de beste. Met de mayonaise zoals Piet Huysentruy­t. En straks maak ik hespenroll­etjes. Ik wil dat mijn zoon Eddy goed eet.”

Zestien is zijn zoon nu. Hij voetbalt bij de U17 van Lebbeke, een middenveld­er. “Met een goed schot en vooral veel conditie. Hij heeft het van geen vreemde, hé. In zijn vrije tijd legt hij puzzels van tweeduizen­d stukken. Ik kan er geen enkele leggen.” Fietsen doet Eddy niet. “Al zei hij me drie weken geleden dat hij een koersfiets wilde kopen. Van mij moet hij niet koersen, hoor. Veel te zwaar. En hij is nog maar zestien. Hij heeft nog puisten.” Eddy De Vlaeminck, zoon van Roger en neefje van Erik De Vlaeminck. Erik zaliger. “Op 4 december was het een jaar geleden. (zijn ogen worden vochtig) God ja, ik mis hem. Maar ik mag er niks over zeggen. Zijn familie heeft mij een proces aangedaan. Lap, ik heb weer te veel gezegd. Tijd om aan de hespenroll­etjes te beginnen.” Drie voor hem, vier voor Eddy. De opvolging is verzekerd. “Het enige wat ik nog wil, is nog twintig jaar leven. Maar liefst zonder koude handen.”

 ??  ??
 ?? FOTO CARLO COPPEJANS ?? Roger De Vlaeminck over moderne trainingsm­ethodes: “Wat is dat? Croissants met choco eten, dat doen ze. Wij aten nooit choco.”
FOTO CARLO COPPEJANS Roger De Vlaeminck over moderne trainingsm­ethodes: “Wat is dat? Croissants met choco eten, dat doen ze. Wij aten nooit choco.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium